María Pages begon met dansen op 4-jarige leeftijd in haar geboortestad Sevilla. Het werd haar docenten al snel duidelijk dat ze een klasse apart zou kunnen worden in flamenco.
Ze kreeg les van mensen als Manolo Marín en Matilde Coral. Op haar 15e gaf ze zelf vervolgens al les.
Ze werd eerste danseres in de companies van Antonio Gades, Mario Maya en de Rafael Aguilar Companie. Ze verscheen ook in films als “Carmen” en “El amor brujo” van Carlos Saura en “La Belle Otero” en “Hemingway, Fiesta y Muerte” van haar man José María Sánchez.
Vanaf eind jaren 80 stopte ze met het dansen van andermans werk en ze begon haar eigen choreografieën te maken.
In 1990 startte ze haar eigen danscompanie; ze hebben hun “thuisbasis” in het theater "Bulevar" in Torrelodones, een kleine voorstad van Madrid.
Zowel bij de recensenten als het publiek werd ze al snel gezien als een goede choreografe na haar eerste stuk “Sol y Sombra”. Haar naam werd bevestigd met haar tweede choreografie “Tango” die tijdens de 7e Bienal de Flamenco de Sevilla zijn première beleefde.
Het was echter haar derde choreografie “De La Luna al Viento” die unaniem gezien werd als een doorbraak binnen moderne flamenco.
Bij het grote publiek werd ze bekend door haar show “Riverdance – The Show”.
Begin 1996 werd ze door het Centro Andaluz de Danza de Sevilla aangesteld als hun choreografe.
Haar werk “El Perro Andaluz Burlerias” werd beloond met een Spaanse prijs voor Choreografie. Haar verbintenis met deze companie werd in 1997 nog verder versterkt door de aanstelling van María als hun directeur.
In 2002 kreeg ze de Premio Nacional de Danza; de eerste maal voor een flamencochoreografe en dus niet voor haar als danseres.
Tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla ontving ze maar liefst 4 prijzen; de beste danscompanie, de beste voorstelling, de beste regie en de prijs van de recensenten.
In datzelfde jaar creëerde ze ook het stuk “Ilusiones” voor het Spaanse Nationale Ballet.
Ze liet haar voorstelling in Israel doorgaan, ondanks de oorlog die daar, m.n. in het vluchtelingenkamp in Jenín, losbrak in april van dat jaar; de toeschouwers waren ontzettend dankbaar dat ze niet afgezegd had.
Ze danste ook tijdens het inauguratiefeest van de Amerikaanse president George Bush jr.
In 2005 ontving ze de 6e Premio Flamenco Hoy zowel voor de uitvoering als voor de voorstelling.
Ze wordt ook wel aangeduid als de danseres met de eindeloze armen; kijk naar een voorstelling en je snapt wat ze bedoelen…Ze wordt soms vergeleken met “La Macaronna” die, volgens de overlevering, beroemd was om haar armen. Zelf zegt ze daarover: "wie heeft La Macaronna zien dansen om dat te kunnen zeggen...?"
Ze is lid van de Raad van Cultuur van de Madrileense gemeenschap (“Consejo de Cultura de la Comunidad de Madrid”).
Inmiddels heeft ze ook een fanclub in de USA…
In 2012 nam ze deel aan de Bienal de Flamenco de Sevilla en kreeg daar de Giraldillo al Baile toegekend, een zeer belangrijke prijs.
María Pagés in de voorstelling "canciones antes de una guerra"