Eind 19e begin 20e eeuw ontstond de Pregones (pregon betekent een openbare bekendmaking, op straat iets declameren, etc.).
Vanuit Pregones zijn er binnen flamenco heel wat stijlen ontstaan.
Het werd bekend door zijn belangrijkste vertolkers: de straatventers in Cádiz, Sevilla, Málaga en Granada.
Caracoles, Mirabras en de Alegría de Córdoba worden gezien als niet meer dan coupletten van de Pregones die een eigen stijl geworden zijn. M.a.w., Pregones is een vorm van Alegrás.
David Palomar zingt een Pregones Macandé
Het was in het begin van de 20e eeuw vooral Gabriel Díaz Fernández “Macandé” die bekend werd als zanger en snoepverkoper (hij zong dus op straat). Hij ontwikkelde zijn eigen pregonesstijl.
Er zijn drie varianten die het hele gebied bestrijken m.b.t. de wijze waarop Pregones gezongen wordt. De eerste is de persoonlijke stijl van Macandé, de tweede gaat over de carnaval in Cádiz en de derde gaat over lavendelverkopers.
Er zijn niet veel verschillende Pregones en ze worden ook niet vaak meer gezongen.