Recital van Jeromo Segura
27 februari 2014:
We begonnen de avond in het Palacio Villavicencio met een indrukwekkende minuut absolute stilte ter nagedachtenis aan Paco de Lucía, die de voorgaande avond overleed.
Ik keek uit naar het akoestisch optreden van Jeromo Segura. Des te meer viel het tegen.

Ik heb hem nu een aantal keren horen zingen en dat beviel mij altijd heel goed. Maar hij (b)lijkt anders te zijn gaan zingen. In een interview in de lokale krant meldde hij dat hij zo dankbaar was voor de gevolgen van het winnen van de Lámpara Minera afgelopen jaar in La Union. Daarmee was hij nu méér gevraagd als solozanger dan als dansbegeleidingszanger, en dat was een heel verschil met de tijd vóór het winnen. Ook zijn solo-CD had dat niet kunnen veranderen, maar Cante de las Minas dus wel. Ik heb echter het gevoel aan het optreden overgehouden dat de verantwoordelijkheid van het winnen van de Lámpara Minera op zijn schouders drukt. In die zin dat hij nu méér “kwaliteit” wil leveren, maar daarmee meer flamenco de deur uitgooit. Het lijkt opeens allemaal wat mooier (geprobeerd) en de vibrato in zijn stem ging bij het begin van de voorstelling erin en volgens mij heeft hij die tot aan de kleedkamer na afloop erin gehouden. Dan kan het vibreren van een stem uiteindelijk ook gaan irriteren... De flamencopalos die hij zong werden opeens allemaal “gladder” en meer ingestudeerd (ik weet ‘t, ze studeren ze allemaal in) en als hij meer kracht moest zetten kwam er een bepaalde rare blik in zijn ogen (ik suggereer niks, ik constateer); nee, het kon me niet bekoren, jammer dus.
Als het festival de video vrijgeeft van het optreden gisteren, plaats ik die..
Verder had hij twee zingende palmeros meegenomen. Ik heb die jongens – een tweeling – ook vaker gehoord als ze palmero waren bij Arcángel. Voordat je het weet ben je een soort van popliedje aan het zingen. Hij gaf ze steeds een duidelijk signaal en dan móchten ze weer. En aan het einde, bij zijn afsluitende bulería, gingen ze door elkaar heen zingen. Dat kán een aardig effect geven, maar Jeromo kan in akoestische zin natuurlijk nooit twee man overstemmen; m.a.w., je hóórde alleen nog de twee palmeros en zág Jeromo’s mond bewegen.
De gitarist, Salvador Guiterez, kon me ook al niet blij maken. Een hoop gepingel en gestreel en weinig flamencodrive.
Nou, de volgende keer beter. Oh ja, ik was natuurlijk wel weer in de minderheid. Er was een man of 90 publiek (dat betekent bijna uitverkocht in het Palacio) en de meerderheid gaf hem een staande ovatie...
|