Rafael werd door zijn peetoom geïntroduceerd in flamenco. Deze oom was gitarist die rondtrekkend langs cafés flamenco speelde en daarbij geregeld Rafael meenam.
Hij begon op zijn 11e jaar met flamencodansen. Gedurende 4 jaar volgde hij lessen bij José Galván en vervolgens nam hij lessen bij Manolo Marín. Naast Manolo trad hij op in zijn voorstelling “A Contratiempo".
Zijn vader is palmero, zijn moeder zong net als zijn oudste zus, Pili. Zijn oudste broer speelt gitaar en zijn broer Juan speelt cajón. Zijn andere broer, die kapper is, heeft zich niet toegelegd op flamenco, maar kan goed zingen. Zijn laatste broer in het rijtje doet eigenlijk verder niets in flamenco, behalve tijdens intieme familiefeestjes; dan is hij degene die zingt en danst.
In 1990 trad Rafael solo of als gastartiest op in Spanje en Japan. Daarnaast trad hij ook op in Tablaos in Sevilla; “Los Gallos” en “El Arenal”.
In 1992 nam hij deel aan de voorstelling “Azabache” tijdens de opening van de EXPO ’92 in Sevilla. Eveneens in 1992 danste hij in een voorstelling samen met María Pagés in “Tangos” in de 7e Bienal in Sevilla. In 1994 danste hij in het onder leiding van José María Sánchez staande stuk “De la luna al viento” tijdens de 8e Bienal.
Tijdens de negende editie van de Bienal in 1996 nam hij deel aan de wedstrijd voor jongere dansers en beleefde zijn doorbraak als flamencodanser met zijn optreden in voorstellingen “Por aquí te quiero ver” van Manuel Soler en “La raíz del Grito” van Manuela Carrasco. In datzelfde jaar danste hij ook bij de openingsceremonie van de wereldkampioenschappen alpineskiën in de Sierra Nevada in Granada met de companie van Mario Maya. Vervolgens trad hij toe tot de Compañía Andaluza de Danza.
Rafael Campallo tijdens het Flamencofestival in Jerez de la Frontera 2010
In 1998 voerde hij m.n. eigen voorstellingen uit in alle belangrijke theaters in Spanje en combineerde dat met optredens in en met de companie van Mario Maya.
In 1999 werd hij uitgenodigd door José Antonio van het nationaal Ballet om de choreografie “Golpes de la Vida” te maken en daarin ook de eerste danser te zijn. In datzelfde jaar won hij de belangrijkste dansprijs “Premio el Desplante” tijdens de wedstrijden in La Unión bij het Festival “Cante de las Minas” en begon hij samen te werken met Vicente Amigo.
In 2000 nam hij wederom deel aan de Flamencobienal met de voorstelling “Trilogía” waarmee hij vervolgens ook ging toeren door geheel Europa en Amerika.
In 2001 creëerde hij de choreografie “Pa mi Gente” die uitgevoerd werd binnen de voorstelling “Encuentros” van de Compañía Andaluza de Danza.
Tijdens de 12e editie van de Bienal de Flamenco de Sevilla in 2002 trad hij op als gastartiest in de voorstelling van Juana Amaya. Met deze voorstelling traden beiden ook op tijdens het festival in Mont-de-Marsan.
In 2003 trad hij op als “Rafael Campallo y Jóvenes Flamencos” in het Metropolitan Museum in New York en verder in Tel Aviv, Mexico, Philadelphia en tijdens het galadiner van het Spaanse Instituut in New York, o.a. voor de Koningin van Spanje.
In 2004 presenteerde hij zijn nieuwe show “Campallerías” tijdens het Flamencofestival in Jerez de la Frontera.
In datzelfde jaar richtte hij zijn eigen companie op en danste tijdens de 13e Bienal in Sevilla de voorstelling “Don Juan Flamenco”. De voorstelling werd echter niet vaak uitgevoerd en uiteindelijk hield ook de eigen companie van Rafael op te bestaan.
In 2009 trad hij in het Flamencofestival in Jerez de la Frontera op met de voorstelling “Flamenco se Escribe con Jota” en trad tijdens de afsluitende voorstelling van het festival in Mont-de-Marsan op in de companie van Manuela Carrasco op als gastartiest.
In oktober 2009 trad hij in Canada (Toronto en Halifax) op met zijn voorstelling “Triana, la Otra Orilla”.
In 2010 trad hij op met de nieuwe voorstelling “Puente de Triana” zowel in het Teatro Central in Sevilla als tijdens het flamencofestival in Jerez de la Frontera.
In een interview vertelde hij eens dat hij graag een combinatie met hip-hop zou willen aangaan, maar dat dat wellicht iets voor de verdere toekomst was.
Hij traint max. 3 á 4 uur per dag.
Hij heeft – qua opzetten van een eigen voorstelling - vooralsnog niks met het dansen van / met een verhaallijn.
Hij doet al jaren aan body-building en zou graag voetballer of stierenvechter geworden zijn, zoals wel meer flamencoartiesten.
DVD's waaraan Rafael Campallo heeft meegewerkt:
2004:Jóvenes Maestros
2007: "Baile Flamenco, vol. III"
CD's waar Rafael Campallo aan heeft meegewerkt:
2004: "Jóvenes Maestros"
2006: "Desatino" (Tino v.d. Sman)
2008: "Flamenco"
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Rafael Campallo: