Wiegeliedjes of slaapliedjes worden in Spanje "nanas" genoemd en ze maken ook deel uit van het grote flamencorepertoire.
In 1954 werd een antología del cante flamenco opgesteld door Bernardo de los Lobitos. Daarin werd de nana genoemd als onderdeel van flamenco. De nanas worden veelal gezongen zonder muzikale begeleiding, dus a capella. Ook komt het geregeld voor dat de tekst van een nana ingewisseld wordt voor de tekst van een liefdesliedje, waarbij de oorspronkelijke melodie echter wel behouden blijft.
Het compás dat gebruikt wordt bij nanas is seguiriyas, tientos, zambra en soleá por bulería.