Jaberas valt of onder de groep van de Fandangos abandolaos of het betreft een afgeleide van een Malagueña. Het is een van de oudste stijlen uit Málaga, zoniet dè oudste. Het is moeilijk te zingen omdat er veel en lange uithalen in zitten en veel melisma’s (het aanhouden van een lettergreep over meerdere maten en in toonhoogte variërend) waardoor een grote beheersing van de ademhaling nodig is. Een Jabera kan dus letterlijk adembenemend zijn…!
Miguel Poveda zingt een Jaberas
Het ontstaan van deze stijl wordt, gezien de naam Jabera, wat boonverkoper betekent, door sommigen toegeschreven aan deze beroepsgroep. In het bijzonder aan twee zusters uit de wijk Trinidad van Málaga, die in het begin van de 19e eeuw tuinbonen verkochten en een Malagueña ombogen in hun eigen stijl en deze erg mooi konden zingen. Op die manier ontstond dus een eigen vorm; de Jabera.
Anderen zijn dus de mening toegedaan dat het een vorm van Fandangos Abandolao betreft, zónder mooie anekdote.
Het couplet van de Jabera bestaat uit 4 regels van ieder 8 lettergrepen.
De belangrijkste vertolkers waren / zijn Fosforito, Carmen Linares en Curro de Utrera.
De Jaberas stond ook bekend onder de naam "Cante de María Tacón": onbekend waarnaar dat verwees. Misschien was het wel de naam van een van de twee zussen die bonen verkochten in Trinidad, Málaga...