Ze was kleindochter van Fernando Peña Soto Pinini, en zus van Bernarda de Utrera.
Tegen de wens van haar vader in en op advies van Antonio Mairena begon ze met flamencozingen en publieke optredens.
Ze verscheen samen met haar zus Bernarda de Utrera in de film “Duende y Misterio del flamenco” in 1952.
Ze werd o.a. onderscheiden met de zilveren medaille van Andalucía.
Fernanda de Utrera zingt bulerías, begeleid door Diego del Gastor
Haar 40e verjaardag was gepasseerd en ze was al een beroemdheid toen ze ging optreden in New York. Ze woonde toen nog bij haar moeder in huis. Ze vertelde haar echter dat ze naar Barcelona ging, anders had ze nooit toestemming gekregen om te vertrekken…
Ze was dus vooral beroemd om haar soleá, maar zong daarnaast ook goed bulerías, tangos, fandagos en cantiñas van haar grootvader (El Pinini). Ze had een donkere stem die de emotie goed overbracht.
Tussen 1962 en 1964 traden ze op in het Tablao Flamenco “Las Brujas” in Madrid.
Haar carrière liep parallel aan die van haar zus, Bernarda, aangezien ze meer dan 50 jaar gezamenlijk optraden.
Ze begonnen hun professionele carrière aan de hand van Antonio Mairena die hen naar Madrid leidde en waar ze vervolgens optraden in tablaos, zoals “Zambra”, “El Corral de la Morería”, “Torres Bermejas” en “Las Brujas”.
Tijdens het Concurso Nacional de Arte Flamenco de Córdoba in 1957 won ze de Premio de soleares y bulerías.
In 1967 werd haar de Premio Nacional de Cante de la Cátedra de Flamencología de Jerez de la Frontera toegekend.
In 2005 kreeg ze de “Medalla de Oro al Mérito en Las Bellas Artes”
Ze speelde in een drietal films / documentaires mee:1952: “Duende y misterio del Flamenco” van Edgar Nevill 1971: “La novicia rebelde” van Luis Lucía 1995: “Flamenco” van Carlos Saura
In de laatste jaren van haar leven leed ze aan Alzheimer.
Op 24 augustus 2006 overleed ze aan de gevolgen van een hartstilstand.