De zaakjes van Joaquín Grilo
10 maart 2014:
Joaquín Grilo droeg zijn voorstelling op aan maestro Paco de Lucía. Tussen 1994 en 1999 deelde hij het podium met Paco als lid van zijn groep. Met de woorden: “Uit het diepst van mijn ziel: ik draag je altijd in mijn hart en vergeet je nooit…bedankt voor alles, maestro. Opgedragen aan mijn grote vriend en meester Paco de Lucía”, aan de grote gitarist uit Algeciras, een onherstelbaar verlies voor de flamencowereld, droeg Joaquín Grilo zijn “Cositas mías”, de premièrevoorstelling afgelopen zaterdag in het Teatro Villamarta, waarmee het flamencofestival officieel werd afgesloten, op. Het eigenlijk afsluitende optreden stond echter nog gepland voor middernacht: in Sala Paúl door Capullo de Jerez, maar dat terzijde.

De voorstelling zou een verrassing voor iedereen worden: niet omdat het een verrassend optreden werd, maar omdat er door omstandigheden geen communiqué uitgegeven was en Grilo niet bij de persconferentie aanwezig was. Nu het een premièrevoorstelling betrof, wist dus niemand wat het ging worden.
Net als in zijn vorige voorstelling “La mar de flamenco” begon hij ook deze keer met Alegrías waarmee een muzikale reis startte die hem via Moorse geluiden naar de Cantes de Ida y Vuelta voerde. Hij liet zich leidden door zijn innerlijke stem en volgde zijn gedroomde weg op zoek naar zijn persoonlijke schat. En die persoonlijke schat moest men waarderen via zijn dans; daar heb je niet van terug, he...

Hij is een danser die buiten het gebruikelijke beweegt. Niet altijd gewaardeerd, in ieder geval niet (meer) door mij. De muziek vindt hij altijd erg belangrijk en hij had die avond de pianist David Peña ‘Dorantes’ en de zangeres Remedios Amaya uitgenodigd. Zijn groep werd gecompleteerd door de zang van Makarines, de gitaar van Juan Requena, de percussie van Paco Vega, de viool van Faiçal Kourrich en de palmas van Carlos Grilo en Diego Montoya; opvallend Carlos Grilo weer zonder zijn vaste palmasmaatje Luís el Cantarote.
De voorstelling was niet geweldig: er was te weinig verband tussen de onderdelen. Zo zong Remedios Amaya alsof ze een recital verzorgde in plaats van onderdeel van een voorstelling was, begreep niemand de Sevillanas ter ere van een stierenvechter die gezongen werd door Makarines. Het voetenwerk van Grilo was goed en muzikaal, maar zijn dansen – met “onmogelijke armen”, alsof hij dronken was – is een ontwikkeling die Grilo doorgemaakt heeft waarvan je je moet afvragen wanneer iemand hem duidelijk maakt dat hij daarmee moet stoppen…

Als afsluiting tilden alle armen een gitaar op ter ere van Paco de Lucía. Hiermee zorgde hij ervoor dat dit het laatste beeld is wat op ons netvlies zal blijven staan. Een emotioneel afscheid. En op de juiste plek, daar waar Paco in 1962 een speciaal voor hem gecreëerde prijs kreeg, in datzelfde Teatro Villamarta.
|