|
La Argentina
Artiestennaam: |
La Argentina |
Eigenlijke naam: |
Antonia Mercé y Luque |
Geboren: |
4 september 1890 in Buenos Aires (Arg) |
Overleden: |
18 juli 1936 in Bayonna (F) |
La Argentina werd geboren in Buenos Aires, Argentinië. Dat was een toevalligheid want ze werd gedurende een tour door Zuid-Amerika van haar ouders, geboren.
Vanaf haar zesde jaar woonde ze in Spanje.
Ze werd gezien als de grondlegger van de theatervorm van de neo-klassieke spaanse dans.
Haar ouders, Manuel Mercé en Josefina Luque, beiden professioneel danser, hebben haar beïnvloed; dankzij hen werd La Argentina’s leven beheerst door dans, waarbij haar ouders haar pushten om daarin ook uit te blinken. Ze leerde niet alleen spaanse dans maar ook ballet bij haar ouders.
Het was vooral haar vader die haar het dansen leerde, vanaf haar vierde jaar.
Op haar negende jaar debuteerde ze in het “Teatro Real” in Madrid.
Op haar elfde was ze al een sterdanser van het “Madrid Opera”.
Kort na het overlijden van haar vader, stopte ze met balletdansen. Vanaf dat moment – ze was toen veertien jaar - studeerde ze bij haar moeder Spaanse dans. In de kringen waarin ze zich begaf (de klassieke dans) werd de Spaanse dans niet erg gewaardeerd en ze kon dan ook gedurende enkele jaren niet optreden in de Spaanse theaters. Toch trad ze op waar ze maar kon, maar dat betekende dus dat ze afscheid nam van het theater en het café cantante circuit in ging.
Vóór de Eerste Wereldoorlog (hoewel die toen nog niet de “eerste” heette, maar de “grote”…) werd ze m.n. in Parijs erg bewonderd.
Ze verliet Madrid in 1911 en vestigde zich in Parijs. Ze ging dansen op plekken als de “Moulin Rouge” en bijv. het “Théatre des Champs-Élysées”. |

Pastora Imperio |
Na enkele jaren raakte ze geïnteresseerd in zigeunerdansen en transformeerde die dansen zodanig dat ze bij haar pasten. Ze ging dansen op muziek van Falla, Albéniz, Granados en werd daarvoor bekritiseerd; ze moest folklore dansen! Later mòcht ze – bij wijze van spreken – niet anders dansen...
Tijdens haar carrière stak ze zes maal de Atlantische Oceaan over, om in Noord-Amerika te toeren. Soms werd ze daarbij begeleid door de flamencogitarist Carlos Montoya, de broer van Ramón Montoya.
In 1915 begon ze aan een toer die ze eindigde in 1916 in New York.
Ze keerde terug naar Frankrijk in 1918 en bereidde daar gedurende 4 jaar de voorstelling “Un amor brujo” voor.

La Argentina |
Ze ging o.a. op advies van Manuel de Falla naar Granada om daar de zigeuners te zien dansen, omdat ze in de voorstelling een zigeunerdans “la danza del fuego” moest doen.
Ondertussen ging ze natuurlijk wel gewoon door met haar optredens.
In 1925 ging het werk met veel succes in première in het “Trianon Lyrique”in Parijs.
Ze werd diverse malen onderscheiden, o.a. in Frankrijk met de Franse medaille Légion d’honneur en de Spaanse “Orden de Honor Isabel La Católica.
In 1926 presenteerde ze in de Parijse zaal “Gaveua” een voorstelling met daarin diverse dansen op de werken van Granados, Albéniz en Manuel de Falla.
In 1927 ging ze op wereldtoernee: Egypte, India, de Filippijnen, China, Japan, de VS, Tsjecho-Slowakije, Oostenrijk, Zweden, Italië, Groot-Brittannië, enz. |
Ze werd geprezen als de beste danseres van die tijd.

Op 12 oktober 1928 trad ze in Nederland op (zie poster).
In mei 1929 trad ze voor het eerst op in het “Opera Comique” in Parijs met haar nieuwe eigen companie waar ze een nieuwe weg mee insloeg; die van flamenco.
Op 22 juni 1935 maakte ze een ries van 24 uur, van Parijs naar Madrid, om in Madrid deel te nemen aan een festival in het Teatro Español ter ere van Fernando el de Triana.
Steeds had ze nog in haar achterhoofd het verlangen om de voorstelling “el amor
brujo” opnieuw, maar dan verbeterd, uit te voeren. Uiteindelijk in 1935 komt het er van in het Teatro Español in Madrid als zij de rol van Candela voor haar rekening neemt, Vicente Escudero die van “el Carmelo” en Pastora Imperio de rol van Lucía. Het wordt een groot succes. In de versie van 1915 werd er uitsluitend opgetreden met zigeunerdansen. Deze keer wilde ze de tegenstelling in de voorstelling meenemen van de zigeunerdansen en het ballet. |

La Argentina |
Op 18 juli 1936 gaat ze van Bayonne in Frankrijk naar San Sebastian in Spanje om een dansvoorstelling bij te wonen die ter ere van haar gehouden wordt. Als ze teruggekeerd is naar haar huis in Bayonne krijgt ze daar een hartaanval en stierf ze plotseling en op (te) jonge leeftijd.
In Frankrijk is een vereniging opgericht die haar nagedachtenis in ere houdt; een soort postume fanclub.
In het Operamuseum in Parijs liggen kleding en andere zaken ter bezichtiging van haar. In Parijs werd in 1956 een van herdenkingsvoorstelling (homenaje) gehouden omdat ze 20 jaar daarvoor overleden was.
In 1982 deed men dat voor haar in Madrid, georganiseerd door de Spaanse afdeling van UNESCO.
|
|