Caló - ook wel, en misschien zelfs vaker, Calé genoemd - is de zigeunertaal die m.n. in Spanje door de Roma gebruikt wordt.
Volgens de oudste overgeleverde bronnen verschenen in 1447 de eerste zigeuners in Spanje. In dat jaar bereikten zij Barcelona vanuit het noorden, en in de volgende eeuwen zouden er nog meer in Spanje arriveren. Hun emigratie vanuit India begon in de 8e of 9e eeuw. Dit donkere volk was expert in metaalbewerking en had een traditie van muziek en dans.
Hoewel deze zigeuners anders waren dan het volk dat oorspronkelijk India verliet, hebben zij delen van hun taal behouden; er zijn veel overeenkomsten tussen het Caló en het Sanskriet van India.
De door de zigeuners gevolgde route in hun trektocht door de eeuwen heen
Het is een mix van het Castilliaans en het Romani. Oorspronkelijk werd het Zincaló genoemd zoals de gitanos ook wel "Zincarli" of "Calés" (de donkeren) genoemd werden. De taal ontstond toen langzaam het Romani naar de achtergrond verdween omdat het Spaans ook binnen de zigeunerkringen in Spanje steeds meer oprukte. Ze gebruikten de grammaticale structuur van het Spaans en vervingen een heleboel spaanse woorden door Romani woorden. Daar waar sommige Spaanse woorden hun betekenis verloren en langzaam uit het dagelijks Spaans verdwenen, bleven ze binnen het calé behouden.
Andersom werden sommige Caléwoorden opgenomen in het Spaans en dan m.n. in Andalucía. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld "chorar" (stelen) en piltra (bed).
Zigeuners worden in Spanje "Gitanos" genoemd. Zo noemen ze zichzelf overigens ook. Het is een verbastering van het woord "Egiptano". Dit is ontstaan in de 15e eeuw toen men dacht dat zigeuners afkomstig waren van "Egipto menor" (een gebied in de buurt van het huidige Turkije).
Er zijn geen echt betrouwbare tellingen van Gitanos in Spanje. De schattingen variëren van 100.000 tot 300.000 personen.
Op enig moment in 1749 onder Philip VI zijn alle Gitanos opgepakt en voor 3 maanden in de gevangenis gezet. Uit het gevangenisregister bleek dat het ongeveer 9.000 personen betrof; 0,2% van de totale Spaanse bevolking destijds. Momenteel wordt geschat dat ze tussen 0,5% en 1% van de Spaanse bevolking uitmaken.
Een pagina uit het gevangenisregister van halverwege de 18e eeuw
In de tegenwoordige tijd is het Calé niet echt een levende taal meer. Ondanks het feit dat er nog veel Gitanos zijn die veel Calé-woorden in hun Spaans gebruiken. Het is interessant om te zien hoe vooral de in zigeunercultuur geïnteresseerde niet-zigeuners in de laatste twee eeuwen aandacht hebben gekregen voor het calé.
Voor de geïnteresseerden:
1. Op
22 november is jaarlijks de "día de los Gitanos y Gitanas Andaluces".
2.
Sinds 2006 bestaat er een filmcompetitie genaamd concurso internacional de audiovisual gitano "Tikinó" (Tikinó betekent "kort" in het calé). Daarin strijden filmmakers om de eerste prijs waarbij ze korte films of documentaires op DVD inzenden die speciaal over zigeuners gaan; hun cultuur, hun samenleving, hun uitsluiting en marginalisering als groep, hun leven als behorende tot een minderheidsgroep, de cultuurverschillen, de integratie en ander sociale thema's.
3. Sinds 1997 wordt er een Award toegekend voor mensen, instellingen, etc. die de Andalusische zigeunergemeenschap promoten op sociaal en cultureel gebied dat bijdraagt aan een beter begrip en de relaties tussen de bevolkingsgroepen waarbij de gelijkheid en sociale welzijn van de zigeunergemeenschap bevorderd wordt.
4. Er bestaat een website van en voor zigeuners: www.gitanos.org
5. Gezien de discriminatie waar veel zigeuners tegenaan lopen zijn er ook initiatieven ontplooid om daartegen op te staan.
Hieronder een overzicht van een beperkt aantal Calé-woorden, hun Spaanse equivalent en de Nederlandse vertaling:
Calé
Spaans
Nederlands
abelar
tener, poseer
hebben, bezitten
acán
ahora
nu, momenteel, op dit moment
acarabear
hablar
praten, spreken, zeggen
acoí
aqui
hier
acheté
ayer
gisteren
achibé
hoy
vandaag
andró
camino
paadje, straat, snelweg
ansiá
agua
water
aocana
ahora
nu, direct, tegenwoordig
arachí
noche
avond, nacht
bajañi
guitarra
gitaar
bal
pelo, cabello
haar
balichón
jamón
ham
bálunés
pantalones
broeken
bustronel
animal
dier
barban
viento
wind
Borboreo
Jerez de la Frontera
Jerez de la Frontera
bata
madre
moeder
berdoche
coche
auto
beripapí
abuela
oma
cachí
mujer
vrouw
cairé
dinero
geld
cambañí
tienda
winkel
chalao
loco
gek
chumendo
beso
zoen
Corajano
Morón
Morón de la Frontera
corpíchi
arroz
rijst
currelo
trabajo
werk
crioja
carne
vlees
clariosa
agua
water
chabí
niña
meisje
chachipén
verdad
waarheid
chalao
loco
gek
chamullo
conversación
gesprek
chaniqué
vida
leven
chiringa
naranja
sinaasappel
chola
cabeza
hoofd
chamajarró
zapatero
schoenmaker
chuqui
anillo
ring
chomé
mejilla
wang
drabardar
rezar
zeggen, mompelen, sputteren
duncó
domingo
zondag
derno
nuevo
nieuw
daí
madre
moeder
dada, abatico, bato, batú
padre
vader
diñator
doctor
dokter
dron, druné
camino
weg
drupó
cuerpo
lichaam
duquende
duende
magie, bekoring, betovering
dusuldo
borracho
dronken, dronkaard
erafli
señora
mevrouw
erulé
árbol
boom
esporboria
cebolla
ui
estache
sombrero
hoed
estipén
salud
gezondheid
erescare
azul
blauw
enjallé
memoria
geheugen
egresitón
último
laatste
epicón
esquina
hoek
enjibar
recibir
ontvangen
fachá
calor
warmte, hitte
fardí
ropa
kleren, kleding
felicha
ventana
raam , venster
fendo
bueno
goed, mooi
finguelé
mosquito
mug
flimé
poco
weinig, beetje
fronsaperibén
esperanza
hoop, verwachting
fufu
pozo
put, kuil, koker
filuche
fila
rij, reeks, antipathie
fachoyi
bicho
beest
gabicóte
libro
boek
gabuñó
ratón
muis
gerta
oreja
oor
gillabaor
cantaor
flamencozanger
gobo
azulejo
tegel
gote
vaso
glas
grey
siglo
eeuw
guribano
silencio
stilte
gris
frío
koud
givé
nieve
sneeuw
haccuno
verano
zomer
hangar
carbón
kolen, steenkool
harero
ciruelo
pruimenboom
hua
humo
rook
hambo
el que no es gitano
een "niet-zigeuner"
helo
marrano, cerdo
varken
henira
infortunio. desgrácia
ongeluk, pech
horipaquia
hormiga
mier, termiet
hangarero
carbonero
kolenhandelaar
hurgamandera
lumia
hoer (plat, vulgair taalgebruik)
ibrain
febrero
februari
iege
misa
kerkmis
ieru
lobo
wolf
iesanó
tocino
spek
iesdra
mano izquierda
linkerhand
ingodilé
imposible
onmogelijk
irsimén
aviso, información
bericht, mededeling
isicon
esquina
hoek
inicá
chiflado
gek, raar
inorpachirry
impaciente
ongeduldig
jabañon
ratón
muis
jachapen
comida
voedsel
jalar
comer
eten
jenjén
español
Spaans
jeré
hombre
mens
jimilar
suspirar
verzuchten
jojoy
conejo
konijn
julabar
limpiar
schoonmaken, poetsen
jecó
hielo
ijs
jayro
seco
droog
Niet gebruikt als beginletter
laborí
alabanza
lofuiting
laloró
bermejo
vuurrood
lao
palabra
woord
lemitre
lunes
maandag
libanar
escribir
schrijven
lillí
loca
gek
llagulé
fuego
vuur
llerel
color
kleur
lorampío
reloj
horloge
lundelá
camisa
(over)hemd
macaró
plaza
plein
mamporí
cola, fila
rij
manró
pan
brood
monró
amigo
vriend
muchi
chispa
vonk
murciá
brazo
arm
macho
pez
vis
meclí
calle
straat
mensallé
mesa
tafel
merinao
immortal
onsterfelijk
naguerindoy
conversacion
conversatie, gesprek
najira
bandera
vlag
napia
nariz
neus
nasaló
enfermo
ziek
nebaró
pequeño
klein
nebó
nuevo
nieuw
nibobia
novia
verloofde
norical
caracol
slak
nonardián
nunca
nooit
nilay
verano
zomer
ocán
sol
zon
ochardó
mantón
omslagdoek
ochi
alma
ziel
ochon
mes
maand
oclaye
rey
koning
operisa
ensalada
salade, sla
orotar
buscar
zoeken
ortalamé
campo
platteland
ortelí
amor
liefde
otal
cielo
hemel, lucht
pachimó
famoso
beroemd
pañí
agua
water
paripén
peligro
gevaarlijk
pea
silla
stoel
pichó
pañuelo
zakdoek
piyar
beber
drinken
plastanear
correr
rennen
prelumina
semana
week
puchañí
pregunta
vraag
purimí
cebolla
ui
quejelano
abierto
open
quelar
bailar
dansen
quesar
ser, estar
zijn (zowel plaats als eigenschap)
quiminé
fragua
smederij
quinl
miel
honing
quinao
cansado
moe
quinar
comprar
kopen
quir
mantequilla
boter
quirá
queso
kaas
quisi
bolsa
zak
rabasunché
zorro
vos
rebrino
respeto
respect
rechipoté
desnudo
naakt
resaronomo
barato
goedkoop
resuñar
respirar
ademen
retejo
contento
tevreden
rilo
pedo
wind (scheet)
romí
mujer
vrouw
rocambló
amigo
vriend
ró
marido
echtgenoot
sacais
ojos
ogen
sallé
mesa
tafel
Sersen
España
Spanje
sicho
mono
aap
sisastrar
aprender
leren
sonanta
guitarra
gitaar
sorlo
reloj
horloge
sueste
gente
mensen, volk
sané
chorizo
chorizo! paprikaworst
saró
todo
(ge)heel
tabastorré
derecho
recht, rechter, rechts
tamború
perro
hond
taragoza
pueblo
dorp
taragozagida
ciudad
stad
tarquino
millón
miljoen
telejellí
entera
geheel, volledig
tirabañí
zapato
schoen
toto
queso
kaas
trebeña
estrella
ster
trejú
cruz
kruis
uchí
lengua
taal
ulaque
barrio
wijk
ulli
azúcar
suiker
umú
pared
muur, wand
Undebel
Dios
God
usur
humo
rook, walm
uluyilia
familia
familie
ulícha
calle
straat
ununique
confesión
bekentenis
urdíñí
invento
uitvinding, vondst
varandiá
espalda
rug
vardá
palabra
woord
varidí
terrado
dakterras
vea
jardín
tuin
ven
invierno
winter
venar
vender
verkopen
visaba
culpa
schuld
voltañar
volver
terugkeren
vasir
morir
doodgaan
ventosa
ventana
raam, venster
Niet gebruikt als beginletter
xabi
niña
meisje
xión
si
als
xiscla
cerrojo
grendel, schuif
xise
perno
bout, pin
xuquel
perro
hond
yacunó
verano
zomer
yejalá
dueña
eigenaresse
yerú
lobo
wolf
yuli
papel
papier
yuomitó
herrador
hoefsmid
yustiqué
cerca
dichtbij
yamadurí
madroño
aardbeiboom
yaque
fuego
vuur
yesanó
tocino
spek
yeslú
berro
waterkers - plant
zaracatán
sastre
kleermaker
zarandela
enagua
onderrok
zarracatiné
regatón
pingelaar, kleinhandelaar
zerecin
salchichón
snijworst
zetalla
oliva
olijf
zincaló
gitano
zigeuner
zoniché
silencio
stilte
zujemia
flor
bloem
zumbí
aguja
naald
zumí
caldo
bouillon
Het volkslied van de gitanos incl. de tekst in het Calo en het Castilliaans.