Farruco, Matilde Coral, Miguel Amaya, Rafael Mendiola, Rafael el Negro
Farruco werd geboren bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog. Zijn vader werd in die tijd terechtgesteld door aanhangers van Franco. Zijn artiestennaam kreeg hij van zijn moeder, die een beroemde danseres was en La Farruca heette.
Farruco en
Farruquito
Hij moest al vroeg werken om met behulp van het vlechten van manden geld te verdienen. Hij trouwde op zijn veertiende jaar. Op zijn vijftiende was hij vader en op zijn zestiende alweer weduwnaar. Vervolgens hertrouwde hij wel weer.
Op zijn 33e jaar was hij grootvader. Hij had één zoon, die hij Farruquito noemde, die overleed aan de gevolgen van een verkeersongeluk op zijn 18e jaar. Dat was een grote klap voor hem, waardoor hij vele jaren nergens meer in geïnteresseerd was en hij ook niet danste.
Hij had 5 dochters, waarvan in flamenco de meest bekende “Farruca” is.
Hij was familie van de grote gitarist “Ramón Montoya”.
Op 15 augustus 1982 werd zijn eerste kleinzoon geboren: Juan Manuel Fernández Montoya. Kind van zijn dochter Rosario en zijn schoonzoon “El Moreno”. Al snel nam hij de jongen onder zijn hoede en leerde hem het respect voor de zigeunertradities en natuurlijk flamencodansen.
Daarnaast gaf hij hem de artiestennaam die daarvoor toebehoorde aan zijn inmiddels overleden zoon: Farruquito. Farruco werd gezien als de zigeuner met de meeste “arte”. Hij was de patriarch van een grote flamencofamilie en van zigeunerdansen in zijn geheel.
Hij zag zichzelf als de meest pure zigeuner en deed ook zijn best om de zigeunergebruiken te beschermen. In zijn beginjaren, in de jaren 50, danste hij met en bij alle grote artiesten van die tijd, zoals Lola Flores, Pilar López en Manolo Caracol. Hij werd destijds vooral bekend als lid van een trio; “Los Bolecos”, bestaande uit Farruco, Rafael el Negro en diens vrouw Matilde Coral. In 1977 stichtte hij een dansgroep samen met twee van zijn dochters, Rosario La Farruquita en Pilar, die beiden behalve dansen ook konden zingen. Met zijn hele familie nam hij een drama op “Bodas de Gloria”.
In 1986 begon hij zijn eigen dansschool. Hij was zondermeer de baas van de familie, regeerde die met ijzeren hand en bepaalde ook of bijv. een aanvraag voor een optreden van de familie geaccepteerd zou worden, of niet. Hij was daar terughoudend in; hij wist dat als ze minder zouden optreden, ze per optreden méér geld zouden verdienen…
Op latere leeftijd had hij bepaald niet het "ideale" figuur om danser te zijn, maar als hij slechts één arm optilde was dat vooroordeel gelijk weg.
Farruco danst bulerias
Twee jaar voordat hij overleed verscheen hij in de documentairefilm van Carlos Saura; “Flamenco”, waar hij samen met zijn kleinzoon, Farruquito”, optrad en een soleá danste.
Hij had een zwak hart en ook een operatie mocht niet baten. Hij overleed nadat hij 10 dagen in coma had gelegen, met alle hoop die hij gevestigd had op zijn kleinzoon, Farruquito.
Die hoop bleek naderhand niet ijdel te zijn.