José Jiménez “El Viejín” (hij werd voorheen eerst “El Rubio” en vervolgens “Niño del Tupé” genoemd) werd geboren in Madrid in de wijk Caño Roto. Zijn familie zat diep in de flamencowereld; zijn vader, “El Tupé” was flamencodanser, zijn moeder “La Cuatro” ook en zijn oom “Nani” gitarist.
El Viejín
Op vijfjarige leeftijd debuteerde hij als gitarist in zijn eerste wedstrijd. Daar becommentarieerden men zijn spel als dat van een oude wijze man, een bejaarde, een “pequenín viejo sabio”, een piepkleine oude wijze, en zo kreeg hij zijn bijnaam “El Viejín”. Op zijn dertiende speelde hij in het tablao El Corral de la Morería in Madrid, een tijd waarin hij veel leerde. Hij bleef er gedurende 8 jaar spelen.
Hij werd vooral bekend als begeleider van dansers als Lola Greco, Güito en Faíco. Eind jaren zeventig werd hij een bekend gitarist en in de jaren 80 werd hij de meest bekende Madrileense flamencogitarist. Hij werd sterk beïnvloed door Sabicas. Hij werd ook bekend als componist. Zo maakte in 1986 de muziek voor het ballet van Rafael Aguilar. Twee jaar later ontving hij de prijs voor de beste muziek voor dans in de wereld, georganiseerd door de Italiaanse TV-zender RAI.
Met Antonio Canales vormde hij een creatief duo dat met groot succes een aantal voorstellingen in elkaar zette zoals “Torero”, “Gitano”, “Bernarda”, “A cuerda y tacón”. Vervolgens componeerde hij stukken voor Joaquín Cortés, zoals bijv. “Pasión Gitana”. Hij was degene die in 1997 de muziek componeerde die gebruikt werd in de flamencodocumentaire “Flamenco women” van Mike Figgis.
El Viejín
Hij werd door Paco de Lucía in 198 gevraagd om een tijd in diens sextet plaats te nemen en tourde met hem door Spanje en Latijns-Amerika.
In datzelfde jaar nam hij zijn tot nu toe enige solo-album op “Algo que decir” waarop ook Paco de Lucía meespeelt. Hij kreeg voor dit album de onderscheiding “beste album van het jaar” van de Spaanse pers.
Hij speelt daarnaast op albums van anderen mee, zoals bijvoorbeeld ‘Gitana soy’ van Remedios Amaya, ‘Alabanza’ van Montse Cortés en ‘Cuando el río suena’ van Guadiana.
Het gerucht doet de ronde dat hij een blessure heeft, lijkende op RSI, die hem het spelen belet.