Manolo Marín is tegenwoordiger danser, choreograaf en docent.
Manolo Marín heeft zich vooral, zoals dat in vroegere tijden gebruikelijk was, zelf het flamencodansen eigen gemaakt. Dit deed hij door te kijken naar mensen als Enrique el Cojo en door voetenwerkjes te verzinnen op de muziek van Lola Flores en Manolo Caracol die hij op de radio hoorde. Vervolgens begon hij daar geld mee te verdienen en als er nog wat overbleef als er brood op de plank was, nam hij daar vervolgens danslessen van.
Manolo Marín (deflamenco.com)
Hij deed ook, met het raam open, sevillanas in de woonkamer en langskomende mensen gooiden dan wel eens geld naar binnen.
De oude meesters van weleer waren erg getalenteerd, nu ze vrijwel geen opleiding of lessen kregen van anderen.
Hij nam ook lessen, met een beurs die hij ontving, in Londen.
Hij houdt erg van flamencozang en is ook van mening dat als je niet van flamencozang houdt, je helemaal niet van flamenco houdt.
Hij kreeg een oproep om in Sevilla zijn militaire dienstplicht te vervullen; dat was prettig.
Als danser begon hij in die tijd in het tablao “El Guajiro” in Sevilla. Vervolgens danste hij ook in de companie van Antonio.
Na enige tijd stopte hij echter met het dansen in companies, omdat het slecht verdiende (50 pts / dag). Hij heeft vervolgens een hele tijd gedanst als paar, wat in die tijd gebruikelijk was, met zijn zus. Maar toen die trouwde stopte ze met dansen (wat in die tiijd óók gebruikelijk was...).
Hij startte een kleine groep die hij zíjn dansen aanleerde. En voordat hij het bewust in de gaten had was hij opeens docent en choreograaf.
Hij deed diverse shows als choreograaf o.a. in Frankrijk (Nantes en Parijs), Oostenrijk (Wenen), China, Japan, Egypte en uiteraard Spanje. Hij werkte samen met Cristina Hoyos - die hij overigens les gaf toen ze vertrokken was bij Antonio Gádes - in de choreografie van de film “Montoyas y Tarantos” en werkte samen met haar bij diverse producties.
Met zijn eigen groep trad hij op tijdens de EXPO 1992 in Sevilla en deed o.a. de choreografie bij de openings- en de sluitceremonie van de Olympische Spelen in Barcelona in datzelfde jaar (met enige verbittering zei hij daarover: "maar ze zijn vergeten mij überhaupt te noemen").
Hij nam de choreografie voor zijn rekening van “Carmen” van Carlos Saura en trad zelf diverse malen voor TV op.
Tijdens het Granada festival en tijdens de 9e Bienal de Sevilla de Flamenco voerde hij “El amor brujo” op, ter gelegenheid van de 15e herdenking van het overlijden van Manuel de Falla. Hij begon zijn eigen dansschool in Triana en leidde die succesvol gedurende vele jaren.
Toegekend door het Flamenco Instituut van Jerez de la Frontera heeft hij de Nationale Prijs voor zijn flamencolesgeven ontvangen.
Hij was de belangrijkste docent van María Pages.
Enkele jaren geleden heeft hij zijn dansschool verkocht aan Manuel Betanzos, een van zijn ex-leelingen.
In 2010 trad hij nog geregeld op met o.a. Rafael en Adella Campallo en Merche Esmeralda.
Hij is momenteel een van de meest gerespecteerde choreografen binnen de flamencowereld en reist de wereld rond waar hij op verzoek dansworkshops geeft en uiteraard choreografieën verzorgt.
Hij woont in een prachtig ingericht huis in Triana (Sevilla).