Antonio Ríos Fernández

In 1971 in Jerez de la Frontera

Na zijn eerste flamencopassen geleerd te hebben binnen de familie nam hij danslessen bij Ricardo Franco (klassiek), en flamencodanslessen bij Fernando Belmonte, Paco del Río, Angelita Gómez, Matilde Coral, Manolo Marín en Manolete. Hij danste in de companies van Manuel Morao (Los Gitanos de Jerez), Ballet de Cristina Hoyos (in de voorstellingen "Sueños Flamencos" en "Yerma"), La Tati ("Apología Flamenca" and "La Herejía"), Ricardo Franco en Antonio Vargas ("Opera Carmen"), waarin hij optrad met de tenor José Carreras. Ook danste hij samen met Juana Amaya in de voorstelling "Un Gitano de Ley" waarin hij de rol op zich nam van de eerste zigeuner die zalig verklaard werd; Ceferino Giménez Maya.
In tegenstelling tot veel flamencodansers heeft hij nooit in een tablao opgetreden in zijn jeugd.
De Flamencopers noemde hem een waardig opvolger van dansers van de oudere generatie zoals Antonio Gades, Mario Maya of El Güito.

Gedurende twee seizoenen (1999 en 2001) werd hij uitgenodigd door de World Music Institute of Manhattan om deel te nemen aan de show “Gypsy Caravan", die overigens ook op DVD verscheen.

Met zijn in 1997 opgerichte eigen companie – waarin dansers als María José Franco, Juan Antonio Tejero en Leonor Leal dansten – heeft hij een aantal hoog gewaardeerde shows opgezet, zoals: "Puntales", "Pasión y Ley" en "De Tablao" (waarin hij de rol van tablaos in de loop der tijden eert).
In zijn show 'De Cai, el baile' danst hij voor het eerst een bulerias, niet als “fin de fiesta” maar als solo dans.
Hij is geen danser die veel moderne invloeden, die tegenwoordig in zwang zijn, zal gebruiken.