Vanaf zijn vroege jeugd was Duquende fan van Camarón.
Hij begon rond zijn vijfde levensjaar zelf - thuis - te zingen. Terwijl zijn vriendjes op straat voetbalden, leerde hij alle teksten van de liedjes van Camarón uit zijn hoofd.
In 1974 zag hij een aankondiging van een optreden van Camarón in zijn geboorteplaats, Sabadell. Hij overtuigde zijn ouders ervan dat ze samen de voorstelling zouden gaan bijwonen; en zo geschiedde. Daar aangekomen drong hij er bij zijn ouders op aan om backstage naar Camarón te gaan en met wat hulp van een vriend van de familie stemde zijn ouders na veel discussie in. Toen ze backstage kwamen en Camarón ontmoetten zong Duquende een paar liedjes voor hem. Camarón was zo onder de indruk dat hij naar Turrunero liep, de voorzitter van het festival, met de vraag of de jongen niet een nummer op het podium mocht zingen; Camarón zou dan even zijn plaats aan hem afstaan en hem op gitaar begeleiden.
Dat was akkoord en zo gebeurde het dat Duquende als zigeunerjongetje op 9-jarige leeftijd zijn eerste publieke flamenco-optreden beleefde in zijn geboorteplaats.
Hij had zijn droom waargemaakt en Camarón was ervan onder de indruk geraakt.
Duquende zou vanaf dat moment nog beter zijn best gaan doen om zijn zangkwaliteiten te verbeteren.
Zijn ouders ontvingen vervolgens talloze aanbiedingen om de jongen te laten zingen op andere podia, maar zij weigerden omdat ze hem daar nog veel te jong voor vonden (en dat is heel goed voor te stellen lijkt mij).
Duquende en Tomatito
Voordat hij echt doorbrak trad hij, zoals zo velen voor hem, vooral op in flamencopeñas en ander kleine gelegenheden waar hij verder werkte aan zijn zangtechniek en uitbreiding van zijn palos die hij wilde beheersen.
Hij werd wel steeds vergeleken met Camarón, zowel wat betreft zijn stem als de wijze waarop hij zingt. Hij wordt dan ook vaak een "Camaronero" genoemd: een volger van Camarón, en daar schaamt hij zich niet voor. Sterker nog, het irriteert hem dat mensen die Camarón "volgen" altijd kunnen rekenen op enige kritiek - alsof zij zich daarvoor zouden moeten schamen - terwijl mensen die bijv. een volgeling zijn van Enrique Morente hiervan verschoond blijven.
Hij heeft het meest qua flamenco zingen geleerd van zijn moeder; hij moest dagelijks na het eten verschillende palos zingen waarbij zijn moeder hem steeds verbeterde v.w.b. bijv. op welke plek hij moest inzetten met zingen, waar hij moest ademhalen en waar juist niet, etc.
Zijn moeder zong zelf ook flamenco en haar vader zong en speelde flamencogitaar.
Toevallig in het jaar dat hij doorbrak (1992) en in de grote zalen kon optreden, zoals het Palau de la Música in Barcelona, het Auditorio Nacional de Música in Madrid, het Auditorio Manuel de Falla in Granada, het Palau de la Música in Zaragoza, het Teatro Lope de Vega en het Teatro Central in Sevilla, etc. overleed zijn moeder, zijn - zoals hij het noemde - artistieke spiegel.
In 1993 verscheen zijn eerste CD "Duquende y la guitarra de Tomatito". Tomatito was degene die Duquende in Madrid introduceerde. Ze hebben samen enkele jaren getourd. Zoals bekend was Tomatito in het tweede deel van de carriere van Camarón zijn vaste gitarist.
In 1996 was hij de eerste flamenco-artiest die gevraagd werd om een recital te zingen in het Parijse Champs-Elysée Theater.
In 1997 vond er voor zijn carriere een belangrijke gebeurtenis plaats: Paco de Lucía vroeg hem in zijn sextet om de plek van de vertrekkende broer van Paco, Pepe de Lucía, in te nemen (Paco was ook een groot deel het eerste deel van de carriere van Camarón zijn gitarist). Vanaf dat moment tourde hij met Paco de Lucía en zong op de CD's "Luzia" en "Cositas buenas".
Paralel daaraan, en dus zonder het sextet te verlaten, werkte hij ook gestaag door aan zijn persoonlijke carriere.
In 2000 volbracht hij een grote tour langs de Europese hoofdsteden en in de U.S.A. Daarbij trad hij o.a. op in het Central Park in New York.
Hij zong ook in de film van Carlos Saura; "Flamenco".
Hij werkt samen de grootste gitaristen zoals de zojuist genoemde maestro Paco de Lucía, maar ook met Vicente Amigo, Tomatito, Juan Habichuela, Juan Manuel Cañizares, Moraíto Chico, etc.
Tijdens een radio-interview op 20-jarige leeftijd van Duquende vroegen ze hem een stukje te zingen en brachten daarvoor een jonge gitarist in de studio om hem te begeleiden: dat was de eerste maal dat Duquende kennismaakte met Chicuelo.
De afgelopen jaren werkt hij vaker samen met Chicuelo, zowel de live-optredens als bij zijn CD-opnames.
Paco de Lucía zei over hem; "In Barcelona hebben ze een flamencogrootheid (un monstruo), Duquende, hij bezit de magie van zang, inspiratie en techniek".
In 2000 nam hij zijn tweede CD op: "Samaruco". Daarop bevestigde hij zijn kunnen zoals hij dat al jaren op de diverse bühnes had laten horen. Het is ontstaan als een idee van Isidro Sanlúcar, de broer van manolo Sanlúcar, die de CD ook geproduceerd heeft. Op deze CD doet Duquende nummers die niet "van hem" zijn. Daarvoor gebruikte hij uiteindelijk "mi forma de vivir"...
Het uitkomen van zijn CD "Mi forma de vivir" werd vertraagd omdat Paco de Lucía beloofd had een tangos erop te zetten van Duquende. Duquende zong die al een jaar live met Niño Josele en met Chicuelo, maar wilde hem begeleid hebben door Paco.
Uiteindelijk lukte dat toch niet en werd het nummer opgenomen met Chicuelo's begeleiding.
De foto die gebruikt werd op de cover van de CD werd gemaakt toen Duquende een keer dronk in het bijzijn van een fotograaf bij een bron naast Duquendes eigen huis.
Enige tijd daarna bracht hij een eerdere opname uit op CD "Live in Cirque d'Hiver" van zijn optreden in Parijs in het beroemde theater. Dat was overigens precies 20 jaar nadat Camarón daar opgetreden had en waarvan een DVD is uitgebracht. Volgens Duquende is dat trouwens puur toeval en zeker niet zo gepland.
Overigens betekent Duquende in de taal van Russische zigeuners "duende". Een vriend van hem, zijn eerste manager, gaf hem die naam.
Toen hij in het begin optrad in peñas noemden ze hem "el camaroncillo de Vallés".
CD:
1988: Soy el duende
Destijds als LP uitgebracht onder de naam "fuego primo fuego"; Soy el duende werd in 1997 als CD uitgebracht.
1989: A mi aire
Destijds als LP uitgebracht en werd in 2003 als CD uitgebracht.
1993: Duquende y la guitarra de Tomatito
1993: Duquende con Manzanita
2000: Mitos de la música Española. Éxitos.
2000: Samaruco
2005: Mi forma de vivir
2006: Qawwali Jondo (CD + DVD)
2006: Live in Cirque d'Hiver
2012: Rompecabezas
Medewerking verleend aan de volgende CD's:
1996: Borboreo (Juan Carmona)
1997: Flamenco, the rough guide
1998: Luzía (Paco de Lucía)
1998: En un ratito (opnames in de kelder van flamencobar "Candela")
2000: Cómplices (Chicuelo)
2000: Caminos nuevos
(Juan Carmona)
2002: Flamenco de Carlos Saura, volumen 1
2002: Nuevos Medios Colección
2002: Homenaje a Jeros (los Chicos)
2003: Pa saber de flamenco
2004: Los jóvenes flamencos vol. 3
2004: El flamenco es universal, vol. 4
2004: Pa saber de flamenco 2
2005: Limón
2006: Carácter Flamenco
Overzicht van de optredens die ik live meegemaakt heb van Duquende:
Mei 2004
Leopoldsburg (B), Cultureel Centrum
Augustus 2004
Alicante, Plaza de Toros
Augustus 2005
Murcia, festival "Cante de las Minas" in La Unión
Oktober 2005
Madrid, Sala Clamores
Februari 2019
Amsterdam - Muziekgebwou aan 't IJ / Dani de Morón