Gehuwd met Amparo en ze hebben 2 zonen: Rafael en Diego. Hij is inmiddels ook al opa
Diego el Cigala, neef van de mythische Rafael Farina (zijn moeder is de zus van Farina), werd geboren in Calle de provisiones in Madrid en groeide op bij het Rastro samen met zijn vrienden Ray Heredia en Sorderita.
Hij voetbalde graag maar als hij de klanken van een gitaar hoorde luisterde hij gelijk of begon te zingen.
De eerste flamencotonen hoorde hij uit de mond van zijn oom Farina en daarnaast van Bambino en Camarón.
Met zijn oprechte passie voor flamenco zou hij uiteindelijk zijn publiek veroveren. Hij zocht een bestaan binnen de muren van "Amor de Dios" in Madrid, waar hij in de lessen zong bij Güito, Manolete, La Tati en anderen.
Zijn moeder zong, maar niet professioneel in tegenstelling tot zijn vader die als José de Córdoba optrad in tablaos als Torres Bermejas, El Corral de la Pacheca en Arco de Cuchilleros.
De naam "El Cigala" is hem gegeven door de Losada broers en niet, zoals vaak verteld, door Camarón.
Op zijn twaalfde won hij een Certamen Flamenco (zangwedstrijd) in Getafe, een buitenwijk van Madrid en een prijs in een TV-programma "Gente Joven".
Al snel begon hij op te treden tijdens flamencovoorstellingen in theaters waar hij voor dans zong bij o.a. Cristobal Reyes, Mario Maya, Manolete, Farruco en Güito. Ook zong hij mee op CD's van Camarón, Tomatito, Gerardo Nuñez en Vicente Amigo. Hij is als zanger te horen bij de Misa Flamenca die Paco Peña opnam.
Diego el Cigala samen met Jerónimo
In 1997 begon hij aan zijn solocarriere. Hij debuteerde mijn zijn eerste CD "Undebel".
In 2000 kwam zijn tweede CD uit "Entre vareta y canasta". Een van de eigenaren van het platenlabel stelde hem voor aan Fernando Trueba (Spaanse filmmaker). Deze maakte vervolgens de videoclip bij de gelijknamige single.
In 2001 kwam "Corren el Tiempos de Alegria" uit met medewerking van een paar jazz artiesten die ook optraden in een film van Trueba, "Calle 54". Dit album werd genomineerd als beste flamencoalbum bij de Latijnse Grammy-awards.
Hij werkt vervolgens mee aan een CD van de trompettist Jerry Gonzalez, waar hij het nummer "Gitanos de la cava" zingt. Met veel succes traden ze samen vervolgens op.
In 2002 veroverde hij het publiek in Madrid met zijn optreden in het Teatro Real. De voorstelling werd vervolgens ook op CD uitgebracht met als begeleidingsgitarist Niño Josele.
Toen de film Calle 54 nog niet uit was zag Cigala een stukje ervan waarin Bebo Valdes en Cachao het nummer "lágrimas negras" speelden. Hij vond het geweldig en wilde persé een nummer met Bebo opnemen.
Cigala en Bebo Valdes
Na een ontmoeting met Bebo zong hij het nummer "amar y vivir" met begeleiding van Bebo; het werd het eerste nummer dat op de CD "corren el tiempos de alegria" verscheen. Dat was het begin van een verdere samenwerking die erg succesvol zou blijken te gaan worden. Er was echter geen platenmaatschappij geïnteresseerd in een investering in een CD van hem en Bebo. Aldus was het Fernando Trueba die de twee opnieuw bij elkaar bracht om een CD te kunnen gaan opnemen.
Bebo realiseerde zich ook dat hij hiermee geen jaren meer mee zou kunnen wachten: hij was de jongste niet meer. Met z'n drieën gingen ze aan het werk en het album "lágrimas negras" werd opgenomen. Aan het einde van het jaar deden ze een optreden in Miami waar ze de nummers van lagrimas negras speelden en het werd een doorslaand succes met juichende kritieken.
Hij werd in de kranten de nieuwe "Frank Sinatra" genoemd (naar mijn mening hadden ze dat nu net niet moeten zeggen, want vervolgens ging hij zich op het podium ook zo gedragen; zingen, zittend op een barkruk, bij wijze van spreken met een sigaret in de ene en een whiskey in de andere hand).
Het album verscheen in 2003 geproduceerd door het platenlabel "calle 54"... het zou gedurende 2 jaar in de hitlijsten blijven staan. Hij kreeg maar liefst 5 nominaties voor de Latino Grammy Awards.
Vervolgens werkte hij ook mee aan een nummer op de nieuwe CD van Paco de Lucía (Cositas buenas); hij deed daar het nummer "el tesorillo" en deed de titelsong "suspiro de España" bij de film van Fernando Trueba "Soldados de salamina".
Trueba realiseerde ook de DVD "blanco y negro" waarop de repetities e.d. van de opnames van "lágrimas negras" te zien zijn.
In 2005 nam hij een flamenco-album op gewijd aan Picasso; "Picasso en mis ojos". O.a. Tomatito en Paco de Lucía werkten hieraan mee. In Spanje en Venezuela werd dit album goud.
In 2006 bracht hij vervolgens een compilatie uit van 5 CD's van zijn eerder verschenen albums.
In dat zelfde jaar trad hij ook samen op met Salif Keita, de "gouden stem van de Afrikaanse muziek" genoemd, tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla.
Met "Picasso en mis ojos" behaalde hij een Grammy award als beste flamenco album dat jaar en de DVD "blanco y negra" kreeg eveneens een Grammy.
Om voort te kunnen borduren op het succes van "lágrimas negras" nam hij een CD op "dos lágrimas" waarop boleros, coplas en tangos opgenomen werden. Het succes van "dos lágrimas" was echter onbereikbaar.
In 2010 nam hij in samenwerking met de krant "El País" de CD "Cigala & Tango" op. Op deze CD staan zuid-amerikaanse tangos verzameld.
Je kon de CD voor 10,- alleen kopen bij de kiosken die "El País" verkochten. Op de eerste dag werden er bijna 75.000 van verkocht. Hij kreeg een Latin Grammy voor deze CD en een gelukstelegram van Zapatero op diens laatste dag van zijn Minister-presidentschap: iets wat bij Cigala grote indruk maakt; "hij heeft op zijn laatste dag toch wel andere dingen aan zijn hoofd zou je denken, en dan dít bericht!".
Toen hij in Buenos Aires was voor de opnames van de CD had hij een huisje gehuurd om met vrouw en kinderen ter verblijven. Op enig moment brak er 's nachts een noodweer los met o.a. grote hagelstenen. Zijn jongeste zoontje kwam vervolgens huilend naar de slaapkamer van zijn ouders. Cigala, enigzins geirriteerd, bracht hem weer terug naar zijn slaapkamer en zag daar tot zijn ontsteltenis dat het dakraam kapot gegaan was en er lagen allemaal hagelstenen in zijn zoontjes bed. De volgende dag sprak hij met een buurvrouw en vroeg haar of dergelijk weer vaker voorkwam in die buurt. De vrouw ontkende; zij vermoedde dat het zijn stem was die daartoe geleid had..... Ciagala voelde zich vereerd met dat commentaar.
Eveneens leende hij inmiddels zijn stem aan een flamencoscene in de animatiefilm "Toy Story 3" waarin Buzz Lightyear een stukje flamenco zingt...
Het is een man die armoede heeft gekend en ooit een straatschoffie was en door een aantal hit-CD's een groot succes werd met alle financiële verbeteringen die daarbij horen. Op foto's is nogal eens zijn voorliefde voor veel opzichtige juwelen terug te zien; dat past bij een groot deel van gitanos en in ieder geval bij hem.
In 2013 besloot hij naar Dominicaanse Republiek te emigreren met zijn hele familie: Spanje kon hem niet meer bekoren met zijn politiek.
CD's:
1997: Undebel
2000: Entre vareta y canasta
2001: Corren tiempos de alegría
2002: Diego Cigala con Niño Josele. Directo en el Teatro Real.
2003: Lágrimas negras
2004: Corren tiempos de alegría + Teatro Real
2005: Picasso en mis ojos
2008: Dos lágrimas
2010:
Cigala & Tango
2013: Romance de la luna Tucumana
DVD's:
2003: Blanco y negro
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Diego el Cigala: