De Saeta wordt in Andalucía m.n. gezongen tijdens de Goede Week (Semana Santa) voorafgaande aan Pasen, als de processies door de straten trekken.
Men stelt dat het eigenlijk geen “eigen” zelfstandige palo is, maar gezongen tekst gerelateerd aan de lijdensweg van Christus die wordt het gebracht binnen de stijl van Tonás (Seguiriyas, Debla, Martinete, Carcelera) en ook wel binnen de Malagueñas. Er wordt veelvuldig gebruik gemaakt van melisma’s (het over meerdere toonhoogten trekken van lettergrepen).
Churumbaque zingt een Saetas
De Saeta stamt uit de 18e eeuw en werd populair halverwege die eeuw.
Het wordt in de praktijk veelal gezongen richting een heilig beeld dat in de processies meegetorst wordt, waarbij het klassieke “beeld” is, dat van een zanger die het beeld vanaf zijn balkon toezingt.