Manuel Vallejo werd geboren in Sevilla op 15 oktober 1891 en stierf in zijn geboorteplaats op 7 augustus 1960.
Hij was artiest in het tijdperk dat we achteraf de "Opera flamenca" genoemd hebben.
Hij begon op te treden in zijn stad bij privégelegenheden en in de Café Cantantes van die tijd.
Zijn populariteit was op een hoogtepunt in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, waarin hij talloze plaatopnames maakte en deel uitmaakte van vele gezelschappen die flamenco-optredens gaven.
Zijn eerste plaatopname dateert van 1923 waarop hij begeleid wordt door Ramón Montoya.
Manuel Vallejo krijgt uit handen van
Antonio Chacón de "Copa Pavón"
In 1925, won hij de "La Copa Pavón", in een wedstrijd gejureerd door o.a. Don Antonio Chacón "El rey del cante jondo" (de koning van de cante jondo) van dat moment en Marchena. Ze hadden beiden een voorkeur voor Vallejo, dus werd hem de prijs uitgereikt in aanwezigheid van Ramón Montoya.
Een jaar later deed hij weer mee en was de beste.. echter omdat het de organisatie niet handig leek om 2 jaar achtereenvolgend dezelfde zanger te laten winnen, werd gekozen voor een andere deelnemer; "Manuel Centeno".
Deze onrechtvaardigheid werd rechtgetrokken door zijn aanhangers...
Want op 5 oktober 1926 ontving hij uit de handen van Manuel Torre, de "Llave de Oro del cante" een prestigieuze onderscheiding, slechts aan zeer weinigen toegekend, als eerbetoon voor zijn bewezen diensten ten gunste van flamenco.
Deze prijs werd tussen 1868 en 2005 slechts 5 maal uitgereikt aan zangers.
In 1928 trad hij o.a. op tijdens een tour door Spanje samen met Don Antonio Chacón waarvoor hij 500 pesetas per dag ontving.
Aan deze voorstelling, genaamd "Solemne fiesta andaluza" deden o.a. ook mee; La Niña de los Peines, Ramón Montoya, El Estampío en Frasquillo.
Tot aan de Spaanse Burgeroorlog (1936 - 1939) nam hij talloze platen op, maar het uitbreken van deze oorlog stopte zijn productie.
Na afloop van de oorlog hervatte hij zijn zangloopbaan en zong bijv. ook in de company van Juanito Valderrama.
Zijn plaatopnames bevatten zo'n beetje alle palos die in die tijd gezongen werden.
Hij was een zanger die alle stijlen goed zong en beheerste en in die tijd - vanwege de populariteit van de palo - vaak fandangos zong.
Hij was een uitstekend zanger van seguiriyas en exeptioneel in de buleria, die hij overigens ook op een erg goede manier kon dansen, tijdens het zingen!
Maar hij was een zanger met een aantal eigenaardigheden waardoor het moeilijk was om gitaristen te vinden die hem wilden begeleiden, i.v.m. de problemen die zijn gedrag veroorzaakten.
In 1960 overleed hij aan een bloeding na gedurende 6 dagen opgenomen te zijn geweest in een ziekenhuis in Sevilla.
22 Jaar later, in 1982, werd een gedenkplaat geplaatst aan de muur van het huis waar hij geboren werd in Sevilla.