Peret overleden

29 augustus 2014:
Er komt geen einde aan de overlijdensberichten, lijkt het wel.

De Catalaanse zanger, Pedro Pubill Calaf – beter bekend onder zijn artiestennaam "Peret" - die eind juli opgenomen werd en in slechte toestand in het ziekenhuis Quirónin Barcelona heeft gelegen, overleed woensdag 27 augustus op 79-jarige leeftijd aan de gevolgen van longkanker. De afgelopen dagen werd hij in een slaaptoestand gebracht en gehouden totdat hij uiteindelijk kwam te overlijden.

Bekend geworden als de vader van de Rumba Catalana en uitvinder van de gevierde “ventilador” (wijze van aanslaan van de gitaar) overkwam hem de ziekte blijkbaar als een verrassing, want hij had net aangekondigd dat hij binnenkort zijn eerste volledig Catalaanse album zou uitbrengen en gelijktijdig was hij aan de afronding begonnen van een anders Spaanstalig album. Op 30 juli j.l. maakte hij zelf bekend dat hij kanker had, maar had er, op basis van berichten van de artsen, alle vertrouwen in dat hij na zijn behandelingen weer terug zou keren op het podium.

Hij werd op 24 maart 1935 geboren in Mataró (Barcelona) en woonde tot zijn vierde jaar in Los Corrales. Hij was zoon van een lakenhandelaar en hielp zijn vader daarbij, hoewel hij ook als stoffeerder, timmerman en op een autokerkhof werkte.
Hij had zijn eerste zangoptreden op zijn 12e jaar in het Tivoli theater in Barcelona. Vanaf dat moment werkte hij hard aan het perfectioneren van zijn gitaartechniek waarna hij de zgn. Rumba Catalana creëerde. De eerste drie jaar werkte hij samen met de zangeres La Camboria en vanaf 1957 kreeg hij succes en de bijnaam “Koning van de Rumba”. In dat jaar trouwde hij ook.
In 1962 nam hij zijn eerste plaat op die bestond uit de nummers “Avé María”, “Lola” en “Recuerda”. In 1974 nam hij namens Spanje deel aan het Eurovisie Songfestival met het nummer “Canta y sé feliz” waarmee hij een negende plek behaalde.
Na een goddelijke openbaring in 1982 verliet hij de muziek om zich op het geloof te storten. Hij trad toe tot de Evangelische Kerk en werd opnieuw gedoopt onder de naam Pastor.
Begin jaren negentig verliet hij de kerk omdat hij het niet eens was met enkele organisatorische en managementaspecten en begon het evangelie te verkondigen zonder aangesloten te zijn bij een bepaald kerkgenootschap.

Eind jaren negentig werden zijn hits opnieuw uitgebracht waarbij sommige liedjes opnieuw gemixt werden met een discobeat eronder. In maart 1991 keerde hij vervolgens terug in de muziek met het album “No se pué aguantar” en aan het einde van dat jaar begon hij ook een radioprogramma onder de naam “Rumbeolas”. In 1992 speelde hij op de slotceremonie van de Olympische Spelen en in de volgende jaren bracht hij albums uit en trad veel op. In 1995 speelde hij mee in de film “Alma Gitana”. Dezelfde film waarover ik schreef in nagedachtenisnieuws n.a.v. het overlijden afgelopen week van Timo Lozano: de schrijver van het verfilmde verhaal!

In 1997 trok hij zich opnieuw terug uit de muziekwereld om er vervolgens in 2007 terug te keren met het album “Que levante el dedo”, een sociaal protestalbum opgedragen aan prostituees.
In 2008 ging hij van zijn vrouw, Fuensanta Escudero, scheiden en wérd hij onderscheiden met de Medalla de Oro al Mérito Artísticovan de stad Barcelona. Hij maakte albums en toerde door Spanje in 2012.
In Nederland werd hij bekend met het nummer “Borriquito”.