José Fernández Torres, artiestennaam Tomatito, en een Spaanse Roma (zigeuner), werd m.n. bekend toen hij de begeleidingsgitarist werd van Camarón, tijdens de laatste 18 jaren van diens leven. Dat viel goed bij vele zigeuners; Paco de Lucía, de eerste vaste begeleider tot die tijd, was immers géén zigeuner (payo). Opmerkelijk: veel zigeuners worden in Spanje gediscrimineerd, maar ze kunnen er zelf ook wat van…
Vanaf de dood van Camarón in 1992 is Tomatito doorgegaan zowel als begeleidingsgitarist maar vooral als sologitarist.
Hij heeft inmiddels een aantal soloalbums opgenomen en won in 2004 de Latin Grammy Award voor zijn CD “Aguadulce. Daarnaast kreeg hij ook de Latin Grammy Award voor de CD samen met Camarón; “Camarón, Paris, 1987”. In 2010 kreeg hij wederom een Latin Grammy Award voor zijn opname met orkest; "Sonanta suite".
Hij heeft de grenzen van flamenco verkend en is de samenwerking aangegaan, zoals zovelen, met bijv. de Argentijnse gitaristen Luis Salinas en Lucho González maar ook met een Jazzartiest als Michel Camilo; ze wonnen samen met hun CD “Spain” in 2000 een Latin Grammy Award. Ze maakten vervolgens ook nog het album “Spain again” in 2006.
In sommige CD’s, zoals “Barrio Negro” experimenteerde hij ook met invloeden vanuit de Afrikaanse en Braziliaanse muziek.
José Sorroche begeleid door Tomatito
Hij werd in 1958 geboren in barrio “La Chanca Pescaderia“, ten westen van het historisch centrum van Almería, in een familie van grote flamencogitaristen. Zowel zijn grootvader, Miguel “Tomate”, als diens broer, Antonio, als zijn vader “El Tomate”, die vooral privé veel speelde en daarnaast als klarinettist in de lokale harmonie speelde, als zijn in Huelva wonende oom Niño Miguel, zijn bekende gitaristen. De eerste gitaarlessen kreeg hij dan ook van zijn grootvader en zijn vader.
Hij kreeg zijn eerste grote kans tijdens een optreden op zijn 10e jaar toen hij, onder de naam “Pepin Fernández”, als begeleidingsgitarist optrad van de destijds bekende minerazanger “José Sorroche” in de Peña “El Taranto” in Almería. Dit optreden kreeg toevallig veel aandacht in de pers en op de manier trad hij voor het eerst naar buiten.
Vanaf dat moment kreeg hij ook vaak vanuit de peña de uitnodiging om zangers te komen begeleiden.
In 1970 verhuisde de hele familie naar Málaga en daar begon Tomatito zijn muzikale carrière met optredens in flamencopeñas als “La Cañeta” in Marbella en “la Taberna Gitana” waar hij optrad als lid van de cuadro.
Naast de dansbegeleiding trad hij er ook op als sologitarist en speelde o.a. nummers van Paco de Lucía. Tijdens de feria van Málaga ontmoette hij in de Caseta van de peña ook Paco de Lucía en Camarón.
In die jaren nam hij lessen bij Pedro Blanco en Enrique Naranjo, maar muziek lezen (notenschrift) leerde hij nooit.
Op 15 jarige leeftijd, geoefend dus in de nummers die Paco de Lucía speelde, werd hij door Camarón gevraagd om hem te begeleiden tijdens het flamencofestival in Málaga. Diens vaste begeleider was onverwacht afwezig. Uiteraard stemde hij in. Dat was de kennismaking die er uiteindelijk toe leidde dat hij vele jaren Camaron’s vaste begeleider werd, tot aan diens overlijden.
Hij beschikt over een meesterlijk ritmegevoel dat als het ware onderdeel is gaan uitmaken van zijn onderbewustzijn, waardoor hij vrij kan spelen zonder het compás kwijt te raken. Juan Habichuela noemde hem ooit “de Paus van de Bulería”.
