En la Memoria del Cante: 1922
28 februari 2014:
De laatste 2 voorstellingen hebben we gisteravond kunnen bezoeken van het festival. Ik zit in het vliegtuig op weg naar Nederland als ik dit schrijf in de wetenschap dat rond dit tijdstip Paco begraven wordt.
We gingen dus ook voor het laatst dit jaar gisteravond naar Teatro Villamarta.
Op het programma stond het ballet flamenco de Andalucía onder leiding van Rafaela Carrasco met de voorstelling "En la Memoria del Cante: 1922". Je wéét dan vantevoren dat de voorstelling spaanse dans en flamenco bevat, dus ik zal niet gaan zeuren over te weinig flamenco: dan had ik niet moeten gaan.

Rafaela na afloop van de persconferentie met Antonio Rey (l) en David Lagos (r)
Rafaela Carrasco heeft onder Mario Maya zélf gedanst in deze companie. Maar nu had ze dus meer verantwoordelijkheid: dansen én leiding geven. Ze vertelde tijdens de persconferentie dat de voorstelling gaat over belangrijke personen in de flamenco zoals El Tenazas, Manuel Torre, Caracol, Ramón Montoya, La Niña de los Peines, La Gazpacha, Antonio Chacón, Federico García Lorca en de danseres La Macarrona. De voorstelling – en destijds de wedstrijd in 1922 – was ter ere van de cante jondo met de bedoeling deze niet in de vergetelheid te laten geraken. Verder zit haar persoonlijke visie er in m.n. aangaande Ramón Montoya en Antonio Chacón. Zelf zou ze een deeltje dansen als La Macarrona.
In de voorstelling zitten o.a. als dansers Ana Morales, David Coria en Hugo López als solisten, een corps de ballet / cuerpo de baile waarin o.a. zitten: Eduardo Leal en Alberto Sellés. De zang komt voor rekening van het duo Miguel Soto 'Londro' en Miguel Ortega die op gitaar begeleid werden door Juan Antonio Suárez 'Cano' en Jesús Torres.

De jury van de wedstrijd in 1922 stelt zich voor: López, Coria en Morales
Het werd een wat langzame voorstelling; een soort van smeulend vuurtje waar maar niet écht de fik in wilde slaan. Er zat weinig vaart in en de verschillende onderdelen wisselden elkaar dan ook bijna kabbelend af. Er waren wel een aantal mooie momenten. Zo was de Rondeña van Ramón Montoya waarin er 6 dansers de 6 snaren uitbeelden van de gitaar en ze beweegden op de gitaaraanslag origineel gevonden en mooi uitgevoerd.
De zang was wederom goed vertegenwoordigd die avond: Miguel Ortega, die ik afgelopen week al een keer hoorde en mooi vond zingen, bracht een ingewikkelde Soleá die hij in Caña over liet gaan (dat hoor je niet vaak) en Londro zong ook als vanouds: mooi.
De dans kon me niet zo bekoren; ik ben niet zo gek op de balletachtige uitvoeringen en daar waren er vanavond genoeg van. Maar ook de solisten konden me niet bekoren, met uitzondering van Ana Morales; zij danste op saeta (ook niet gebruikelijk om te zien) en deed dat erg goed en mooi.

6 dansers die in hun bewegingen de 6 gitaarsnaren uitbeeldden
De voorstelling werd door Rafaela Carrasco zélf afgesloten; ze verbeeldde La Maccaronna en dat was niet makkelijk, Ze moest een erg oude stijl neerzetten (die ze uit beschrijvingen had, beeldopnames zijn daar niet van) en je zág gewoon dat dat niet in haar “systeem” zit: zij is juist van de modernere bewegingen, dus het kwam op mij over als een soms pijnlijke worsteling. Weet ze ook weer eens hoe het bij haar leerlingen voelt als die in haar lessen staan... Ik hoorde wel links en rechts het commentaar dat men het jammer vond dat ze niet méér zelf gedanst had: dat waren we gewend geworden. Zo deed Cristian Hoyos dat voorheen standaard en ook toen recentelijk Ruben Olmo de artistieke leiding had was die bijna niet van het podium te slaan. Rafaela had zich echter vooral van haar choreografische zijde laten zien en kwam dus aan het einde nog even zelf op; het is een keuze.
De voorstelling eindigde zoals die destijds in 1922 ook beëindigd werd: met een heftige onweers- en regenbui, mooi via de belichting uitgebeeld.
|