Dwarsfluit
Een beschrijving
Zoals alle “andere” instrumenten als de piano, cajón en viool heeft ook de dwarsfluit geen lange geschiedenis binnen flamenco. Maar buiten flamenco heeft de fluit al een zeer lange geschiedenis.
Al voor onze jaartelling bestond er een dwarsfluit in Azië. Deze was van hout of ivoor gemaakt en had diverse “vingergaten” en nog geen kleppen. Pas in de laatste anderhalve eeuw worden fluiten gemaakt met kleppen.

Theobald Böhm |
In de eerste helft van de 19e eeuw werd een “standaard” kleppensysteem ontwikkeld door de Duitser Theobald Böhm (goudsmid, fluitist en componist) uit München. Hij maakte een metalen fluit met een systeem met diverse kleppen waardoor de buiten het bereik van de handen liggende gaten afgesloten konden worden; er waren sinds halverwege de 17e eeuw al fluiten met één klep, ontworpen door de Franse fluitist Philibert. Later moderniseerden eerst de Fransen en vervolgens de Amerikanen de dwarsfluit totdat hij halverwege de 20e eeuw zijn huidige vorm kreeg.
De benaming is ook “gemoderniseerd”. Waar we het vroeger over een dwarsfluit en een fluit hadden (waar we een blokfluit bedoelden), is het tegenwoordig eerder omgekeerd: een dwarsfluit wordt gewoon “fluit” genoemd en de blokfluit wordt nu voluit benoemd. |
Bij de meeste blaasinstrumenten wordt een riet gebruikt om de luchtstroom aan het trillen te krijgen waardoor een toon ontstaat. De fluit is het eerst blaasinstrument waarbij er geen riet gebruikt werd. Bij de fluit blaast men de lucht tegen de blaasopening waardoor de lucht zich splitst en een deel in de fluit gaat wervelen, met als gevolg een toon.
En denk niet dat een dwarsfluit een ronde buis is waarin je blaast; een fluit bestaat uit diverse onderdelen, sommige cilindrisch geboord en andere conisch geboord. Er zijn met de komst van de drie- en vierdelige fluit ook vervangbare middenstukken waarbij het makkelijker is om de stemming van het instrument aan te passen. Het kleppensysteem is ook inmiddels een noodzaak geworden: de gaten zijn met een vinger niet meer te dichten…
Binnen flamenco werd de dwarsfluit een aantal jaren geleden geïntroduceerd. Zo is hij te horen in de film “Calle 54” van de regisseur Fernando Trueba en ook in “Flamenco” van Carlos Saura in 1995 komt hij voor waar Jorge Pardo de fluit bespeelt. Het is ook Jorge Pardo geweest die een van de eersten (en misschien wel dé eerste) was die – als lid van het sextet van Paco de Lucía – dwarsfluit speelde binnen flamenco.
Lessen / cursussen / workshops
|