Maizenita en Canela in het Palacio

25 februari 2016:
Om 18:45 uur kwam ik aan in het Palacio Villavicencio waar vanaf 19:00 twee relatief nieuwe artiesten voor het eerst hun opwachting maakten in het Festival de Jerez: Maizenita en José Canela.
Maizenita begon. Ik had van hem alleen gehoord dat hij Bask is, dat is binnen de flamencowereld ongebruikelijk, sinds 2010 in Jerez woont en dat hij begin 2015 zijn debuutalbum uitbracht onder de naam “Tierra Nueva”. Zijn bijnaam “Maizenita” heeft hij overgehouden toen hij als kind zijnde zingend in de keuken een lade opentrok een een pak maïsmeel (harina de maíz) over zich heen kreeg. Ik kwam er via internet achter dat zijn eigenlijk naam Lander Egaña is en dat hij in Jerez “El Niño de la Ría” genoemd wordt. Zelf houdt hij het ’t liefst bij “Maizenita”.
Hij werd verwelkomd met een applaus toen hij het zaaltje binnenkwam en naar het podium liep. Hij liep samen met zijn gitarist José Ignacio Franco en de twee palmeros, José Peña en José Rubichi: blijkbaar valt hij op een dergelijke voornaam…

Maizenita (foto: J. Fergo / Fest. de Jerez)
Hij begon met Soleá por Bulerías en vervolgde met Seguiriya, Fandangos en sloot af met een Bulerías die hij aan zijn moeder opdroeg. Een beetje logisch dat hij dat juist voor zijn moeder deed, want een tijdje geleden las ik ergens in een interview met hem dat zijn moeder zijn artistieke muzikale drang begreep in tegenstelling tot zijn vader, die n.b. in diverse bandjes gespeeld heeft.
Hij heeft een aangename zangstem, beetje nasaal, niet erg krachtig, maar wel een mooie, niet rauwe flamencostem. Het klinkt misschien gek om te zeggen, maar de beschrijving “ronde stem” kwam in mij naar boven; niet scherp, niet hard, prettig. Mooie uithalen. Kortom, iemand van wie ik de CD ga kopen.
Maizenita
Vervolgens was het de beurt aan José Canela.
José heet natuurlijk niet echt Canela (Spaans voor “kaneel”, ook een zigeunerbegrip), maar José Segovia Cortés. Hij is zoon van de vorig jaar overleden Canela de San Roque, waarmee het mysterie van zijn artiestenachternaam ook meteen opgelost is. Ook hij bracht in 2015 zijn debuutalbum uit, “Un romance con el Cante”.
Hij werd hartstochtelijk begroet door een paar doorgewinterde fans in het publiek: waar Maizenita een soort van thuisvoordeel had, kwam José vanuit San Roque gereden om hier op te treden. Hij had wel een Jerezaanse gitarist aan zijn zijde: Manuel Jero. En uiterlijk meelevende en emotionele gitarist: als je hem ooit ziet tijdens een live-optreden snap je wat ik bedoel. Ik heb hem nu een paar maal gezien en hij is – naast dat hij goed speelt – ook leuk om mee te maken. Zijn bijnaam is “Jerito” en hij is de zoon van de sympathieke en goedlachse Jerezaanse gitarist Niño Jero. Is het ontstaan van die bijnaam ook gelijk verklaard.

José Canela (foto: J. Fergo / Fest. de Jerez)
Canela kwam het afgelopen jaar in het nieuws eigenlijk kort voor het overlijden van zijn vader. Hij bracht ergens in mei 2015 zijn debuutalbum uit en zijn vader overleed in augustus. Het leek wel alsof de wacht werd overgenomen, zo kort op elkaar. Maar goed, hij voelt die erfenis vast wel, want zijn vader was een gewaardeerde zanger.
Hij begon zijn deel met Alegrías en vervolgde met Soleá por Bulerías, Seguiriyas, Fandangos en ook hij sloot af por Bulerías.
Hij is wat ouder dan Maizenita en is ook wat verder ontwikkeld qua stem. Mooi geluid en ook hij was voor mij aangenaam om naar te luisteren. En inderdaad: ook zijn debuutalbum zal ik gaan aanschaffen.
José Canela
Het was het waard geweest om erheen te gaan: fijn!
|