Tony werd in de schoot van een Andalusische zigeunerfamilie in de buitenwijken van Algiers geboren. Zijn vader was een Kabyle, lid van de grootste bevolkingsgroep in Algerije bestaande uit Berbers, en zijn moeder was een Roma zigeunerin.
Tony Gatlif
Op zijn twaalfde jaar verliet hij zijn familie om een gedwongen huwelijk te ontlopen en verbleef in het centrum van de stad op straat als schoenenpoetser. De autoriteiten deden verwoede pogingen om de kinderen van straat te krijgen, maar deze haten de scholen met hun hekken die eromheen staan en de banken waarin ze geacht werden te zitten.
Als gevolg van een lagere schoolleraar die wekelijks een film op een 16mm projector vertoonde op school, ging uiteindelijk toch een aantal kinderen naar diezelfde lagere school. In de klas ontdekte hij op school de magie van film. Zoals vele anderen verliet Tony Gatlif Algerije begin jaren 60 om naar een betere toekomst te zoeken in Frankrijk. Hij kwam er als Romazigeuner met lege handen aan en viel in een straatleven vol met criminaliteit en opvoed- en opvanginstellingen.
Overdag sloop hij bioscoopgebouwen binnen om op warme plekken te kunnen slapen. Op een avond na een optreden van zijn idool, Michel Simon, zocht hij diens kleedkamer op en deed een klein stukje toneel voor hem. De acteur schreef een aanbevelingsbrief voor hem die hem daadwerkelijk hielp om op een acteercursus geaccepteerd te worden in Saint-Germain-en-Laye.
Een paar jaar later deelde hij het toneel met een andere beginner; Gérard Depardieu.
Daarnaast schreef hij in die tijd zijn eerste filmscenario; “La rage au poing” geïnspireerd op de gebeurtenissen die hem overkwamen in zijn jeugd.
In 1975 maakte hij zijn eerste film; “La tête en ruine”.
In 1981 maakte hij zijn eerste zigeunerfilm “Corre Gitano”. De film “Les Princes” werd in 1983 zijn doorbraak. Het is een film over het harde leven van zigeuners in de buitenwijken van Parijs.
Hij bleef verbonden aan het zigeunerthema toen hij in 1992 de film Latcho Drom” uitbracht die m.n. de zigeunermuziek uitlichtte en waarin hij zich liet leiden door de weg die hun muziek afgelegd had, van India tot in Andalucía.
In 2000 maakt hij de film “Vengo” over de rivaliteit tussen twee Andalusische families. Aan deze film deed – niet dansend – Antonio Canales mee.
Tony Gatlif
“Exils” werd in 2004 zijn veertiende film die het erg goed deed in Cannes tijdens het filmfestival; hij won er de prijs van de beste regisseur mee.
Overzicht van de films die Tony Gatlif gemaakt heeft:
1975: La Tête en ruine
1978: La terre au ventre 1981: Corre gitano 1981: Canta gitano
1982: Les Princes
1985: Rue de départ
1989: Pleure pas my love
1990: Gaspard et Robinson 1993: Latcho Drom
1995: Mondo
1997: Gadjo dilo
1998: Je suis né dúne cigogne 2000: Vengo
2001: Swing
2004: Exils
2006: Transylvania 2007: Verties du Flamenco a la Transe
2009: Korkoro
2012: Indignados
De film "Canta Gitano" met dans van Mario Maya is hieronder in zijn geheel te zien: