|
Manuel Liñán als nomade in Jerez
7 maart 2014:
Gisteravond was het de beurt aan Manuel Liñán die al eerder het hoofdpodium beklom toen hij met bata de cola in de voorstelling van Belén Maya danste (tot mijn ergernis).
Hij kwam met zijn nieuwe voorstelling “Nómada” en dat deed al vermoeden dat flamenco weer naar de slachtbank geleid werd... Toch was het iets anders. Hij was slim genoeg om m.n. een hoofdrol te geven aan de zang, en in de tweede én derde plaats ook zang: Miguel Ortega, Miguel Lavi en David Carpio. Daardoor was het vaak niet zo dat er gezongen werd voor de dans, maar er gedanst werd op de zang.

In de voorstelling die 90 minuten duurde leek hij meer ideeën te hebben dan er in de voorstelling pasten. Mooi was zijn Soleá por bulerías die hij danste zonder muziek, geen palmas, geen cajón, niks. Zo ook een mooie seguiriyas waarin hij in zijn bewegingen deed denken aan een stierenvechter. Er werd veel gedanst, veel gezongen en er was veel te zien waarbij zijn creativiteit hoogtij vierde. Een mooie Rondeña zonder een saai moment en geweldig gitaarwerk van Victor Márquez “El Tomate” en Fran Vinuesa.
Wat tijdens de voorstelling opviel was de belichting: die was voor het eerst dit festival erg goed en maakte dat je goed diepte op het podium kon zien.
Hij sloot af met zijn inmiddels meer dan bekende Caracoles in bata de cola en met mantón. Je moet er van houden; quod non.
Het publiek gaf hem het hardste applaus dat dit festival geklonken heeft...
|
|