De belangrijkste gebeurtenissen? 2010 was het jaar dat Flamenco op de Werelderfgoedlijst kwam en helaas overleden Fernando Terremoto Hijo en Enrique Morente. Daarnaast de crisis die vanaf 2008 ook duidelijk voelbaar werd binnen Flamenco: de subsudiekranen die dicht(er) werden gedraaid, enkele festivals daarmee in hun voortbestaan bedreigend. Toeschouwers die kritischer werden over welke voorstelling ze wel of niet zouden bezoeken. Toch heeft Flamenco wederom een jaar overleefd en de grote festivals hebben gewoon doorgang gevonden en werden ook uitstekend bezocht.
Het einde van het jaar werd gekenmerkt door het overlijden van een van de meest invloedrijke en bewonderde flamencozangers van deze tijd; Enrique Morente, maar gelukkig waren er ook veel momenten dat er triomfen gevierd werden en andere momenten van vreugde in 2010.
Miguel Poveda en Rocio Molina (Jean Luis Duzert/Deflamenco.com)
Zoals jaarlijks het geval, opende het Flamencofestival van Nîmes dit jaar het seizoen. Het was de 20e editie alweer. Er traden grote namen op, zoals Miguel Poveda en de laatste winnares van de Nationale Dansprijs, Rocío Molina.
Vervolgens begon het 18e Caja Madrid Festival. De Traditionele ereprijs, de “Puerta de Alcalá” werd dit jaar toegekend aan de gitarist Enrique de Melchor.
Nog in januari begon het Festival “Gira Flamenca del Norte” met een tour van flamenco-optredens in 6 Noord-Spaanse steden; o.a. Mayte Martín trad er op. Het festival werd dit jaar ter ere van de zigeunerzanger Rafael Romero “El Gallina” gehouden.
Het 14e jaar van het Flamencofestival in Jerez werd, jaarlijks steeds eind februari / begin maart, weer gehouden. Het is het belangrijkste flamenco en Spaanse Dansevenement ter wereld. Het werd weer in grote getalen bezocht door m.n. buitenlandse leerlingen en er was o.a. een optreden van Farruquito met zijn show “En Familia”.
De lente bracht het Festival por Tarantos “A Almería” en het Barcelonese Festival Ciutat Vella. In juni volgde het festival “Suma Flamenca” waarmee weer een serie van meer dan 30 flamenco-optredens in Madrid plaatsvonden.
In de zomer vervolgens vonden de festivals “Potaje Gitano de Utrera”, het “Reunión de Cante Jondo de la Puebla de Cazalla”, het festival in Casabermeja, de “Caracolá de Lebrija" en natuurlijk de "Gazpacho Andaluz" in Morón de la Frontera en het 19e Festival Pirineos Sur.
Potaje Gitano - Utrera / Gazpacho Andaluz - Morón de la Frontera / Caracolá - Lebrija
In juli en augustus werden er weer topvoorstellingen gedraaid in Granada in de serie voorstellingen onder de naam “Corral del Carbón”.
En natuurlijk het onvermijdelijke augustusfestival “Festival Internacional del Cante de las Minas: in La Unión (Murcia) dat dit jaar voor de 50e maal gehouden werd. Het optreden van Enrique Morente bleek vervolgens enkele maanden later een waardig afscheidsoptreden.
In augustus zorgde Madrid uiteraard voor zichzelf met een serie van optredens onder de naam “Jardines Sabatini”, terwijl in Cádiz er weer de wekelijkse voorstellingen “jueves flamenco” gehouden werden in het Baluarte.
In september was wederom de Bienal de Flamenco de Sevilla. Het megafestival was dit jaar iets beter te hebben, nu het aantal voorstellingen teruggebracht (!) was tot 56 in 3 ½ week. De prijzen “Giraldillos” voor de meest gewaardeerde artiesten werden deze keer o.a. gegeven aan María Pagés (danseres), Pansequito (zanger), Juan Carlos Romero (gitarist), Isabel Bayón (danseres) en Moraíto (gitarist). De Bienal werd geopend door Miguel Poveda en afgesloten door een optreden van Paco de Lucía.
In oktober werd het 19e Concurso Nacional de Arte Flamenco de Córdoba gehouden dat iedere drie jaar sinds 1956 plaatsvindt. Er waren dit jaar slechts twee winnaars; Antonio Mejía als zanger en Antonio Rey als gitarist. De dansprijs werd deze keer niet toegekend (men voldeed niet aan de eisen gesteld aan het winnen van de eerste prijs) door de jury.
In Granada vond vervolgens het “Festival Flamenco de Otoño” plaats met gedenkwaardige optredens van Juan Habichuela nieto, Juan Andrés Maya en Estrella Morente rond de tijd dat het slechte nieuws m.b.t. haar vader in Madrid werd ontvangen.
Het jaar werd afgesloten met de “Jornadas Flamencas de la Fortuna” (wedstrijd) die haar eerste prijs, de “Silla de Oro” toekende aan Isabel Guerrero (geen zus van Patricia) en daarnaast met het slotoptreden van Israel Galván die met zijn “Edad de Oro” het Cajasol programma 2010 in Sevilla afsloot.
