Antonio Pitingo is de kleinzoon van “La Pitinga” en zoon van een visser die toetrad tot de Guardia Civil.
De familie aan zijn moederskant is van de familie Carpio, Jerez.
Hij verhuisde van Huelva naar Madrid, niet voor flamenco maar om werk te vinden, en vond werk op vliegveld Barajas waar hij bagage uit- en inlaadde onder het zingen van Bulerías en Malagueña. Hij trad toe tot een soulband als zanger en trad daar ook mee op, maar zijn hart lag bij flamenco. Zijn tante, die in Madrid voor hem zorgde en waar hij woonde, nam hem een avond mee naar een bar “El Mago”. Een bar die vaak op woensdag bezocht werd door flamencoartiesten zoals Enrique Morente, Carmen Linares, etc. en hij zong er. Zijn flamencocarrière begon dáár. Hij zong vervolgens ook in flamencotablaos zoals “Café de Chinitas”, “Torres Bermejas”, “Casa Patas”etc. waar hij zong voor danseressen als Mari Paz Lucena.
Vervolgens trad hij ook op bij señoritos. De vroegere negatieve klank daarvan is verminderd; vroeger gingen de zangers erheen om te zingen, en hun geld betaald te krijgen terwijl niemand enige aandacht aan ze schonk. Tegenwoordig is er meer sprake van flamencoliefhebbers die respect hebben voor de flamencozanger.
Op enig moment nam Ricardo Pachón hem onder contract en maakte hij zijn grote debuut in het Flamencofestival Flamenco Pa Tós (Flamenco voor iedereen). Hij reisde de wereld over en trad op in volle theaters in Flamencofestivals zoals die in de U.S.A. Hij zong o.a. met Gerardo Núñez, Belén Maya, en het Spaanse Nationale Ballet.
Hij zong een liedje op een verzamelalbum en dat vaak werd gedraaid op de radio. Daardoor ontstond er interesse van Universal (Platenmaatschappij). Hij mocht zijn eigen producer uitzoeken, waaronder Javier Limón zat. Maar hij koos, omdat hij hem volledig vertrouwde en overtuigd was van zijn encyclopedische kennis van flamenco, José Manuel Gamboa.
In april 2006 nam hij zijn eerste CD op met als begeleider Juan en Pepe Habichuela; “Pitingo con Habichuelas”, een titel waarvan hij later zei: “het lijkt wel een gerecht!”.
Hij maakte zijn tweede album “Soulería”, een mix van flamenco & soul & gospel (en dan ook met een Amerikaans gospelkoor). Dat bracht hem in de Album Top-10 in Spanje. Daar is hij nu ook bekend om. Hij neemt veelal wereldbekende liedjes en zet daar een flamencoritme onder. Zo zingt hij “What a Wonderful World” op soleá. Er zijn puristen die het verafschuwen en hij heeft tegelijkerijd vele volgers (ik beschouw mezelf niet als een purist, maar voor mij is dit niet weggelegd). Wel vlecht hij blijkbaar, aan de hand van José Manuel Gamboa, popliedjes en traditionele flamenco in elkaar, waardoor mensen die komen vaak voor het eerst flamenco horen, terwijl ze het niet in de gaten hebben; en dat lijkt me weer wél een goede ontwikkeling.
Pitingo laat zich de laatste jaren bij live-optredens steeds begeleiden door een andere "Habichuela", Juan Carmona.
.
Overzicht van de albums die hij uitbracht:
2006: Pitingo con Habichuelas
2008: Soulería
2010: Olé y Amén
2011: Malecón Street
2014: Cambio de Tercio
Antonio Pitingo met "killing me softly"
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Antonio Pitingo: