Flamencodans
 Home
Home > Flamenco > Dans > Beschrijving
 

Flamencodans

Een beschrijving

(zie onderaan de pagina voor links naar danslessen)

Flamencodans is een van de mogelijkheden binnen flamenco om je gevoelens te uiten.
Van intens verdriet tot euforich plezier.
Er bestaat een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen die dansen, waarbij de vrouwen hun vrouwlijkheid ten toon spreiden en de mannen nogal macho kunnen dansen.
De variatie van dansen is gelegen in de vele stijlen die flamenco bezit en is afkomstig uit Andalucía, de rest van Spanje, uit de folklore en uit wederzijdse beïnvloeding tussen Andalucía en Zuid- en Midden-Amerika.

1. De geschiedenis van de flamencodans.

Bijna iedereen is er inmiddels wel van overtuigd dat flamencodans rechtstreeks afkomstig is van de religieuze danzen van de Indiase Hindoes. Zelfs tegenwoordig nog is een jondo dans (serieuze flamencodans) vrijwel identiek aan een traditionele Hindoe-dans qua intensie, beweging en emotie. Het voetenwerk en de arm / handbewegingen zijn overeenkomstig en zo ook bepaalde llamadas, alleen zijn de twee dansvormen uit elkaar gegroeid.

Kathakdanseres
Flamencodanseres
Kathak
Flamenco

Flamenco is geëvolueerd tot een meer krachtige kunst, directer en emotioneler naar het publiek.
Tijdens deze evolutie heeft flamenco veel van de traditionele elementen van de Indiase muziek verloren. Ook is de flamencodans veelal niet verhaalvertellend en heeft het geen veelvuldige oog- en gezichtsbewegingen die in de klassieke Indiase dans centraal staan. Het is toch een andere muzieksoort dus ga je er anders op dansen.
 
2. Uit welke Indiase klassieke dansen heeft de flamencodans zich geëvolueerd?

Bharata Natya: uit Zuid Centraal India, dans voor vrouwen, bestaat uit een vertelling d.m.v. hand- en gezichtsuitdrukkingen, met een een kort intermezzo middels een dans gebaseerd op een ingewikkeld - schoenloos - voetenwerk.

Kathak: uit Noord India, dans voor mannen en vrouwen, de stijl met het meest ingewikkelde voetenwerk van de Indiase dansen zoals die in het zapateado (voetenwerk) in de flamenco.
Het wordt met de blote voet gedanst met belletjes aan de enkels, de arm en gezichtsuitdrukkingen zijn niet langer symbolisch.

Kathakali: de oudste en meest primitieve dans van de klassieke Indiase dansen. Het is een dans voor mannen, bestaat uit dansdrama's uit de Vedas (religieuze hymnen over Goden, spirituele filosofie, het universum, de natuur en de juiste levenswijze) en het Upanishads (letterlijk: "de leringen die werden gehoord", het betrfet Indiase filosofie) waarbij demonen en goden worden uitgebeeld. Zowel de vrouwelijke- als de mannelijke rol wordt door de man gedanst waarbij een uitgebreid arsenaal aan kostuums worden gebruikt.

Bharata Natya
Kathak
Kathakali
Bharata Natya
Kathak
Kathakali

Anders dan voorgeschreven verhaalvertellingen hebben deze dansen een zekere spontaniteit nodig in de opbouw van de stijl maar deze is niet zo vrij als toegestaan binnen flamenco. Alle vormen worden begeleid door muzikale instrumenten en zang. In de Bharata Natya en de Kathakali wordt het verhaal gezongen welke de dansers aan het openbaren zijn.

In feite wat er gebeurd is, is dat de hoog-geciviliceerde Brahmanische tempeldansen zijn aangepast door een minder ontwikkeld volk, minder gedetailleerd is geworden en gevormd is tot een meer natuurlijke en primitieve kunstvorm, gericht op de persoonlijke emotie en uitdrukking.

3. Hoe kwamen de Indiase dansen in Spanje?

Traditioneel werden de Indiase tempeldansen alleen in de tempels in India gedanst. Later werden deze dansen ook daarbuiten populair.

Ze werden als eerste bekend gemaakt in andere landen, d.m.v. handelsvaartuigen en woonwagens die richting de middellandse zee vertrokken.
In Spanje kwamen zij hoogstwaarschijnlijk in Cádiz (vroeger ook genaamd: Gadir en Gades) aan. Dit is de oudste stad van Spanje, gesticht door de Fenicianen rond 1100 VC. Samen met de Joden waren zij de eerste ontdekkers van het Iberisch schiereiland. Het waren kooplui en zeelieden.
Cádiz was een erg belangrijke stad en er aangenomen kan worden dat de Indiase professionele dansers daar naar toe werden gebracht, om het Koningschap te vermaken in het tijdperk van de Grieken (500-250 VC) en later tijdens het tijdperk van de Romeinen (250 VC-475 NC).
Er werden vaak grote religieuze festivals georganiseerd waar deze mensen optraden.
De dansers werden meestal begeleid door een Hindoe muzikant en een zanger; dat verklaart waarom bepaalde typen Hindoemuziek en flamenco sterke overeenkomsten hebben.

4. De oorsprong van de Spaanse dans.

De oorsprong van de Spaanse dans komt eigenlijk uit de tijd van de Grieken, zo rond 500 VC. De dans werd toen afgebeeld op potten en borden. Het typische hiervan was de houding: de positie van het hoofd en de rug was naar achteren gebogen. Ook werden er castagnettes gebruikt, die naar Griekenland gebracht werden vanuit Egypte en Kreta en via die omweg in Spanje terecht kwamen. Er was al een flinke participatie door het publiek d.m.v. aanmoedigingen en handgeklap (jaleo zouden we tegenwoordig zeggen).

Venus CallipygosVenus Callipygos

De onderzoeker Jose Blas Vega schreef in zijn boek "Hacia la historia del Baile flamenco"De oudheid van Andalusie vindt men terug in archeologische resten zoals uit de Asta Regia (Jerez de la Frontera), La Cueva Ahumada (Cádiz), in standbeelden zoals "La Venus Callipgia" en in de historisch-literaire gegevens van de beroemde danseressen uit Cádiz, geciteerd en becommentariseerd door de Grieken Marcial, Juvenal, Petronio, Plinio el Joven en Papino Estavio".
Ramon Perez de Ayala citeerde het volgende in zijn werk "Troteras y danzaderas": "...Er zijn instincten in het lage Spaanse volk die al iets goddelijks en danzerigs hebben..."
De Grieken voegden aan hun goden de namen Danzante en Saltante toe.
De Grieken Plinio el joven, Petronio, Apsiano, Estrabon, Marcial en Juvenal hemelden de beroemde Gaditanas op.
De muzikale invloed van de Grieken werden gebruikt in de meeste mediteraanse culturen en op een gegeven moment werd deze overgenomen door de kerk.
Vervolgens namen de Romeinen de rol van de Grieken over in Europa en Noord-Afrika.
Martialis was een Spaanse dichter die in zijn epigrammen de verleidelijke danseressen uit Cadiz beschreef. Een van hen was Telathusa waarvan een beroemd beeld bestaat, de Venus Callipygos.

De Romeinen waren erg onder de indruk van de zangers en dansers uit Cádiz en namen ze ook wel mee naar Rome om het publiek aldaar te vermaken met hun optredens.

Van 450 tot 700 NC werd Spanje bezet door de Visigoten. Ze hadden weinig culturele inbreng. Zij hielden vooral van oorlogvoering. Er zijn destijds wel mogelijk zwaard- en oorlogsdansen ontstaan.
De religieuze dans uit de tijd van de Grieken en de Romeinen was al zo traditioneel geworden in de primitieve katholieke kerk dat zelfs de priesters de dans beheersten. De Visigoten accepteerden het katholicisme en mengde zich met de Spaans-Romaanse bevolking zodat het religieuze dansen zich voortzette. De eerste bekende volksdans uit deze tijd is de danza prima, die tot op heden nog wordt gedanst in Asturias.

Gitana
Gitana

De Indiase afkomst van zigeuners is vaak nog herkenbaar

Tijdens de bezetting van de Moren (711-1492 NC) werden deze dansen steeds meer buiten de grenzen van de kerk gedanst, mogelijk door de eerste zigeuners die samen met de Moren Spanje binnen kwamen. De zigeuners kwamen vanuit India door Pakistan, Perzië (Iran), Arabie en Noord-Afrika uiteindelijk in Spanje terecht. Muzikanten en dansers werden uit Bagdad geïmporteerd.
De Moren en de zigeuners ontwikkelden al een type dans die grotendeels van de Brahmanische religieuze dansen afkomstig was en zo gaf hun komst een extra  impact aan de bestaande Andalusische dansen.

In flamenco kan men soms ook bepaalde arabische elementen herkennen zoals een bepaalde intensiteit van heupbewegingen en handbewegingen die weer anders zijn als in de Indiase dans.
De bewegingen van de armen, handen en boventorso bleven intact maar vrouwen mochten hun voeten niet laten zien van de Koran dus ook geen voetenwerk verrichten.

Kathak; benen bedekt
flamenco; benen niet bedekt
In katak blijven de benen bedekt
In flamenco ....

Vanaf de 10e eeuw werd de muziek en de dans intensief ontwikkeld door de Joden, de Arabieren, de Berbers, de Moren en de huidige bevolking.

Córdoba was het culturele centrum en de muziek bestond uit liturgische muziek van de synagoge, Griekse en Byzantijnse liederen, Moslim en Joodse liederen, melodieën uit India, Perzië, Irak, Noord-Afrika en de liederen van de inheemse bevolking. Men kan in ieder geval concluderen dat de flamencodans, en de flamenco in het algemeen al vele jaren broeide in Andalusië. Tijdens het tijdperk van de Moren was dit type dans ongetwijfeld religieus en werd het als een volksdans beoefend.

Na de Moren was het religieuze aspect van de dans geëlimineerd. De dans werd uit de kerk verbannen om haar sensuele en "zondige" aspecten en dansers werden ook vervolgd, overal waar de dans werd uitgevoerd. Uiteraard viel dit samen met de vervolgingen van de Moren, de Joden en de zigeuners. Destijds werd de dans (en de zang) ondergronds beoefend en hiermee kan het begin van flamenco zoals we die nu kennen geduid worden.

Rond 1400 werden de zigeuners vervolgd vanuit India. Een deel reisde door Noord-Afrika en vervolgens via de noord- en zuidkant van de Middelandse Zee. Een ander deel reisde door Rusland, de Balkan, Duitsland en Frankrijk en uiteindelijk arriveerden zij in Barcelona rond 1447. Deze migratie is bevestigd door diverse documenten uit die periode.

Trek van de zigeuners vanuit India richting het westen
Overzicht van de reisrichtingen van zigeuners die vanuit Noord-India wegtrokken
naar het westen. Linksonderaan zie je de oversteek van Noord-Afrika naar Zuid-Spanje
.

Een andere theorie is dat er zigeuners waren die al in de 7e eeuw samen met de Moslims naar Andalusië kwamen. Een verklaring hiervoor is nl. dat de taal en de gewoonten van de zigeuners uit het noorden en zuiden van Spanje wel degelijk verschillen. De zigeuners uit het zuiden zouden dus al in de 7e eeuw zijn aangekomen, die dan ook meer vermengd zijn met de Andalusische bewoners dan de noordelijke zigeuners die pas in de 15e eeuw aankwamen.

Er zijn veel culturen in Spanje geweest maar dit heeft geen grote invloed gehad op folklore die daar al bestond, er zijn natuurlijk wel elementen die de andere culturen hebben achtergelaten.

5. Zigeuners uit verschillende landen.

Vicente Escudero schrijft in zijn boek "Mi Baile" dat hij de koers van de zigeuners die uit India kwamen in de 15e eeuw heeft onderzocht en hij ontdekte overeenkomsten tussen de zigeuners uit verschillende landen.
Farruca van Antonio Gades
Farruca van Antonio Gades
(www.deflamenco.com)
Hij beweert dat hij in Rusland een zigeunersdans zag die erg leek op de farruca (flamencostijl, oorspronkelijk uit Noord Spanje) in het ritme, de bewegingen van de armen, het voetenwerk en het boventorso. Deze dans was echter meer acrobatisch ontwikkeld dan de farruca.
Ook zijn er veel falsetas (melodieën) van de flamencogitaar en van de Hongaarse zigeunerviool die praktisch identiek zijn, zowel in het gevoel als in de structuur.
In India hoorde hij een vrouw een lied zingen welke erg leek op de seguiriyas (flamencostijl) en vervolgt zijn verhaal met het feit dat er vele dansen en liederen zijn uit het tegenwoordige India die sterk gerelateerd zijn met deze uit flamenco.
Vele overeenkomsten kunnen ook uit Marokkaanse muziek en flamenco gehaald worden.
De zigeunerstammen en de Moren waren kennelijk al een tijd samen voordat zij Spanje introkken in de 8e eeuw NC.
Aan de andere kant zijn er zigeuners uit bepaalde landen die kunst beoefenen die niets overeenkomstigs heeft met de flamenco. Rusland en de Slavische landen bijvoorbeeld, hadden ook al een folklore waar de zigeuners zich thuis in voelden.
 
6. Flamencodansstijlen
 
Vóór de actuele flamencostijlen waren er een aantal dansen erg populair die bijna vergeten zijn.
Een daarvan is "La Morisca" uit de 15e eeuw en verder ook de dansen "El Canario", "La Capona", El Polvillo", "La Chacona", "El Escamaran", "El Villano", "La Zarabanda", "La Cachucha", "El Vito", "El Zorongo", "Los Panaderos", "El Ole", "El Jaleo de Jerez" en andere. Enige dansen waren ook populair in andere regio's, maar in Andalusia werden ze gedanst in dorpsfeesten.
Men kan zeggen dat vanuit veel van deze dansen de actuele flamencostijlen zijn gecreëerd. En mischien is Tangos wel de eerste flamencodans geweest die aldus gevormd werd. Zeker is niets.
Jose Blas Vega ontdekte het woord Tango voor het eerst in het manuscript "Apuntes para la description", vertaald: aantekeningen van de beschrijving, van de stad Cadiz van D.F. de Sisto gepubliceerd in 1814.
Men gelooft dat in het begin 18e eeuw een autenthieke kunst gevormd werd, de folkloristische basis van de flamenco. Wat het karakteristieke is van deze dans, is dat iedereen z'n eigen interpretatie kon tonen.

7. Flamencodans

7.1 Flamencodans vanaf 1842
 
De opnamens die er van flamenco zijn gemaakt dateren helaas pas uit 1842, dit was het begin van de "cafe cantante" periode toen flamenco in cafe's en kleine theaters te zien was.
De periode speelde zich af van ongeveer 1850 tot 1910. De meerderheid van de dansers was zigeuner. Hun repertoire was minimaal en hun technieken waren fundamenteel. De jondo dansen waren voor de vrouw alegrías en daarvan afgeleiden zoals cantiñas, mírabras enz. Voor de man was dat de alegrías en de zapateado.

Een lichte dans, alleen voor vrouwen was de tangos de Cádiz.
Beetje bij beetje werden er dansen toegevoegd zoals voor de man: farruca en bulerías, voor de vrouw de tanguillos, bulerías, farrucas, soleares en de zapateados.
Het voetenwerk van de man was primitief , de vrouwen gebruikten bijna geen voetenwerk, op een paar uitzonderingen na, maar concentreerden zich voornamelijk op vrouwelijke bewegingen van de armen, handen en het boventorso.
Twee revolutionaire dansers in de volgende jaren waren Antonio el de Bilbao en Carmen Amaya. Zij veranderden de trend van flamencodans in een meer technisch en complexere bezigheid.

Antonio el de Bilbao
Antonio el de Bilbao

7.2 Flamencodans vanaf 1900

Rond de eeuwwisseling van de 19e naar de 20e eeuw namen de theatrale "fin de fiestas" de plaats in van de cafe's cantantes. Ook het spaanse ballet was in grote opkomst. Dit was een mix van Spaanse, klassieke, regionale en flamencodans. Bailaoras (flamencodanseressen) werden bailarinas. Ballet company's reisden over de hele wereld en het flamencoballet werd al gauw beschouwd als flamenco. Authentieke flamenco begon uit te sterven en flamencoballet werd een grote business.

7.3 Verschillen klassiek ballet en flamenco.

Bepaalde elementen van de flamenco zijn succesvol geïntegreerd in het klassieke ballet zoals bij "El Amor Brujo" van Manuel de Falla, maar de atmosfeer van de flamencodans en die van het klassieke ballet is een wereld appart. Een flamencodanser wordt dan ook "bailaor" genoemd en niet een "bailarin" (balletdanser).

De emotionele kracht van de flamenco komt van binnnen uit de artiest, die zichzelf verlaat voor deze kunstvorm en die er adem in blaast. Flamenco is een diepgaande intimieme kunst. Dit is wat het verschil maakt met klassiek ballet. Ballet is lichtvoetig naar de lucht en flamenco is naar de grond gericht als een krachtige magneet die aan het lichaam trekt. De armen in de flamenco gaan omhoog (vooral bij de vrouwen) als een wanhopige poging om zichzelf naar boven te begeven of om vleugels te krijgen volgens Gobin. Klassiek ballet is een dans waarbij veel ruimte nodig is terwijl flamencodans in z´n geheel gedanst kan worden op een tafelblad.

Nog een verschil is dat balletdansers jonge mensen in topconditie zijn en asexuele expressie uitten. Erotiek in de flamenco is echter een basiselement, Deze erotiek heeft niets te maken met de ordinaire touristenattracties van meestal jonge attractieve danseresjes. Een flamenco-carrière hoeft vaak pas te beginnen als de balletdanser zijn schoenen aan de kant zet. Juana Vargas La Macarrona was 60 jaar toen ze haar piek als flamencodanseres behaalde. Tot haar dood die pas na 90 jaar was, was ze de ster van tablao "Rosales" in Madrid.

La MacarronaLa Macarrona

Bij flamenco gaat het niet om de schoonheid maar om iemands durf om zijn emoties te tonen en zijn ziel en zaligheid in zijn bewegingen te leggen. Een kunstvorm die alle lef eruit gooit en weigert zich te verbergen achter het masker van de schoonheid, dat is echte flamenco.

7.4 Flamencodans vanaf 1920

Eind 1920, begin 1930 werd de zang die tot dan eigenlijk te heilig was om op te dansen, onder het dansen gezet. De dans werd nu de hoofdattractie terwijl de zang een bijrol kreeg. Er werd bijvoorbeeld op de caña gedanst, dit was geintroduceerd door "La Argentinita".
Ook de seguiriyas kwam in het dansrepertoire rond 1940, gebracht door Vicente Escudero.
Daarna volgden gauw vele andere dansen zoals de martinetes, taranto, rumba, serranas, polos, peteneras, rondeña, zorongo gitano, guajiras enz. tot dat het repertoire rond 1950 behoorlijk was uitgebreid. Deze uitbreiding van de dans had een grote diversiteit toegevoegd aan de flamenco. Het gaf een extra dimensie voor de diepheid van de seguiriya, de soleares en de taranto en de pret en wildheid van de bulerias.
Er zijn nog andere tendensen in de dans naar voren gebracht zoals het intensieve gebruik van castagnettes die vroeger niet werden gebruikt in de flamencodans. Wel hinderden zij de normale bewegingen van de armen en de handen.Ook werd de dans voor de vrouwen meer concurrerend met die van de man wat betreft het technische voetenwerk, maar ook de bewegingen van het bovenlichaam.

Vicente Escudero

Vicente Escudero

Later kwam er meer interactie tussen de twee sexen in de dans. Vrouwen dansten bijvoorbeeld in een mannenpak met praktisch alleen voetenwerk en bruutheid en mannen gedroegen zich niet meer altijd als een "echte man". Wel is het de bedoeling dat er nog steeds een onderscheid tussen een man en de vrouw in de dans gemaakt moet worden.

7.5 Flamencodans vanaf 1950

Rond 1950 wordt de pure flamencozang herboren, de gitaar gaat door maar het is bijna te laat voor de dans. De meeste leraren van de oude school zijn uitgestorven, er zijn maar enkele over die de authentieke flamencodans kunnen interpreteren en doceren.

Pure flamencodans wordt origineel als solodans gepresenteerd, dit is de enige manier waarop de echte flamenco zich kan voordoen: de expressie van iemands diepste gevoelens en kracht.
Dit kan niet als er bv. een groep van vier dansers een bepaalde cheografie hebben ingestudeerd.
Het wil natuurlijk niet zeggen dat een groepscheografie geen hoge artistieke kwaliteit kan hebben.

Tegenwoordig is de gitaar het vaste begeleidingsinstrument, vroeger werd het ritme gehouden door palmas, door bamboetakken of d.m.v. de knokkels op tafel te slaan (nodillos). Dit was mogelijk omdat oude flamenco een sterke beat had.
Later wilden de zangers steeds meer melisma´s (versieringen) gebruiken om hun expressieviteit te verbeteren en werden de stukken steeds meer a-ritmisch en onmogelijk om op te dansen.
Hieruit ontstonden veel vormen zoals de fandangos libres en de cantes de Levante.

8. Flamencodanstechnieken

Men denkt altijd dat het virtuose voetenwerk het meest typische kenmerk van de flamencodans is, maar deze werd vroeger alleen door mannen uitgevoerd vanwege de fysieke kracht die daarvoor nodig is. De vrouwen dansten grotendeels met hun armen, handen en schouders. Het verschil tussen de mannelijke- en vrouwelijke dans is tegenwoordig erg klein, maar de nadruk van de vrouwlijke dans ligt nog steeds bij het bovenlichaam. Aspecten van vrouwelijke dans zijn: rug licht naar achteren gebogen, de armen gebogen naar voren incl. het maken van sensuele bewegingen en met de vingers sierlijke vormbewegingen.
De armbewegingen van de man zijn strakker, meer gestrekt en hakken door lucht als zwaarden. De handen houden ze gesloten.

Overeenkomsten tussen man en vrouw zijn dat beide de pitos (vingerknippen) en palmas (ritmisch handklappen) gebruiken.
Castagnetten worden ook als een belangrijk aspect beschouwd in de flamenco maar komen eigenlijk alleen voor in de Spaanse klassieke dans en traditionele Andalusische groepsdans.

Wel een erg belangrijk aspect van de flamencodans is de bata de cola, de typische flamencojurk, de lange jurk die over de grond sleept en erg mooi versierd is. Deze is geïnspireerd door de kleurvolle oorspronkelijke zigeunerjurk. Traditiegetrouw wordt deze gebruikt in de soleares, de alegrías en de seguiriyas. De Alegrías is een typisch vrouwelijke dans met een vaste struktuur, echter in het begin werd deze ook door mannen gedanst (met meer voetenwerk erin).

Belen Maya in bata de cola
Belen Maya in bata de cola (www.deflamenco.com)

Mannelijke dansers dragen vaak een donkere broek en een wit shirt. Soms wordt hierover een chaleco (kort bolero vest) gedragen. Wanneer vrouwen een oorspronkelijke mannendans uitvoeren zoals farruca of zapateado, gebruiken zij vaak ook deze kleding.

9. Opbouw van een flamencodans

Een flamencodans ziet er globaal als volgt uit:

Entrada: De opkomst, kan variëren van oplopen, klappen tot markeren (het ritme volgen met de voeten zonder te veel "lawaai" te maken).

Llamada: het moment waarop met veel nadruk de danser zich echt introduceert. Hij of zij laat zien dat de dans gaat beginnen, het is meestal een oproep voor de zanger zodat deze met de letra (couplet)kan beginnen.

Letra(s): de gezongen coupletten in een dans waarbij de danser zich voornamelijk concentreert op het bovenlichaam, de voeten markeren het ritme.

Voetenwerk (escobilla of zapateado): een vrij ingewikkelde combinatie van ritmes van planta, tacón en golpe (voorkant, hak en hele voet).
De danser is vrij om te bepalen hoe een voetenwerk in elkaar zit en hoe lang het duurt.

Salida: meestal bestaat het afgaan van een dans uit nog een letra die vaak por bulerías, por tangos of por rumba (de snellere stijlen) wordt gezongen, afhankelijk van de gezongen stijl. Dit deel is vaak uitbundig en spectaculair.

Met dank aan de schrijver; Bart van Uden.

 

Vanuit deze pagina kun je vervolgens de volgende pagina bezoeken:

Danslessen

 
neem contact op
Communicatie
Flamenco
Nieuwsberichten
Artistas
Agenda optredens
Winkelen (op een andere site)
Andere cultuuruitingen
flamencoschoenen
Danslessen nemen
Gitaarles nemen
Flamenco canon bekijken
Column lezen!
Pijsvraag winnen!
Dansschoenen kopen
Dansrok kopen
Flamenconieuws lezen!
Nieuwsbrieven lezen of op abonneren
Mail ons via:
Link naar pagina waarop je feedback kunt geven
Link nar pagina waarop je je kunt aanmelden om de nieuwsbrief te ontvangen
Link naar pagina waarop de nieuwste prijsvraag staat en waar vanaf je de oplossing kunt insturen
Link naar pagina waarop je tweedehands zaken te koop kunt vragen of aanbieden middels een advertentie
Link naar pagina waarop je een verzoek tot linkuitruil kunt indienen

 

 

 

Graag ontvang ik je kritiek, verbetervoorstellen of aanvullingen
Copyright                  Sitemap                 Links                  Privacy
Zonnebloemveld in Andalucía