Ten tijde van zijn overlijden was hij zelf alleenstaande weduwnaar en vader van een dochter, Gloria, die geboren werd uit zijn laatste relatie, met een Nederlandse vrouw.
Miguel werd geboren in een eenvoudige familie in Granada. Hij verhuisde met zijn familie vanuit Granada naar Madrid.
Hij huurde in 1979 een pand, voorheen een bloemisterij en daarna de Peña Flamenca Chaquetón, op de hoek van Calle del Olivar en Calle del Olmo (Calle del Olmo 2) in de barrio Lavapiés. Daar vestigde hij een bar.
Bar Candela
Hij was zelf verslingerd aan flamenco en bezat ook veel kennis. Daarom maakte hij er ook een flamencobar van. Er werd vrijwel uitsluitend flamencomuziek gedraaid en artiesten bezochten zeer geregeld de bar. Artiesten die optredens hadden in Madrid gingen na afloop daarvan naar de bar. Er brak dan nogal eens een feestje los dat tot in de vroege morgen duurde en plaatsvond in de kelder (la cueva) van de bar. Er stond een portier in de bar voor de deur naar de kelder en het was zeker niet zo dat iedereen die de bar bezocht ook de kelder in mocht om een dergelijk uniek feestje mee te maken.
Die kelder werd door de artiesten gezien als een plek om samen muziek te maken en waar ze “onder ons” konden zijn, o.a. dus een gevolg van het “toelatingsbeleid”.
Naast de ingang zat gedurende vele jaren Miguel’s moeder, Gloria, die een aparte "antenne" bezat voor mogelijke problemen en seintjes gaf als er in de bar ergens problemen dreigden tussen gasten, waarna dat in de kiem gesmoord kon worden. Daardoor zijn er nooit echt grote problemen in de bar geweest.
Natuurlijk was drugsgebruik van de gasten in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw een bedreiging, want er werd door de autoriteiten in Spanje hard tegen op getreden.
Een blik in Bar Candela, waar je ook even een broer, ze en zijn moeder ziet
Het moeilijkste moment was in 2000. Waarschijnlijk werd er al met scheve ogen naar de succesvolle en druk bezochte bar gekeken en de bezoekers die er kwamen. Die waren dan ook van allerlei pluimage; artiesten, kunstenaars, bekende society figuren, toeristen maar ook halve en wellicht hele criminelen. Waarschijnlijk verwachtte men wapens en drugs aan te treffen, maar toen men op een nacht, om 02:45 uur, met 30 politieagenten de bar overviel en de aanwezige 120 gasten aanhielden – waaronder de groepsleden van Navajita Plateá, de flamencogitarist Tomatito, een deel van de leden van het dansballet van Sara Baras en de flamencozangeres La Tobala – vond men geen wapens en een klein beetje softdrugs bij één gast.
Desondanks sloot de gemeente de bar. Miguel startte direct een actie en trommelde vele tientallen artiesten, schilders, acteurs, schrijvers, dansers op en publiceerde een door hen ondertekend manifest van verontwaardiging. Na drie dagen ging de bar weer open…
In flamenco-optredens en opnames werd er ook een aantal malen verwezen naar Candela. Zo spreekt “El Barrio” erover in zijn nummer “Yo mismo” op zijn CD “La Fuente del Deseo” waarin hij vertelt hoe hij berooid in Madrid aankomt en de bar bezoekt. Ook een complete dansvoorstelling van Joaquín Grilo, “La Noche”, gaat over het leven en de voorvallen in de bar Candela.
Mensen als Enrique Morente en Diego Cigala bezochten de bar vrijwel wekelijks. Sabicas, als hij in Madrid terug van tournee was, bezocht de bar dagelijks.
Miguel Candela en Paco de Lucía
Ook Camarón, Paco de Lucía, Fernanda en Bernarda de Utrera en bijv. de groepsleden van Ketama bezochten destijds veelvuldig Candela. Ze werden allemaal bekenden en sommigen, zoals bijv. Enrique Morente, goede vrienden van Miguel.
Miguel werd “Miguel Candela” of “Miguelito Candela” genoemd, naar zijn eigen bar.
Ook andere kunstenaars bezochten de bar in toenemende mate zoals Pina Bausch en de filmregisseur Pedro Almodóvar.
Bij zijn overlijden in 2008 stond hij op het punt 49 jaar te worden. Zijn overlijden was een gevolg van een ongeval waarbij hij – alleen aanwezig in zijn appartement dat tegenover de bar lag in Calle del Olivar – van het balkon is afgevallen en dodelijk verongelukt op straat gevonden werd in de vroege ochtend (05:00 uur) door n.b. de portier van zijn bar.
Enrique Morente zingt niet alleen ter ere van Miguel maar ook over hem
Door Enrique Morente werd steeds gezegd dat El Candela de belangrijkste flamencogelegenheid in Madrid was van de laatste dertig jaar. Ketama en El Barbería del Sur startten vanuit Candela, en Ketama nam in de kelder zelfs een CD op. Ook werd er een verzamelCD opgenomen genaamd “En un ratito”, met opnames van artiesten als Potito, Antonio Carmona, Remedios Amaya, Duquende en Indio Gitano.
Er werd tijdens het Madrileense flamencofestival “Sumo Flamenca” in 2009 een homenaje op 11 mei aan Miguel georganiseerd (zie afiche hieronder). Vele artiesten traden die avond op in het bijzijn van Miguel’s familie, zoal Antonio Carmona, Enrique Morente, Carmen Linares, Pepe Habichuela, La Tati, Güito, Rafael Riqueni, Miguel Poveda, Manolete, Paquete, Montoyita, Tomasito, Talegón, Pitingo, Joaquín Grilo, Juan Diego, Pollito de California, etc.
Om deze pagina af te sluiten, besluit ik met Miguel’s vaste uitspraak om de sluiting van zijn bar aan te kondigen voor de avond;
“señores, vamos a acostarnos que nada es eterno“
(mensen, we gaan naar bed / naar huis, want niets is eeuwigdurend).