In memoriam:
Half februari, terwijl we dachten dat hij de strijd tegen kanker zou gaan winnen, overleed de flamencozanger Fernando Terremoto Hijo.
Isabel Guerrero
Een maand later kwam de flamencodanser Rafael el Negro te overlijden, echtgenoot van Matilde Coral.
In november overleed Mario Pachoco de producer en oprichter van de platenmaatschappij Nuevos Medios die zoveel aanstormend talent een kans gegeven heeft.
Het jaar werd afgesloten op dit gebied met het tragische verlies van een groot zanger en vernieuwer: Enrique Morente.
Estrella Morente zingt tijdens de uitvaartdienst van haar vader, Enrique Morente
Er waren ook zaken te vieren zoals het eredoctoraat dat door de prestigieuze Berklee College of Boston werd toegekend aan Paco de Lucía. En verder werd voor de eerste maal het FFLAC georganiseerd; het Festival Flamenco de Cortometrajes (korte films). De winnaar werd Jesús Pulpón met de korte film “Síndrome de Pies y Manos”.
Zang:
Er kwamen natuurlijk ook nieuwe werken uit van groepen als “UHF” en “Son Aires de la Frontera” en de “Ensemble Hispánico Numen” waarmee duidelijk is dat flamenco-achtige muziek zonder helemaal door te slaan naar popmuziek nog steeds in de lucht zit.
Binnen flamencozang was er dit jaar weinig nieuwkomers te bespeuren. Wel is het vervelend te moeten constateren dat er nieuwe jonge zangers zijn die de commerciële kant op gaan maar tegelijkertijd zich wel zelf afficheren als flamencozanger en, wat nog veel ergerlijker is, een plek innemen tijdens flamencovoorstellingen. Er zijn wel een paar jongeren die we in de gaten moeten houden: David Palomar, El Londro en Rosario la Tremendita. Zij hebben allemaal een eigen CD dit jaar op de markt gebracht. Tremendita vind ik persoonlijk de minste van de drie; het komt op mij meer over als “liedjes zingen” i.p.v. flamenco zingen.
Londro en Palomar’s stemmen geniet ik al langer van, m.n. bij optredens van Mercedes Ruíz waar ze beiden vaker als zanger ingezet werden. Londro “vast” en David geregeld. Daarnaast kwam er een CD uit van Fernando Terremoto, ná zijn overlijden. De CD lag al klaar om gebrand en uitgegeven te worden toen hij plotseling overleed.
De gevestigde namen / sterren brachten ook nieuwe CD’s uit, maar die waren niet in de categorie “traditionele flamenco” te plaatsen. Zowel Pitingo, Cigala en José Mercé brachten zeer commercieel werk uit.
Laatste CD Fernando Terremoto
Het meest degelijke werk kwam van Marina Heredia en Cancanilla de Marbella / Málaga. Er kwam ook een kwalitatieve goede CD uit van het laatste optreden van Camarón, omgeven door wel erg veel merchandisingmateriaal.
Gitaar:
Voor gitaar was 2010 een goed jaar. En dat is opvallend te noemen, nu gitaarmuziek altijd een gevecht moet leveren om op de markt gebracht te worden, zowel in makkelijke- als in moeilijk economische tijden. Dit jaar waren er een paar uitgaves. Noemenswaardig zijn de CD’s van gitaristen als Diego del Morao, Juan Diego, Flavio Rodrigues en Caroline Planté; waarbij de laatste de eerste vrouwelijke gitarist is die een soloCD flamencogitaar uitbrengt.
Van de zwaargewichten brachten alleen Cañizares en Tomatito een nieuwe CD uit, waarbij Tomatito er gelijk een Grammy mee won. Ook Pepe Habichuela, Juan Carlos Romero en de Franse gitarist Juan carmona brachten goed werk uit. Als je daarbij optelt de CD’s van Jorge Berges, Daniel Caseres, Raimundo Amador en David Tavares dan is het een goed gitaarjaar te noemen.
DVD:
Op DVD-gebied was het dit jaar relatieve armoede; er kwamen maar zeer weinig DVD’s uit, buiten de instructie-DVD’s; Torero van Antonio Canales en “Coplas de Querer” van Miguel Poveda (toch ook niet echt flamenco te noemen…). De toenemende introductie van flamenco op scholen en op conservatoria doet de vraag – en het aanbod – naar instructie DVD’s groeien. Er werd materiaal uitgebracht voor bassisten, palmeros, dansers en pianisten.
Boeken:
Flamencoboeken waren dit jaar vooral gericht op dans. Zowel biografisch werk, zoals een boek over Carmen Amaya, of boeken over dans zelf.
Op dat gebied is er een marktleider; José Luís Navarro, die o.a. dit jaar een vijfdelig werk heeft uitgebracht; “Historia del Baile Flamenco”. José Luís Ortiz Nuevo bracht een herdruk uit van zijn “Alegato contra la pureza” en we werden verrast met de uitgave “Juego y Teoría del Duende” van Federico García Lorca.