Hij trad op met vele grote zangers, naast Camarón, zoals Enrique Morente, La Susi, José Menese, Potito, Cigala en Vicente Soto. Buiten de flamencowereld trad hij op met artiesten als Frank Sinatra, John McLaughlin, Chick Corea en Elton John.
Hij nam de Spaanse versie van het hitnummer “Woman” op van- en met Neneh Cherry.
Ook schreef hij film- en theatermuziek en verscheen zelf ook in een film; “Devil’s advocate” waarin o.a. A; Pacino en Keanu Reeves in speelden.
In 1979 produceerden Camarón en Tomatito de grote hit “La Leyenda del Tiempo”. Deze CD leverde hen zowel veel kritiek – van de puristen – als bewondering op van de vooruitstrevende fans; hoe dan ook, het was in ieder geval een keerpunt in de flamencomuziekgeschiedenis... Eveneens in 1979 verhuisde Tomatito weer terug naar Almería.
In de daaropvolgende jaren had hij veel succes, zowel in de combinatie met Camarón, als met vele andere zangers als met zijn solospel. Tomatito kon in 1981 op de CD "Como el agua" zowel samenspelen met Camarón als met zijn gitaaridool: Paco de Lucía.
Het gebeurde ook een keer dat Tomatito tijdens een optreden verrast werd door een reactie vanuit het publiek. Hij keek om en zag Camarón het podium opkomen en naast hem gaan zitten. Toen hij gevraagd werd naar het waarom, zei Camarón dat hij niet altijd betaald hoefde te worden om te zingen op een podium. Tomatito vond dit een voorbeeld van hun goede onderlinge relatie.
In de (19)80-er jaren werkte hij ook samen met Antonio en Juan Carmona (Ketama), Antonio Canales en Duquende.
Tomatito begeleidt Camarón
Na het overlijden van Camarón in 1992 viel Tomatito in een gat dat moeilijk was om op te vullen. Ook veel andere zangers durfden dat gat niet in te vullen en nodigden Tomatito niet uit om hen te begeleiden... Gelukkig waren er ook een paar die dat wèl aandurfden; Enrique Morente, Chano Lobato en Carmen Linares zijn daar voorbeelden van.
Hij trad ook op met Folkzanger Carlos Cano en popster (in Spanje) Mecano.
In 1987 nam hij zijn eerste solo-CD op: "Rosas del amor" gevolgd in 1991 door de CD "Barrio Negro" waarop in een nummer de stem van Camarón voorkomt: "La voz del tiempo".
In 1998 schreef hij o.a. de filmmuziek voor de Duitse film "Bin Ich schön?".
In 2001 won hij de “César Award” voor de beste filmmuziek die hij schreef voor de film “Vengo” onder regie van Tony Gatlif.
Een bijzonder project was de CD “Sonanta suite” (2010), waarin hij zijn stukken samen speelt met het “Orquesta Nacional de España” (Het Spaanse Nationale Orkest); muzikanten die dus gewend waren om klassieke muziek te spelen. Ze hadden het vooral moeilijk met de gevraagdeflamencoritmes.
Flamencoartiesten hebben vaker met een orkest gespeeld, maar dan was het orkest meer de begeleiding van de flamencogitarist, bijvoorbeeld. In dit geval hebben de leden van het orkest echter alles meegespeeld; ze leerden en speelden bijv. zijn falsetas mee.
Hij deed het eerder in de CD “soy gitano” van Camarón, maar dit was dus andere koek. De eerste live-opname was al in september 2008 in de Matadero in Almería, waar ze zelfs een DVD opname gelijktijdig van maakten, maar omdat het weer niet meewerkte (veel wind) was de geluidskwaliteit niet goed genoeg om het op CD te zetten.
Het duurde vervolgens nog een tijd om wederom bij elkaar te komen en de stukken te spelen met een goede geluidskwaliteit in het Auditorio Nacional, die gebruikt kon worden om op CD uit te brengen. Het leverde hem, zoals eerder gememoreerd, een Latin Grammy Award op in 2010 voor beste flamenco-album.
Tegenwoordig woont hij in Aguadulce; een stadje / dorp ongeveer 10 km ten westen van Almería-stad.
