|
CD recensie “El Atlante” van Cano
door Rezar Dominguez
Deze nieuwe release (dec 2012) van Juan Antonio Suárez “Cano” is geen gewone flamencogitaaropname. Cano is ook niet makkelijk in een hokje te stoppen; Contemporary, Avant-Garde… Hij is niet “alleen een flamencogitarist”.
Alhoewel zijn composities leunen op de flamenco, suggereert hij veel nieuwe wegen. Een absolute Kubist.
Hij brengt nu zijn 3e solo album uit “El Atlante” waarover deze recencie gaat. De CD verschilt van zijn vorigen door de afwezigheid van andere musici. Canito brengt je dit album alleen, persoonlijker, eerlijk.
Zoals ik eerder schreef; geen conventioneel flamencogitaaralbum. Zijn savoir-faire is zijn paspoort geweest voor de samenwerking in zijn verleden met allerlei topartiesten. Wat hem heeft gevormd, wat hij hier uit.
Hij balanceert tussen introspectie en extravertie. Hij probeert niet vernieuwend te zijn in zijn spel maar laat de muziek gewoon uit zich vloeien. Cano is een muziekliefhebber van alle muziekstijlen. Een citaat: “In muziek wil ik alleen maar helemaal vrij zijn…”
De CD “El Atlante”:
Hij begint gelijk met de albumtitel: “El Atlante” (5.22 min.) in de vorm van een Rondeña.
Voor gitaristen: |
Voor deze stijl stem je je 6e snaar van E omlaag naar een D en de G- snaar omlaag naar F#. Dit is een traditionele stemming die al afstamt van Don Ramon Montoya de vader van de Flamenco gitaar. Cano gebruikt hier geen capo. |
De compositie doet iet wat traditioneler aan dan bijvoorbeeld zijn andere stukken op deze CD. Een hele subtiele beheerste tremolo, rauwe picados…
Op 3.13 min. in compas. Een mooie compositie.

Vervolgens “4 x Bulería” (5.54 min.) wat een persoonlijke bewerking van Cano is op “Quatro Muleros” van Frederico García Lorca (1898-1936). Lorca (Dichter) schreef zelf de piano bewerking.
Verwacht geen traditionele Bulería maar meer klassiek als bijvoorbeeld Impetu.
Voor gitaristen: |
Hij begint met het thema in A groot zonder Capo. In het midden horen we zijn eigen phrases waar we opeens ook lydische klanken horen zoals een Amajeur7#11.
Speciale rasgueados die een beetje doen denken aan Al di Meola. Dan weer picados, frygische vlagen zelfs in A mineur enkele kwartstapelingen (quartal harmony) |
Één ding is zeker hij swingt wanneer hij maar wilt.

Als 3e track “Lágrima” (traan), een canción por Soleá (opgedragen aan Rafael Riqueni).
Hier gaan we op avontuur!
Voor gitaristen: |
Stem je 6e snaar omlaag tot een B (!) en de toonsoort is B frygisch zoals een Granaina. |
In dit nieuwe veld brengt Cano ons met fantastische harmonieën in een sprookjesachtige sfeer met een romantische weemoed.

“Soft & Suin” (4.35 min.) wat betekent "zacht en zonder 2e gedachte", is een Rumba opgedragen aan Paco de Lucía. Dit is een van de meer experimentele tracks op dit album.
Voor gitaristen: |
Toonsoort is Bmineur (F# frygisch) zonder capo. Octaaf-intervallen, modulaties, Andy McKee-achtige string slapping (rechterhand) maken hier weer tal van nieuwe mogelijkheden. Een mooie 3dubbele Arrastre veel vrijheid in zijn ritme van ad libitum naar “swing”. |
Ook zijn toon is uitgebreider dan de gemiddelde gitarist: van heel klein, zelfs af en toe klassiekachtig tot super rauw waar hij menig maal zo hard aanslaat dat de gitaar behoorlijk resoneert. Zeg maar het gaspedaal tot op het metaal…! Zijn rasgeos doen mij soms ook een beetje denken aan Pata Negra, aan Raimundo Amador (zonder plectrum).

De 5e compositie heet “Por que?” (6.30 min.) en is een Minera.
Voor gitaristen: |
in G# frygisch hier heeft hij een capo op 1e positie. Heel mooi lyrisch, rustig maar stevig. Enkele snoeiharde picados eindigen in gecontroleerde bends. Harmonisch weer een aantal traktaties zoals bv ergens een II-V-I in mineur wordt gesuggereerd: D#mineur7b5 naar G#dominant zou je verwachten naar C#mineur (I)
Maar hij lost op naar E frygisch dominant met een b9….! Moeiteloze modulaties, altered accoorden en voor je het weet zit je in de toon van Taranta! Een mooie tremolo op bv 3e snaar waarin hij versnelt. In zijn accoorden hoorde ik tot de 17e fret 1e snaar. Maar ik heb gezien op youtube dat hij om 1 of andere reden gitaren met een cut-away prefereert…. Terwijl hij niet veel over de 12e fret gaat. |
Ik persoonlijk had ook zeker op de dynamische gedeeltes een wat traditionelere concert flamencogitaar geprefereert.

De 6e compositie getiteld: "Viaje de Regreso" (retour) is een Bulería.
Voor gitaristen: |
Ook hier heeft hij weer de 6e snaar naar een lage B gestemd. Geen capo. Veel ademruimte valt op terwijl het toch een ritmische pulse heeft. Op 2.26 min. barst een grandioze rasgeo uit op alleen de bassnaren, tot op een gegeven moment alleen op de 6e snaar! Leuke pedal-tone ideeën en interessante arpeggios op de bassnaren. |
En wederom in die mal van Cano, absoluut herkenbaar ondertussen als zijn persoonlijke stijl.

Vervolgens een Nana (wiegelied) getiteld: “Orlinda” (opgedragen aan Miriam).
Zonder capo in de toonsoort van A mineur. Modulatie…A majeur… het eindaccoord ; Abmineur…?!!!

De 8e en laatste track is een Taranto getiteld: “Hermosa” (Mooie).
Geen capo en een heel herkenbaar Canito: niet de gangbare paden. Krachtige passages afgewisseld met zoete klanken. Ontzettend veel mooie en interessante ideeën.

Conclusie: Juan Antonio Suárez Cano is een interessante Catalaanse gitarist die niet probeert modern te doen om modern te doen. Hij is geen verfijnde concertista maar dat beweert hij ook niet te zijn. Hij wil vooral plezier en eerlijkheid in zijn muziek die hij zo voelt.
Zoek je een “echte” flamenco CD waar duidelijker compas etc. in zit, dan is dit mischien niet de juiste keuze. Maar als je iets nieuws wilt horen, wat mischien niet helemaal conventioneel flamenco is, maar wel de interesante nieuwe suggesties van deze Flamenco; Juan Antonio Suárez Cano, dan is dit je CD.
Rezar Domínguez
|
|