Juana García Gómez, beter bekend als de zigeunerdanseres Juana Amaya werd geboren in Sevilla, in “calle Lope de Rueda” in de wijk “Santa Cruz” in Sevilla, in 1968. Dus níet in Morón de la Frontera, dat wel veelal gedacht wordt omdat ze daar vrijwel haar hele jeugd doorgebracht heeft. Ze is verre familie van de gitarist Paco del Gastor. Ze was leerling van Pepe Ríos en op haar zesde danste ze al in een voorstelling. Ze leerde vnl. dansen van haar ooms en neven. Haar ouders waren geen artiesten.
Ze wilde eerst gitaar leren spelen. Ze kreeg een gitaar maar na 3 of 4 lessen had ze het al gezien; dit was saai en ging ze niet volhouden; het werd dus flamencodans.
Op haar 9e jaar danste ze al in casetas (tijdens de ferias) in Morón en Alcalá en in peñas flamencas in Alcalá.
Samen met haar neef Ramón Barrull (die overigens op zeer jonge leeftijd kwam te overlijden) won ze haar eerste prijs “bulerías” in 1981 tijdens een wedstrijd in haar geboortedorp.
Het daaropvolgende jaar nam ze deel aan de 2e “Bienal de Flamenco de Sevilla” in de voorstelling “el nuevo compás” om vervolgens twee jaar daarna als eerste danseres op te treden in de companie van Mario Maya in de voorstellingen “¡Ay jondo! en “El Amargo” (1984).
In 1986 trad ze op in het tablao “Los Gallos” en 2 jaar later toerde ze met Paco Peña Europa rond gecombineerd met optredens tijdens de Andalusische flamencofestivals.
Na een verblijf in Madrid, tussen 1989 en 1994, waarin ze o.a. optrad in een voorstelling met Joaquin Cortés en Antonio Canales (1993) keerde ze terug naar Sevilla om daar les te gaan geven en een eigen companie op te starten.
In 1994 presenteerde ze haar voorstelling in Parijs en tijdens het flamencofestival van Mont-de-Marsan.
In 1996 speelde ze de rol van Carmen in een voorstelling van Salvador Távora.
Het daaropvolgende jaar danste ze in de voorstelling “un gitano de ley” van José Heredia Maya en in 1999 in de voorstelling van Antonio Canales “Fuerza Latina”.
In 2002 trad ze op tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla met haar voorstelling “Yo misma” met zangbegeleiding van Juana la del Revuelo.
Haar dans wordt gekenmerkt door veel kracht en een traditionele flamenco-uitstraling. Ze bewondert Carmen Amaya (die trouwens helemaal géén familie is van Juana) vanaf het moment dat ze als kind de film “Los Tarantos” zag.
Haar favoriete palo is seguiriya en dan niet eens de dans, maar de zang… Daar waar je zou denken dat ze dagelijks vele uren traint, blijkt dat ze een paar maal per week 1 uurtje traint; ze zegt zelf dat ze lui is.