Tomatito speelt een Tangos en een Bulerias
In 2013 krijgt hij een Latin Grammy Award voor zijn CD "Soy Flamenco".
DVD's waaraan hij heeft meegewerkt:
1995: Flamenco
2006: Morente sueña la Alhambra
2009: Pasión Flamenco, baile, cante, guitarra, vol. I
Solo-CD's:
1987:
1991: Barrio Negro
1997: Guitarra Gitana
2000: Spain
2000: Tomatito
2001: Paseo de los Castaños
2004: Aguadulce
2006: Spain again
2008: Anthology
2010: Sonanta suite
2013: Soy Flamenco
Meegewerkt aan de volgende CD's:
1979: "La Leyenda del Tiempo" (Camarón en Paco de Lucía)
1981: “Como el Agua” (Camarón de la Isla)
1983: “Calle Real” (Camarón de la Isla)
1984: “Viviré” (Camarón de la Isla)
1986: “Te lo dice Camaron” (Camarón de la Isla)
1987: “Flamenco Vivo” (Camarón de la Isla)
1987: “Cuando canta el pasado” (Vicente Soto Sordera)
1989: “Soy Gitano” (Camarón de la Isla)
1990: “Autorretrato Recopilatorio original” (Camarón de la Isla)
1990: “Cultura Jonda 22. Quince años de flamenco” (La Susi)
1990: “Pessoa Flamenco” (Vicente Soto 'Sordera')
1991: “Suenan las Campanas” (Pansequito)
1991: “Sacromonte” (Enrique Morente)
1991: “la noche y el día” (Enrique Melchor)
1992: “Gitanos de la plaza” (Ramón El Portugués)
1992: “B.S.O. "Demasiado corazón”
1992: “Andando por los caminos” (El Potito)
1992: soundtrack “sevillanas” Carlos Saura film
1992: “Potro de Rabia y Miel” (Camarón en Paco de Lucía)
1993: “Una Leyenda Flamenca. 1969-1992” (Camarón de la Isla)
1993: “Duquende y la guitarra de Tomatito” (Duquende)
1994: “Camarón Nuestro” (Camarón de la Isla)
1996: “Hecho a mano” (Chano Domínguez)
1996: “Mia pa los restos” (El Potito)
1996: “Omega” (Enrique Morente)
1996: “antología; la mujer en la cante” (Carmen Linares)
1997: “Punta Paloma” (Kiko Veneno)
1998: “Son del Sur”
1999: “Undebel” (Dieguito 'El Cigala')
1999: “El último cantaor” (El Potito)
1999: “Cuando el río suena” (Guadiana)
1999: “París 1987” (Camarón de la Isla)
1999: “de la zambra al duende” (Juan Habichuela)
2000: “Alabanza” (Montse Cortés)
2000: “un okupa en tu corazón” (Raimundo Amador)
2001: “Flamenco PA'TOS”
2002: “Con filosofía y amor (re-edición)” (Paco Toronjo)
2002: “El Corazón de mi gente” (Pepe de Lucía)
2002: “Como los gitanos éramos” (Pansequito)
2002: “Currichi” (Currichi)
2002: “Por Bulerias”
2002: “Por Soleá”
2002: “Canastero” (Parrita)
2003: “Luna Mora” (José Parra)
2003: “Cantando desde el cielo” (El Chino)
2003: “El Potito [Nuevos Medios colección]” (El Potito)
2004: “La Rosa Blanca” (Montse Cortés)
2004: “de Fiesta con nuestro Chino. Homenaje.” (El Chino)
2004: “Pa Saber de Flamenco 2”
2004: “Mondo Flamenco - Recopilation”
2005: “Sin Tanto” (Jesús del Rosario)
2005: “Mundo Amador” (Raimundo Amador)
2005: “Morente sueña La Alhambra” (Enrique Morente)
2005: “Picasso en mis ojos” (Diego El Cigala)
2005: “Pa saber de flamenco 3”
2008: “Rio de los Canasteros” (Diego Amador)
2009: “Alma vieja” (Joselito Montoya)
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Tomatito: