| |
Juan Parilla
| Artiestennaam: |
Juan Parilla |
| Eigenlijke naam: |
Juan Fernández Gálvez |
| Geboren: |
In 1968 in Jerez de la Frontera, Cádiz |
Juan Parilla en zijn broers Manuel en Bernardo
Juan Parilla is de zigeunerzoon van gitarist Juan Parilla en neef van zijn oom Parilla de Jerez en speelt dwarsfluit.
Op zijn dertiende jaar is hij begonnen met het leren spelen op een dwarsfluit op het Conservatorio de Jerez de la Frontera.
Juan Parilla en Antonio Canales
|
Halverwege de jaren 80 ging hij naar Madrid waar hij zijn muziekstudie vervolgde bij Andrés Carréres, solist bij het Nationaal Orkest van Spanje.
Hij formeerde samen met zijn twee broers, Manuel en Bernardo een trio; Trío Alburejo, dat echter maar een kort bestaan leidde.
Hij was medeoprichter van de groep Amalgama waar hij een CD mee opnam; de groep heeft helaas alweer opgehouden te bestaan.
Geregeld is hij de muzikaal directeur geweest van voorstellingen.
Hij heeft samengewerkt met artiesten als Manolo Sanlúcar (“Ocho monumentos andaluces” en diens CD “Tauromagia”), Vicente Amigo, Enrique de Melchor, Tomatito, La Tati, Lola Flores, Joaquín Grilo, Antonio Canales, Diego el Cigala (“Entre vareta y canasta”), Jose Mercé (“ Del amanecer” en “Lo que no se da”), Carmen Linares (“La luna en el río” en “Canciones populares antiguas”), etc. |
In 2000 hebben ze als trio (met zijn 2 broers dus) nog een album uitgebracht. Hij is een veel gevraagd artiest.
DVD:
2009: Metodo flamenco para instrumentos melódicos
CD's waaraan hij heeft meegewerkt:
1990: Motivo (Sorderita)
1990: Pessoa flamenco (Vicente Soto)
1991: Hondas raíces (José Mercé)
1992: Cuchichi (Enrique de Melchor)
1994: Desnudando el alma (José Mercé)
1996: Ocho monumentos Andaluces (Manolo Sanlúcar)
1996: La Luna en el río (Carmen Linares)
1997: Canciones populares antiguas (Carmen Linares)
1998: Arco de las Rosas (Enrique de Melchor)
2000: Entre vareta y canasta (Diego el cigala)
2002: Pa’ saber de tu querer (José Mercé)
2005: Raiz Flamenca (Enrique de Melchor)
2007: El ultimo beso (El Negri)
|
|
