Op 8-jarige leeftijd begon hij met het spelen van basgitaar. In 1983 speelde hij bas in een Argentijnse rockband in zijn buurt en in verschillende Argentijnse folk-fusiebandjes.
Op 18-jarige leeftijd ging hij er serieus mee aan de slag en begon praktijklessen te nemen van de bassist Bucky Arcella, naast het volgen van lessen muziektheorie en harmonieleer bij een jazzschool.
Mariano Martos
In 1989 ging hij naar Parijs en van daaruit reisde hij door naar Spanje, Galicië. Hij speelde in diverse orkesten in Ourense en nam lessen bij de Estudio Escola de Música in Santiago de Compostela.
Twee jaar later ontmoette hij de flamencogitarist Marcos Teira waar hij samen mee begon te spelen en dus ook flamenco begon te leren. Hij werd opgenomen in het “Marcos Teira Cuarteto” en tourde daarmee rond. Daarnaast was hij inmiddels zover dat hij zélf lessen begon te geven in een eigen studio.
In 1994 verhuisde hij naar Barcelona en nam baslessen bij Carles Benavent en Rafael Cañizares.
In 1997 werd hij door Juan Manuel Cañizares gevraagd om lid te worden van zijn groep samen met Rafael Cañizares, Domingo Patricio en Roger Blavia.
Verder speelde hij nog met Enrique en Estrella Morente, Montoyita, El Paquete, el Negri, El Bandolero, en in grotere projecten en optredens zoals bij Miguel Poveda, Duquende, Blas Córdoba, Juan Gómez “Chicuelo”, Juan Ramón Caro, Guillermo Mc. Guill, etc.
Hij combineerde de optredens met het geven van lessen over de hele wereld. In 2002 bracht hij een eigen album uit: “Un compás antes que suene el despertador” en hij begon met het produceren voor andere artiesten op zijn eigen label (opgericht in 1999) “MaMa Producciones”.
Hij speelde op het album “Cante i orquesta”, onder regie van Miguel Poveda, Chicuelo en J.A.Amargós.
Hij tourde vervolgens met flamencogitarist Juan Gómez “Chicuelo”, en speelde mee op diens album “Diapasión”.
In 2008 bracht hij zijn eerste flamencoboek uit: “Flamenco bass method” waarvan het tweede deel in februari 2013 uitkwam.