Pedro Bacán was zoon van Ana Peña Vargas ("la del Pelao") en Sebastián Peña Peña; een zigeuner flamencozanger, uit liefhebberij en niet professioneel, met de artiestennaam “Bastián Bacán”. Die “achternaam” gaf hij aan zijn zoon door. De bijnaam “Bacán” werd aan zijn vader, die gek was van wielrennen, door diens wielervrienden gegeven. Ik heb gezocht, maar niet gevonden, naar de reden van de bijnaam van zijn vader. Als iemand het weet dan hoor ik dat graag. Ik heb in Lebrija gevraagd en zelfs / omdat er ogenschijnlijk een verband is met wielrennen, de Spaanse wielerbond gemaild..... helaas.
Zijn overgrootvader was Fernando Peña Soto (binnen de flamencowereld beter bekend als “Pinini”; hij creëerde een eigen vorm van de “Cantiñas”). Hij was ook familie van Fernanda en Bernarda de Utrera en van Miguel “El Funi”.
Zijn zus Inés Bacán is flamencozangeres en hij was neef van “El Lebrijano”, La Perrata en “Pedro Peña”. Kortom hij was lid van een grote flamencofamilie.
Op jonge leeftijd leerde hij gitaar spelen en begeleidde vervolgens tijdens vele flamencofestivals en bij albumopnames van artiesten zoals Inés Bacán (de Viva Voz), El Lebrijano, La Perrate, etc.
Hij besteedde veel tijd aan het sturen van de carrière van zijn zus Inés Bacán, en samen traden ze door heel Andalucía op.
Hij verzorgde ook de muziek van de film “Manuela y Desastre de la guerra” van Marvin Albert. In 1980 begeleidde hij Calixto Sánchez toen hij tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla de Giraldillo won (de belangrijkste prijs). In hetzelfde jaar kende de “Cátedra de Flamencología y Estudios Folklóricos Andaluces” hem de belangrijkste gitaarprijs toe; “el Premio Nacional de Guitarra flamenca”.
Pedro Bacán speelt een Bulerías
De muziekafdeling van de universiteit van Washington benoemde hem in 1983 tot gastdocent waarbij hij een aantal optredens als solist verzorgde in diverse Noord-Amerikaanse universiteiten, theaters en culturele centra.
Hij stond erom bekend dat hij melodieën kon spelen die soms wel 20 minuten duurden en waarbij hij niet in herhaling verviel.
Hij wisselde steeds tussen optreden als solo-artiest en optreden met zijn groep “Le Clan des Pinini”. Hij produceerde met deze groep een gelijknamige show waarin de meeste artiesten familieleden waren. Velen hadden nog nooit opgetreden voor een betalend publiek. Ze moesten door Pedro overgehaald worden om op te gaan treden. Later produceerde hij een show “Nuestra Historia del Sur”, die in 1990 tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla haar première beleefde. Datzelfde jaar nam hij een serie van 4 CD’s op onder de naam “Noches Gitanas en Lebrija” wederom als een gezamenlijk inspanning van zijn familie.
Pedro Bacán begeleidt El Lebrijano tijdens zijn (Pedro´s') laatste optreden op zaterdagavond 25 januari 1997
(Foto: Alfonso García Herrera)
Op zondagochtend 26 januari 1997 rond 10:20 uur ’s ochtends verongelukte Pedro Bacán op 45 jarige leeftijd dodelijk met zijn auto ter hoogte van Los Palacios (km 36, op de autoweg A4, Sevilla – Cádiz).
Standbeeld Pedro Bacán
(sinds 2007 in Lebrija)
Hij was onderweg terug, na een optreden in Peña Flamenca “El Laurel” in het dorpje Lora del Río (Sevilla) in zijn auto naar zijn huis in Lebrija. Hij had de voorgaande avond zijn oom, El Lebrijano, begeleid tijdens diens optreden. Samen keerden ze ’s nachts terug naar huis en spraken vervolgens nog urenlang over toekomstige projecten. Pedro, die zijn auto zelf bestuurde, zette eerst zijn oom thuis in Sevilla af. Deze probeerde hem nog over te halen om te blijven slapen, maar hij wilde rond 09:00 uur ’s ochtends tóch naar zijn huis rijden. Na enige tijd raakte hij van de weg, waarschijnlijk omdat hij in slaap gevallen was, en klapte tegen een boom. De brandweer heeft het levenloze lichaam uit de auto moeten halen.
In 2005 verscheen op dvd “Inés, hermana mía” een film van Carole Fierz. Op deze DVD staat o.a. een concertregistratie van een uur in Châteauroux, Frankrijk opgenomen in november 1995.
De groep, onder leiding van Pedro, bestond verder uit Inés Bacán, Pepa de Benito en José Valencia als zangers, Concha Vargas en Carmen Ledesma als danseressen en Antonio Peña als palmero. Ook zijn er backstage opnames, repetities en familiebijeenkomsten, etc. te zien.
In Lebrija is, als een eerbetoon, een rotonde naar Pedro vernoemend: de “Rotonda Pedro Bacán”