12 augustus 1933 in Granada. overleden 30 juni 2016
Burgelijke staat:
Gehuwd, 2 zonen; Juan en Antonio
Hij werd geboren in de arme wijk “Cuesta de la Cava” bij het Albaycín in Granada.
Juan begon zijn podiumcarrière - onder druk van de wens van zijn vader - als flamencodanser in de grotten van het Sacromonte met Mario Maya. Daar danste hij in de namiddag en vroege avond om vervolgens door te gaan naar het hotel Alambra Palace waar hij ’s avonds / ’s nachts danste.
Zijn eerste docent was “Paco El Sastre“.
In de familie bestond reeds lang een flamencotraditie; zijn opa, Habichuela “el Viejo”, zong en speelde gitaar. Hij begeleidde ook veelal zijn dochter (Juan’s tante dus) Marina.
Zijn vader, José Carmona Fernández, was eveneens een flamencogitarist. Die speelde op straat op zijn gitaar en Juan danste erbij. Vervolgens ging hij rond met een hoed; dat was vlak na de burgeroorlog.
Nadat hij mensen als Farruco had zien dansen begreep hij dat hij een beperkte danser was en stopte ermee.
Juan Habichuela speelt een Granaína
Vervolgens ging hij zich toeleggen op gitaar spelen, m.n. als dansbegeleider. Hij kreeg zijn eerste lessen van zijn vader en Juan Hidalgo Gómez "El Ovejilla".
Hij beleefde zijn debuut in het tablao “la Zambra” in Granada.
Op zijn 17e jaar trad hij op in het Madrileense tablao “El Duende” waar ook alle bekende sterren van die tijd kwamen. Vandaar ook de titel van zijn eerste eigen CD: “De la zambra al duende”.
Hij trad ook op in het tablao “Torres Bermejas” in Madrid.
Hij begon als dansbegeleider in de companie van Mario Maya, waar hij tweede gitarist was naast Juan Maya "Marote".
Hij bracht zijn periode in militaire dienst door in Barcelona waar hij ook zijn eerste plaatopnames afrondde als begeleidingsgitarist van Rafael Farina, Jarrito en Fosforito. Na afloop van zijn militaire dienst keerde hij naar Madrid terug en nam daar een groot album op samen met niemand minder dan Manolo Caracol.
Hij nam de artiestennaam van zijn vader over (José Habichuela).
Vervolgens begon zijn periode waarin hij in peñas, tablaos en tijdens festivals ging spelen en daarbij vele zangers begeleidde. Hij was een uitgesproken liefhebber van het spelen in de zangbegeleiding omdat hij erg veel van zang hield.
Hoewel hij dus als danser begon en uiteindelijk koos voor de gitaar was zang hetgeen hem écht raakte. Hij probeerde er steeds voor te zorgen dat de zanger kon excelleren. Na enige tijd werd hij de vaste gitarist van Fosforito.
In 1974 won hij de prijzen “premio de guitarra del Concurso Nacional de Arte Flamenco de Córdoba” en “Premio Nacional de Guitarra de la Cátedra de Flamencología de Jerez”.
In 1999 nam hij zijn eerste eigen album op: “Juan Habichuela, de la Zambra al Duende” op drie jaar later gevolgd door “Campo del Príncipe” (2002). Zowel in zijn CD “Campo del Príncipe” als in de latere CD “Una guitarra en Granada” begeleide hij diverse zangers en zangeressen in een stijl die het best bij hen paste. Hij was zowel te zien op de DVD als te horen op het album “Morente sueña la Alhambra” van Enrique Morente.
In 2006 nam hij samen met Antonio Pitigo het zeer succesvolle – en minder flamenco – album “Pitingo con Habichuela” op.
In 2007 vervolgde hij zijn weg met de CD “Una guitarra en Granada”.
In 2008 won hij met deze CD de Latijnse Grammy Award voor het beste flamencoalbum; algemeen werd deze Grammy gezien als een beloning voor zijn hele carrière in plaats van voor zijn CD.
Juan Habichuela begeleidt Enrique Morente (op een deels doorzichtige gitaar?)
Eigenlijk was hij niet meer voornemens nog een CD te maken: hij was “gepensioneerd”. Het was zijn zoon Juan die toch bij zijn vader aandrong om nog een CD op te nemen; dat werd dus “Una guitarra en Granada”.
Hij had nog een paar oude opnames liggen van optredens met José Menese, Chano Lobato, etc. en op aanraden van zijn zoon nam hij contact op met zangers van de jongere generatie en vroeg hen wat zij wilden zingen, zodat hij die cante begeleidde op zijn CD. O.a. Potito en Marina Heredia namen de handschoen op.
Hij was een veelgevraagd begeleidingsgitarist en er zullen ook bepaald niet veel zangers zijn vanaf 1950 die niet een keer een opname voor een album gedaan hebben terwijl ze begeleid werden door Juan Habichuela. Hij is de enige artiest die de prestigieuze prijs “Compás del Cante” ontvangen heeft speciaal voor zijn gitaarbegeleiding.
Hij had al jaren een goedaardige, inoperabele, tumor in zijn linkeroor en dat hindert hem wel; bijv. bij het horen van de zanger die hij begeleidt of bij het stemmen van de gitaar. Het tastte ook zijn geheugen aan omdat het gezwel tegen zijn hersenen aan drukte.
Vanwege zijn verdienste als flamenco-artiest ontving hij in februari 2011 de zilveren medaille van verdienste van de stad Granada, "Medalla de Plata al Mérito por Granada".
DVD's:
2003: Flamencos en los archivos de RTVE, vol. 2
2003: Flamencos en los archivos de RTVE, vol. 3
2003: Flamencos en los archivos de RTVE, vol. 5
.
2003: Flamencos en los archivos de RTVE, vol. 12
2003: Rito y geografia del cante - 19
2003: Rito y geografia del toque - 3
2004: Herencia Flamenca
2007: Casacueva y escenario (Estrella Morente)
Eigen CD's:
1999: De la Zambra al Duende
2002: Campo del Principe
2007: Una guitarra en Granada
Onvolledige lijst van verleende medewerking aan CD's van anderen:
2010: “Olé y amén (Pitingo)
2010: “Entre viejos zarzales” (Cancanilla de Málaga)
2008: “Flamenco para niños”
2007: “El cante por seguiriyas”
2006: "Pitingo con Habichuelas” (Pitingo)
2006: “Kimi-K”
2006: “Cante por derecho” (Fosforito)
2005: “Morente sueña La Alhambra” (Enrique Morente)
2005: “Sabiduría y duende” (Yunque)
2004: “El flamenco es universal vol. 2”
2004: “Tributo a Don Juan Valderrama”
2003: “Pepe Habichuela, Nuevos Medios Colección” (Pepe Habichuela)
2003: “Paco de Lucía por descubrir” (Paco de Lucía)
2001: “Mi cante y un poema” (Estrella Morente)
2001: "Zaguán" (Miguel Poveda)
2001: "Cante grande de mujer" (Fernanda de Utrera)
1997: “Ritmo en la sangre” (Fernanda y Bernarda de Utrera)
1997: “Guitarra gitana” (Tomatito)
1996: “Juan Talega” (Juan Talega)
1995: “Mi secreto Pirata” (José Soto “Sorderita”)
1995: “Primer premio de la 1e Bienal de Sevilla” (Calixto Sánchez)
1992: “Gitanos de la Plaza” (Ramón el Portugués)
1991: “De mi corazón al aire” (Vicente Amigo)
1990: “Cultura jonda 3: el cante de Pansequito del puerto” (Pansequito del puerto)
1990: “Cultura jonda 6: metales de voz. Temple de guitarras”
1972: “El indio gitano con Juan Habichuela” (Indio Gitano)
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Juan Habichuela: