flamenco canon mensen
 Home
Home > Flamenco > Canon > Artiesten
 

Flamenco-canon artiesten

Een overzicht van de 75 belangrijkste flamenco-artiesten
die iedere flamencoliefhebber “moet” kennen;
45 artiesten uit het verleden en een 30-tal uit de huidige tijd.
Uiteraard een zeer arbitraire lijst waar menigeen het niet mee eens zal zijn; tja.

VERLEDEN TIJD
           
ZANGERS GITARISTEN DANSERS
           
Geb. Naam Geb. Naam Geb. Naam
           
1785 "El Planeta" 1829 José Patiño 1855 Trinidad "La Cuenca"
1820 "El Fillo" 1832 Julián Arcas 1870 Juana "La Macarrona"
1823 Silverio Franconetti 1840 Paco "El Barbero" 1872 "La Malena"
1844 Juan Breva 1852 Francisco Tárrega 1879 "El Estampío"
1848 Enrique "El Mellizo" 1859 Paco "El de Lucena" 1888 Vicente Escudero
1850 Tomás "El Nitri" 1868 Javier Molina 1889 Pastora Imperio
1869 Don Antonio Chacón 1879 Ramón Montoya 1890 "La Argentina"
1880 Manuel Torre 1892 Manolo de Huelva 1898 "La Argentinita"
1890 Niña de los Peines 1894 Perico "El del Lunar" 1912 Pilar López
1891 Manuel Vallejo 1904 Niño Ricardo 1913 Carmen Amaya
1891 Juan Talega 1907 Melchor de Marchena 1921 Antonio
1893 Tomás Pavón 1908 Diego del Gastor 1932 Faíco
1903 Pepe Marchena 1912 Sabicas 1936 Farruco
1909 Manolo Caracol 1947 Paco de Lucía 1936 Antonio Gades
1909 Antonio Mairena 1952 Niño Miguel 1937 Mario Maya
1942 Enrique Morente      
1950 Camarón        
           
HUIDIGE TIJD
           
ZANGERS GITARISTEN DANSERS
           
Geb. Naam Geb. Naam Geb. Naam
           
1932 Fosforito 1943 Manolo Sanlúcar 1942 Güito
1951 Carmen Linares 1958 Tomatito 1945 Manolete
1954 Pele 1960 Manolo Franco 1946 Cristina Hoyos
1955 José Mercé 1961 Gerardo Nuñez 1958 Manuela Carrasco
1965 Mayte Martín 1962 Rafael Riqueni 1961 Antonio Canales
1965 Duquende 1966 Juan Manuel Cañizares 1963 María Pagés
1968 Diego "El Cigala" 1967 Vicente Amigo 1966 Belén Maya
1973 Miguel Poveda 1968 Chicuelo 1970 Eva La Yerbabuena
1976 Potito     1971 Sara Baras
1977 Arcángel     1982 Farruquito
           

 

Verleden tijd

ZANGERS

El Planeta (1785 - 1850)

El Planeta is geboren in 1785 in Jerez de la Frontera en is een van de eerste flamencozangers. We weten erg weinig van hem. Zijn geboorteplaats is onzeker en we zijn zelfs niet zeker van zijn achternaam, vandaar dat er bij beschrijvingen alleen aan zijn bijnaam gerefereerd wordt; El Planeta. Hij was een zigeunersmid en aan hem wordt de uitvinding van de Martinete toegeschreven. Hij stond bekend om zijn goede vertolking van de Caña en Polo. Hij zou ook goed geweest zijn in siguiriyas, incl. de subvormen Livianas en Cabales.
Hij heeft zijn bijnaam gekregen omdat hij vaak over de sterren en de hemel zong. Zigeuners geloofden in de sterren en hun machten/krachten.

Biografie van "El Planeta"

El Planeta

 

naar boven

El Fillo (1820 - 1878)

El Fillo, geboren in 1820 in Puerto Real en overleden in 1878 in Sevilla, was vriend en leerling van "El Planeta" en heeft lange tijd met hem gezongen m.n. in barrio Triana in Sevilla. Hij was ook voorbeeld voor iedereen die flamenco ging zingen; kortom een groot zanger die alle stijlen beheerste. Zijn echte naam was Francisco Ortega Vargas. Hij was ook de oom van Tomás "el Nitri".
Zijn stem was ruw en klonk bijna "versleten". Deze stem stond vervolgens model voor de soort stem waarmee flamenco "hoorde gezongen te worden". Men noemt dat sindsdien een "stem zoals die van Fillo" oftewel een "voz afilla", afgeleid dus van zijn bijnaam. Hij was de eerste flamencozanger die betaald werd om op te treden.

Biografie van "El Fillo"

El Fillo

naar boven

Silverio Franconetti (1823 - 1889)

Silverio Franconetti werd, als vierde van in totaal zes kinderen, geboren op 6 oktober 1823 in Sevilla en overleed in dezelfde stad op 30 mei 1889. Hij had een Italiaanse vader en een Spaanse moeder. Hij bracht zijn jeugd door in Morón de la Frontera en werd, opgeleid door zijn oudere broer en zijn vader, kleermaker van beroep. Silverio opende zijn eigen Café Cantante in de lente van 1881; "Café de Silverio" (calle Rosario 4, Sevilla) en hier maakte hij furore mee. Hij nodigde de meest bekende artiesten uit en trad hij zelf ook geregeld op. Hij werd erg beïnvloed door "El Fillo" waarmee hij een tijd lang een bijna familiaire band had. Van hem leerde hij zowat "alles". Hij nam de zang van hem over maar transformeerde die wel weer naar zijn eigen stijl. Sommige subpalos zijn naar Silverio vernoemd.

Biografie van Silverio Franconetti

Silverio Franconetti

naar boven

Juan Breva (1844 - 1918)

Antonio Ortega Escalona, bijgenaamd Juan Breva, werd geboren in 1844 in Velez Málaga. Hij stond bekend om zijn vertolkingen van de malagueñas. Het was de eerste maal dat er opeens een soort van zang populair werd die nu eens niet vanuit het westen van Andalucía kwam, maar vanuit de buurt van Malaga. Tot dan toe waren het dus steeds de zigeunerzangers vanuit het westen geweest: Juan Breva veranderde dat. Hij zong een vorm van malagueñas die afgeleid was van de Verdiales, schreef de meeste van zijn eigen teksten en begeleidde zichzelf op de gitaar.
De ontdekking van Antonio Chacón als flamencozanger met een grote toekomst is ook aan Juan Breva toegerekend.
Op 8 juni 1918 overleed hij in Vélez-Málaga.

Biografie van Juan Breva

Juan Breva

naar boven

Enrique el Mellizo (1848 - 1906)

Francisco Antonio Enrique Jiménez Fernández, bijgenaamd "Enrique el Mellizo" werd in een zigeunergezin in Cádiz geboren op 1848. Hij overleed in 1906.
Enrique zorgde voor een doorbraak door de malagueñas met zijn afilla-stem te zingen en er zo een veel dieper flamencogevoel aan te geven.
Enrique was een "puntillero" (helper van een stierenvechter) van de stierenvechter Manuel Hermosilla en daarnaast slager van beroep, een vak dat hij zijn hele leven uitoefende in het abbatoir in Cádiz. Door te zingen in de Cafe Cantantes in Cádiz verdiende hij erg geld bij. Hij werd algemeen erkend voor zijn geweldig mooie zang, hoewel hij nooit een LP maakte. Hij werd vergeleken met iemand als Chopin in de klassieke muziek. Vooral voor de Cádizstijlen heeft hij erg veel betekend: de Soleá de Cádiz werd vrijwel door hem gecreëerd daarbij geholpen door Paquirri el Guanté en hij werd genoemd als de zanger van een niet dansbare Alegrías de Cádiz (die ooit geboren was als juist een dansbare vorm) en hij ontwikkelde een Tangos. In de overlevering wordt hij genoemd als de maker van de tiento. Hij wordt gezien als de bedenker van de saeta por seguiriyas en ontwikkelde sowieso een aantal persoonlijke seguiriyasstijlen.

Biografie van Enrique el Mellizo

Enrique de Mellizo

naar boven

Tomás "El Nitri (1850 - 1890)

Tomás el Nitri wordt als een van de meest belangrijke zangers in de flamencohistorie gezien. Rondom geboorte, leven en overlijden van El Nitri zijn er veel vraagtekens en twijfels. Hij is waarschijnlijk geboren op 14 december 1850 in Puerto de Santa Maria als Tomás Vargas Suárez Ortega de la Seda. Hij werd "el Nitri", "el Nitre" of "Mandanga" genoemd. Als mogelijke geboorteplaats wordt ook "Arcos de la Frontera" genoemd. Hij stond bekend om zijn vertolkingen van de siguiriyas.
Er is maar een foto van El Nitri bekend; daarop houdt hij de aan hem toegekende "Llave de oro del cante" vast. Deze zou hem uitgereikt zijn in 1868 in de bar "El Sin Techo" in Málaga, uit handen van Manuel Pérez de Guzmán en de generaal Sánchez Mira, hoewel enig bewijs daarvoor ontbreekt. Een ander verhaal zegt dat de uitreiking in Jerez de la Frontera heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk overleed hij, te jong, aan tuberculose in 1890.

Biografie van Tomás "El Nitri"

Tomás el Nitri

naar boven

Don Antonio Chacón  (1869 - 1929)

José Antonio Chacón García werd op 16 mei 1869 in Jerez de la Frontera geboren en stierf in Madrid op 21 januari 1929.
Hij werd algemeen gezien als de beste zanger van de "cante Andaluz". Het onstaan van de Granaína wordt aan hem toegerekend, een fandango-vorm afgeleid van de melodie van de Malagueña. Daarnaast heeft hij een persoonlijke Caracol-stijl gemaakt en een Cartegenera. Hij was dan ook het sterkst in deze vormen (cartagenera, malagueñas, granaína en media granaína).

Biografie van Don Antonio Chacón

Don Antonio Chacón

naar boven

Manuel Torre (1880 - 1933)

Manuel Torre werd geboren op 4 december 1880 in Jerez de la Frontera (Calle Alamos 21, Barrio San Miguel) en stierf op 21 juli 1933 in Sevilla (Calle Amapola 4)

Hij was erg bekend om zijn vertolkingen van seguiriyas, fandangos, saetas en soleá.
Helaas heeft hij niet veel opnames gemaakt, desondanks is hij een van de meest belangrijke zangers van die tijd.

Biografie van Manuel Torre

Manuel Torre

naar boven

Niña de los Peines (1890 - 1969)

Pastora Pavón, bijgenaamd Niña de los Peines, werd geboren op 10 februari 1890 en overleed op 26 november 1969 in Sevilla.
Ze was een complete artiest en zong alle palos. Ze blonk uit in seguiriyas, waarvan er dankzij haar 2 bewaard bleven voor het nageslacht; "ciego de la peña" en "el marruro". Reeds op haar 18e stond in een krant over haar dat ze de beste vertolkster van tangos was. Haar naam is eveneens onlosmakelijk verbonden met de peteneras en de bambera, folkloregezangen die zij binnen flamenco bracht. Daarnaast was ze een zeer belangrijke vertolker van Saetas en tranformeerde ze de garrotín in een volwaardige flamencostijl.
Ze creëerde ook haar eigen malagueña gebaseerd op de variatie van Ohana.

Biografie van La Niña de los Peines

Niña de los Peines

naar boven

Manuel Vallejo (1891 - 1960)

Manuel Vallejo werd geboren in Sevilla op 15 oktober 1891 en stierf in zijn geboorteplaats op 7 augustus 1960. Hij was artiest in het tijdperk dat we achteraf de "Opera flamenca" genoemd hebben.
Op 5 oktober 1926 ontving hij uit de handen van Manuel Torre, de "Llave de Oro del cante" een prestigieuze onderscheiding, slechts aan zeer weinigen toegekend, als eerbetoon voor zijn bewezen diensten ten gunste van flamenco. Deze prijs werd tussen 1868 en 2005 slechts 5 maal uitgereikt aan zangers.

Biografie van Manuel Vallejo

Manuel Vallejo

naar boven

Juan Talega (1891 - 1971)

Juan Talega wordt op 12 december 1891 in Dos Hermanas geboren. In 1958, op 67-jarige leeftijd (!), werd hij door Antonio Mairena ertoe overgehaald aan flamencowedstrijden mee te doen. Tot die tijd had hij alleen maar op juergas en andere bijeenkomsten voor liefhebbers gezongen. Hij maakte deel uit van de jury die in 1962 Antonio Mairena bekroonde met de derde “llave de oro del cante”. Hij stond vooral bekend als degene die de "cantes trianeros" (zang van Triana - Sevilla) en cantes alcalareños (zang van Alcalá de Guadaira) levend heeft gehouden. Op 31 juli 1971 overleed hij in Dos Hermanas.

Biografie van Juan Talega

Juan Talega

naar boven

Tomás Pavón (1893 - 1952)

Tomás Pavón Cruz werd in Sevilla geboren op 16 februari 1893 en overleed op 2 juli 1952.
Sommigen vinden hem de beste zanger in de flamencogeschiedenis.
Als jongere broer van Arturo en Pastora Pavón (La Niña de los Peines) was hij lid van een grote en zeer belangrijke flamencozangfamilie. Hij wordt genoemd als "de redder" van een bijna vergeten palo; de Debla. Hij was artiest in een minder gunstige periode voor de jondo flamencozangers; de "opera flamenco" tijd; een erg commerciële periode, waar echter Tomás geen concessies aan wilde doen. Na zijn overlijden werd hij pas echt op zijn waarde geschat.

Biografie van Tomás Pavón

Tomas Pavon

naar boven

Pepe Marchena (1903 - 1976)

José Tejada Martín, eerst bijgenaamd "Niño de Marchena" en vervolgens "Pepe Marchena", werd geboren op 7 november 1903 in Marchena en overleed op 4 december 1976 in Sevilla. Hij had felle tegenstanders die hem verweten dat hij de jondo flamenco kapot maakte, en hij had enthousiaste aanhangers die graag zijn vernieuwingen aanhoorden en respect hadden voor de creatie van een nieuwe stijl binnen flamenco: de colombianas. Hij heeft in 1963 een serie van 4 langspeelplaten opgenomen onder de naam "Memorias Antológicas del Cante Flamenco" (flamenco anthologieën) die hem in 1965 een gouden plaat opleverde. Hij werd dan ook gezien als de meester-kenner onder de kenners.

Biografie van Pepe Marchena

Pepe Marchena

naar boven

Manolo Caracol (1909 - 1973)

Manuel Ortega, bijgenaamd Manolo Caracol, werd op 9 juli 1909 geboren in Sevilla, la Alameda de Hércules, Calle Lumbreras 10 en overleed als gevolg van een auto-ongeluk in Madrid op 23 februari 1973.

Vanaf 1943 - nadat Caracol verliefd geworden was op haar en haar uiteindelijk ook huwde - startte een 10-jarige samenwerking met Imperio de Jerez, later bekend geworden als Lola Flores.
Hij maakte o.a. een plaat, Una historia del cante, die hem definitief een plek gaf als een van de grootste flamencozangers ooit. Zijn vele plaatopnames en filmrollen maakten hem tot een topartiest midden van de 20e eeuw.
In 1963 opende hij in Madrid een tablao "Los Canasteros" dat later het meest belangrijke tablao van Spanje werd.

Biografie van Manolo Caracol

Manolo Caracol

naar boven

Antonio Mairena (1909 - 1983)

Hij werd geboren op 7 september 1909 in Mairena del Alcor, Sevilla en is overleden in 5 september 1983 in Sevilla.

Hij was een groots zanger, maar hij is m.n. bekend geworden door zijn inspanningen om alle bekende en bijna verloren gegane stijlen uit te zoeken, te beschrijven en op te nemen.
Hij won diverse prijzen waarvan de meest belangrijke de "Llave de Oro del Cante" tijdens het derde flamencozangconcours in Córdoba. Hij blonk m.n. uit in de meest serieuze palos van gitano-oorsprong, zoals Seguiriyas en Soleá.

Biografie van Antonio Mairena

Antonio Mairena

naar boven

Enrique Morente (1942 - 2010)

Enrique Morente werd in 1942 in het “Albaicín” in Granada geboren. Vanaf het begin was hij geen imitator of volger van een bepaalde “school” maar ontwikkelde zich door de combinatie van zijn persoonlijkheid en de omstandigheden tot een zanger met een eigen stijl. Enrique’s bijdrage kwam als een frisse wind en zorgde voor een verandering waarbij er ook nieuwe melodieën ontstonden. Hetgeen hij deed werd benoemd als “nuevo flamenco” en had een grote invloed. In 1994 is hij de eerste flamencozanger die de "Premio Nacional de Música" ontvangt. Hij werd breed gezien en erkend als de meest invloedrijke moderne flamencozanger van de huidige tijd. Hij overleed op 13 december 2010 in Madrid. Het was de dag dat zijn 20e album zou verschijnen "El Barbero de Picasso".

Biografie van Enrique Morente

Enrique Morente

naar boven

Camarón (1950 - 1992)

Hij werd in San Fernando geboren op 5 december 1950 als 7e kind van uiteindelijk 8 kinderen in het gezin en stierf in een ziekenhuis in Badalona op 2 juli 1992 op 41-jarige leeftijd.
In 1962 won hij de eerste prijs in het Concurso Flamenco del Festival de Montilla, gevolgd door zijn eerste professionele optreden tijdens de feria in Sevilla in 1963.
Tussen 1968 en 1980 zong hij in het beroemde Madrileense tablao flamenco "Torres Bermejas" begeleid door Paco Cepero, de gitarist. Hier werd hij door de vader van Paco de Lucía - Antonio Sánchez - ontdekt. Die bracht de twee (Paco en Camarón) bij elkaar en kort daarna namen zij samen een eerste plaat op. De LP werd goed ontvangen en vele optredens volgden snel. Tussen 1969 en 1977 namen Camarón en Paco de Lucía tien LP's op.
In 1979 kwam de plaat "la leyenda del tiempo" uit onder de naam "Camarón" (dus zonder "de la Isla"). Deze plaat betekende een ware revolutie binnen flamenco. Er waren invloeden te horen vanuit de Jazz en Rockmuziek. Vanaf dat moment brak de periode van samenwerking met de - zigeuner - gitarist Tomatito aan en distancieerde hij zich meer van Paco de Lucía.

Biografie van Camarón

Camarón

naar boven

 

 

 

Gitaristen

José Patiño (1829 - 1902)

José Gonzalez Patiño werd in 1829 in Cádiz geboren en overleed aldaar in 1902. Hij stond bekend als de maker van de cejilla, die hij waarschijnlijk samen met de zanger Paquirri "el Guanté" ontwikkelde. Hij vond echter dat de gitaar niet alleen gemaakt was om zang te begeleiden en stond bekend als de allereerste sologitarist.
Ik heb "stad en land" afgezocht (inderdaad, ook op internet) om een foto of tekening van de man te vinden, echter zonder resultaat. Vandaar dat er een cejilla rechts staat. Niemand is er zó mee verbonden als hij.

Biografie van José Patiño

cejilla

naar boven

Julián Arcas (1832 - 1882)

Julián Arcas werd geboren op 25 oktober 1832 in Villa de María (Almería). Hij overleed in 1882 in Antequera (Málaga)
Op zijn 16e gaf hij zijn eerste gitaarvoorstelling als solo-gitarist. Vaak dragen de falsetas in de seguiriyas, jaberas, malagueña en granaína, ook tegenwoordig nog, het stempel van Arcas.
Hij is een van de eersten die het gitaarspel introduceerden binnen flamenco.

Biografie van Julián Arcas

Julian Arcas

naar boven

Paco "el Barbero" (1840 - 1910)

José Patiño (1840) was leermeester van Paco "El Barbero", waarbij de leerling uiteindelijk beter werd dan de meester.
Paco was (een van-) de eerste gitarist(en) die solo-optredens gaf. Hij speelde ook klassieke stukken en nam van daaruit ideeën over om binnen flamenco te brengen.
Hijzelf was vervolgens weer de persoonlijk leermeester van de grote gitarist Javier Molina.

Biografie van Paco "El Barbero"

scheerkwast

naar boven

Francisco Tárrega (1852 - 1909)

Francisco Tárrega Eixea werd in Villareal de los Infantes geboren op 21 november 1852 en overleed in Barcelona op 15 december 1909. Naast gitaarspelen arrangeerde en componeerde hij ook stukken muziek en dan niet alleen flamenco. In zijn heel vroege jeugd verloor hij een groot deel van zijn zicht door een infectie. Hij nam van Julián Arcas lessen. Hij was een virtuoos gitaarspeler. Voor velen waarschijnlijk onbekend, maar híj was het die in 1902 de "Gran Vals" componeerde. Een klein stukje daaruit wordt tegenwoordig gebruikt als de meest gehoorde ringtone die er is: de standaard ringtone van Nokia...

Biografie van Francisco Tarrega

Francisco Tárrega

naar boven

Paco (el) de Lucena (1859 - 1898)

Paco (el) de Lucena werd op 1 juli 1859 geboren in Lucena. Als tiener verhuisde hij naar Málaga waar hij ging optreden in de cafe cantante "El Sevillano" en uiteindelijk professioneel artiest werd. Hij begeleidde zangers maar trad ook solo op. Gedurende een langere periode was hij verbonden aan Juan Breva; de meest gerespecteerde zanger in die tijd. Uiteindelijk overleed hij op 24 mei 1898 aan tuberculose in Lucena. Onderdelen van zijn bijdragen aan het flamencogitaarspel waren o.a. het structureren van de caña en het creëren van gitaarspel voor de Rosa.

Biografie van Paco (el) de Lucena

Paco de Lucena

naar boven

Javier Molina (1868 - 1956)

Javier Molina werd in Jerez de la Frontera geboren op 4 mei 1868 in Jerez de la Frontera en overleed op 26 juni 1956 in zijn geboorteplaats. Behalve flamencogitaar speelde hij ook klassiek. In optredens combineerde hij veelal flamenco, klassiek en zijn eigen interpretatie van de op dat moment populaire liedjes. Hij stond vooral bekend om het geweldige gebruik van zijn linkerhand. Hij werkte ook samen met de legendarische gitarist Patiño, Ramón Montoya, Paco el Barbero, Niño Ricardo en Paco Lucena en beïnvloedde zelf volgers als bijv. Diego de Gastor. Zijn bijnaam was “de gitaartovenaar” (el brujo de la guitarra).

Biografie van Javier Molina

Javier Molina

naar boven

Ramón Montoya (1879 - 1949)

Ramón Montoya werd geboren in 3 november 1879. Hij begeleidde gedurende meer dan 1 decennium Antonio Chacón. Ze traden ook op tijdens het beroemde Concurso de Cante Jondo in 1922 in Granada. Zelfs vergeleken met de huidige generatie gitaristen was zijn spel niet simpel en/of eenvoudig. Hij wordt dan ook gezien als iemand die grote invloed heeft gehad op iedere gitarist die sindsdien flamencogitaar én / of klassiek gitaar is gaan spelen. Hij wordt gezien als degene die de arpeggio techniek in flamencogitaar heeft geïntroduceerd. Verder creëerde hij samen met Faíco aan het begin van de 20e eeuw de Farrucamuziek én -dans. Ze namen de vierkwartsmaat van het Tangosritme en creëerden daarbij een unieke cadans waardoor er een uiterst mannelijke dans ontstond. Hij overleed op 21 juli 1949 in Madrid. Er wordt van hem gezegd dat hij de meest invloedrijke gitarist van de 20e eeuw is geweest, die de weg vrijmaakte voor artiesten als Sabicas, Niño Ricardo, Paco de Lucía en Vicente Amigo.

Biografie van Ramón Montoya

Ramon Montoya

naar boven

Manolo de Huelva (1892 - 1976)

Hij begon flamencogitaar te leren spelen in Huelva, waar hij ook woonde. Op zijn 7e jaar begon hij lokale zangers te begeleiden en leerde hij zichzelf de verschillende stijlen van Fandangos. Het is onbekend hoe of van wie Manuel heeft leren gitaarspelen, maar duidelijk is wel dat toen hij in 1910 in Sevilla aankwam hij een virtuoos was op de gitaar. In 1922 werd hij de officiële begeleidingsgitarist van het achteraf beroemd geworden Concurso de Cante Jondo de Granada. Hij was steeds in het wit gekleed en hij creëerde een stijl die wél vele gitaristen beïnvloedde, maar het groeide niet uit tot een eigen “school”. Hij was teruggetrokken en ingetogen en op latere leeftijd weigerde hij zelfs te spelen als er andere gitaristen bij waren; hij heeft ook nooit les gegeven.

Biografie van Manolo de Huelva

Manolo de Huelva

naar boven

Perico el del Lunar (1894 - 1964)

Op 12 jarige leeftijd vond hij op het platteland een achtergelaten gitaar; vanaf die dag zou hij nooit meer een dag leven zonder zijn muziek. Zijn eerste docent werd zijn vader, een bakker en liefhebber van flamenco. Vervolgens nam hij les bij o.a. Javier Molina. Gedurende 12 jaar was hij vervolgens de vaste begeleider van Don Antonio Chacón waarmee hij in 1928 ook een plaat opnam. Hij begeleidde ook Manuel Torre, Fosforito en bijv. “Los Mellizos” en nam een plaat op waarop hij José Menese begeleidde. I.v.m. zijn grote kennis van flamencozang werd hij gevraagd de muzikale leiding op zich te nemen bij het samenstellen van de eerste flamencoanthologie, in 1954. In 2001 schreef José Manuel Gamboa een boek over die eerste anthologie die onder Pericon’s muzikale directie en met zijn deelname eraan gerealiseerd werd.

Biografie van Perico el del Lunar

Perico el del Lunar

naar boven

Niño Ricardo (1904 - 1972)

Op zijn 13e jaar begon hij in 1917 aan zijn professionele carrière als tweede gitarist naast Antonio Moreno. In 1920 kwamen Niña de los Peines en haar broer Tomás Pavón naar Manuel toe omdat ze onder de indruk waren van zijn spel, en vroegen hem om hen te begeleiden. Vervolgens werd hij door Juanito Valderrama gevraagd om deel uit te maken van dienst companie. In 1955 trad hij voor het eerst solo op. Zijn artiestenleven viel samen met een ongekende populariteit van de fandangos, toevallig de palo waar Ricardo bijzonder goed in was. Hij maakte met zijn spel indruk op en beïnvloedde generaties van gitaristen, zoals Paco de Lucía, Enrique de Melchor, Serranito en vele anderen. Voor kenners zijn zijn falsetas erg herkenbaar evenals zijn gebruik van zijn linkerhand. Ook zijn rechterhand is echter formidabel. Het bleek dat zijn vingernagels omhoogkrullend groeiden, wat zijn unieke geluid waarschijnlijk verklaart. Voordat hij bekend werd was er een soort van trio die de gitaarmuziek destijds beheersten; Ramón Montoya, Javier Molina en Manolo de Huelva. Men zegt dat hij het beste van die drie in zich verenigde.

Biografie van Niño Ricardo

Nino Ricardo

naar boven

Melchor de Marchena (1907 - 1980)

Zijn vader “El Lico”, was een goede gitarist en zijn moeder “La Josefita” was een zeer goede zangeres. Hij was broer van El Bizco, een zanger-gitarist, en Chico Melchor, ook een gitarist. Hij heeft in 1966 van de “Cátedra de Flamencología y Estudios Folklóricos Andaluces” in Jerez de la Frontera, de meest prestigieuze onderscheiding gekregen; de “Premio Nacional de guitarra Flamenca”. Er wordt gezegd dat hij wellicht de beste begeleidingsgitarist ooit was. Zijn stijl van spelen werd breder gevolgd waardoor er een eigen “school” ontstond. Hij werd vooral gewaardeerd als begeleidingsgitarist om dat hij geweldig goed kon spelen, maar ook ervoor zorgde met zijn spel dat de zanger beter kon zingen.

Biografie van Melchor de Marchena

Melchor de Marchena

naar boven

Diego del Gastor (1908 - 1973)

Hij begon met flamencogitaar leren vanaf zijn 15e jaar en oefende soms wel 10 uur per dag. Zijn broer, José, was zijn eerste leermeester. Hij werd zelf het meest geïnspireerd en beïnvloed door artiesten als Montoya en Niño Ricardo. Hij was een tijd lang de vaste gitarist van Antonio Mairena en bleef dat van Fernanda de Utrera. Internationaal kreeg Diego bekendheid door toedoen van de Amerikaanse auteur Donn E. Pohren. Pohren had een flamencogitarist nodig: vanaf 1966 organiseerde hij geregeld juergas in zijn huis in Morón de la Frontera, vooral voor de Amerikaanse militairen die geïnteresseerd waren in flamenco. Diego werd een vaste gast en al snel werd hij daardoor erg bekend onder de Amerikanen. Zij wilden ook gitaarles van hem hebben, en die gaf hij vervolgens ook; en niet alleen aan Amerikanen, maar aan vele buitenlanders. Hij wordt gezien als een van de beste begeleidingsgitaristen.

Biografie van Diego del Gastor

Diego del gastor

naar boven

Sabicas (1912 - 1990)

Vanaf zijn vijfde jaar kreeg hij “les” van een oom, die precies twee akkoorden op een gitaar kon spelen… Op zijn 8e jaar debuteerde hij al op het podium van het Teatro Gayarre in Pamplona bij gelegenheid van het massaal afnemen van de militaire eed en beëdiging van een lichting nieuwe soldaten.  Tijdens de burgeroorlog in Spanje (waar destijds weinig optredens mogelijk waren) ging hij naar Zuid-Amerika met Carmen Amaya waar ze gezamenlijk diverse tours zouden ondernemen. Hij verbleef gedurende 20 jaar in Mexico en vertrok in 1957 naar de USA. Sabicas beviel het goed in zowel Noord- als Zuid Amerika en besloot in New York te gaan wonen. Daar speelde hij vnl. als sologitarist. Hij was een vernieuwer en ontketende een revolutie binnen flamenco door zijn snelheid van spelen en zijn fabuleuze rechterhandtechniek. Hij creëerde de alzapua-techniek en de “rasgueo de tres dedos”, de drievingerige rasgueados.

Biografie van Sabicas

Sabicas

naar boven

Paco de Lucía (1947)

Paco de Lucía wordt algemeen gezien als de beste flamencogitarist van deze tijd, en in ieder geval de meest invloedrijke. Vele artiesten, gevraagd naar de beste flamencogitarist, antwoorden: “afgezien van Paco is dat…”. Hij wordt ook erkend voor de moderne invloeden die hij in flamenco geïntroduceerd heeft zoals de inbreng van Jazzinvloeden en het gebruik van de cajón. Op zijn 11e jaar speelde hij tijdens een radioprogramma van Radio Algeciras, wat zijn eerste publieke optreden was. Aangemoedigd door Mario Escudero en Sabicas, die hij tijdens een toer door Amerika ontmoette, startte hij met het zelf componeren van zijn eigen nummers en het ontwikkelen van zijn eigen stijl. Hij maakte furore in de combinatie met Camarón. Ze belandden samen in het huis van de familie Parilla en daar zong Camarón zo goed dat Paco er helemaal ondersteboven van was. Hij moest samen een LP met hem maken... en zo ontstond een gouden duo dat de daaropvolgende jaren grote successen zou vieren met de 10 LP’s die ze samen opnamen. Paco werd ook bekritiseerd door flamencopuristen voor zijn uitstapjes naar andere muziekstijlen, vooral in Jazz. Met zijn sextet creëerde hij het concept van de huidige flamencogroepen.

Biografie van Paco de Lucía

Paco de Lucía

naar boven

Niño Miguel (1952)

Niño Miguel is zoon van de flamencogitarist Miguel el Tomate uit Almería en hij is de oom van Tomatito. Ondanks de wisselvalligheid van zijn carrière wordt hij gezien als een van de grootste flamencogitaristen. Als gevolg van zijn verslaving aan heroïne en zijn geestesziekte (schizofrenie) zwerft hij over de straten met zijn gitaar in Huelva waar hij voor een paar euro bedelgeld speelt. Hij staat er lokaal bekend als “el niño tres cuerdas” verwijzend naar zijn gitaar die nog maar 3 snaren telt... In het begin van zijn carrière werd hij gezien als degene die Paco de Lucía in de vergetelheid kon drukken met zijn imponerende gitaarspel. Het mocht echter niet zo zijn als gevolg van zijn fragiele gesteldheid. Volgens Paco de Lucía was hij de beste gitarist tot nu toe.

Biografie van Niño Miguel

Niño Miguel

naar boven

 

 

 

Dansers

Trinidad "La Cuenca" (1855 - 1890)

Ze werd geboren in 1855 in Málaga en overleed in 1890 in Havanna (Cuba). Haar professioneel debuut in Madrid vond plaats als lid van de companie van niemand minder dan Silverio Franconetti. Zij was zowel danseres als gitariste. Ze was een vooruitstrevende danseres die "experimenten" niet schuwde.  Ze was de eerste vrouw die als man gekleed (broek, etc.) danste. Daarnaast was ze ook de eerste danseres die de soleá danste zoals deze tegenwoordig nog steeds gedanst wordt; incl. voetenwerk, wat vroeger niet gebruikelijk was. Ze danste ook met bewegingen die bij het stierenvechten hoorden en dan gecombineerd met krachtig én subtiel voetenwerk.

Biografie van Trinidad la Cuenca

Trinidad la Cuenca

naar boven

Juana "La Macarrona" (1870 - 1947)

Op haar 7e jaar begon Juana in Jerez de la Frontera op straat te dansen, begeleid door haar moeder die zong en haar vader die gitaar speelde. Op haar 8e jaar werd ze gecontracteerd om te gaan dansen in het Café Cantante “La Escalerilla” in Sevilla. Ze werd bekend als danseres in de café cantanteperiode. In 1922 was ze jurylid tijdens het fameuze “Concurso de Cante Jondo” dat in Granada gehouden werd, georganiseerd o.a. door Federico García Lorca. Op haar 77e jaar overleed ze op 12 april 1947 in Sevilla redelijk vergeten en in de veronderstelling dat flamenco haar langste leven had gehad. Toch bleek later dat flamenco weer helemaal opbloeide en ook de gedachtenis aan Juana la Macarrona helemaal niet vergeten was. Sterker nog, in het Concurso Nacional de Córdoba is een prijs naar haar vernoemd.

Biografie van Juana "La Macarrona"

Juana La Macarrona

naar boven

"La Malena" (1872 - 1956)

Ze werd geboren in Jerez de la Frontera, in 1872 en kwam te overlijden in Sevilla in 1956. Ze had een carrière die erg leek op die van La Macarrona, waarbij ze van optredens in de café cantantes uiteindelijk terechtkwam in de companie van “La Argentinita”. In de jaren 50 werd ze gezien als de enige concurrent van de danseres “la Macarrona”; samen waren ze de sterren van de café cantantes in die jaren. Ze werd gezien als één van de grootste danseressen die flamenco ooit gekend heeft. Vergeten werd ze niet; de wedstrijd in Córdoba “El Concurso Nacional de Arte Flamenco de Córdoba” heeft een dansprijs (tangos) naar haar vernoemd.

Biografie van "La Malena"

La Malena

naar boven

"El Estampío" (1879 - 1957)

Hij werd geboren in 1879 in Jerez de la Frontera en overleed in Madrid, in 1957. Toen hij als stierenvechter niet doorbrak vertrok hij, in het begin van de 20e eeuw, naar Madrid en ging daar werken – als flamencodanser - in het “café de la Magdalena”. Hij besloot om zich te kleden in de traditionele kleding gebruikt bij het stierenvechten en het verhaal te dansen van een mislukte picador (man die te paard voorafgaande aan het gevecht met een lans de stier verzwakt). Daarmee creëerde hij de dans “el picaor”. Dat werd een groot succes. Vervolgens ging hij dansen, gekleed dus als een picador, in Londen en Parijs en maakte deel uit van het balletgezelschap van Serge Diaghilev. Als danser is hij onomstreden een groot artiest geworden en stond hij vooral bekend om het gebruik van zijn armen in de dans.

Biografie van "El Estampío"

El Estampio

naar boven

Vicente Escudero  (1888 - 1980)

Vicente Escudero was een danser, schrijver, schilder en choreograaf. Op zijn dertiende begon hij aan zijn professionele danscarrière. Hij werd o.a. bekend met een eigen dans die hij “de treindans” noemde. Hij begon dan met een langzaam voetenwerk en voerde het tempo steeds verder op totdat het razendsnel ging. Hij had die geluiden opgepikt en omgezet in dans tijdens zijn vele reizen die hij maakte in de voetsporen van menig stierenvechter, die hij bewonderde, en waarbij hij steeds in een andere plaats ging optreden. Hij was ook van mening dat dansers die uit het hoofd geleerde dansen dansten, meer dood dan levend waren: improvisatie, dát was dansen. Vicente’s carrière kreeg vooral een push toen hij Antonia Mercé “La Argentina” ontmoette; zij trainde en begeleidde hem. Hij was de eerste die in 1940 seguiriyas danste; dat werd hem in het begin vooral door zigeuners kwalijk genomen, omdat deze dans te heilig was om op te dansen..

Biografie van Vicente Escudero

Vicente Escudero

naar boven

Pastora Imperio (1889 - 1979)

Op 30 maart 1889 werd ze in Sevilla geboren. Ze overleed op 13 september 1979 in Madrid. Pastora Imperio wordt gezien als de grootste danseres van de Andalusische dans. Haar optredens werden zeer gewaardeerd en waren zeer divers: ze reciteerde, zong en danste, van jotas tot aan vitos toe (jota en vito zijn lokale folkloredansen). In “el Actualidades” (een Madrileense salon) danste ze een farruca en een garrotín de la Malagueñita. Gedurende haar loopbaan zouden de Garrotín en de Soleá de dansen zijn waar ze het meest mee optrad. Binnen haar dansen werden haar armbewegingen het meest gewaardeerd. De ronde vormen en de zachte draaiingen die ze maakten spraken de mensen bijzonder aan. Ze maakte er verder een gewoonte van om altijd in bata de cola te dansen.

Biografie van Pastora Imperio

Pastora Imperio

naar boven

"La Argentina" (1890 - 1936)

Ze werd geboren op 4 september 1890 in Buenos Aires (Argentinië). Ze werd gezien als de grondlegger van de theatervorm van de neo-klassieke spaanse dans. Op haar negende jaar debuteerde ze in het “Teatro Real” in Madrid. Op haar elfde was ze al een sterdanser van het “Madrid Opera”. Na enkele jaren raakte ze geïnteresseerd in zigeunerdansen en transformeerde die dansen zodanig dat ze bij haar pasten. Ze werd geprezen als de beste danseres van die tijd. In mei 1929 trad ze voor het eerst op in het “Opera Comique” in Parijs met haar nieuwe eigen companie waar ze een nieuwe weg mee insloeg; die van flamenco. Op 18 juli 1936 ging ze van Bayonne in Frankrijk naar San Sebastian in Spanje om een dansvoorstelling bij te wonen die ter ere van haar gehouden werd. Toen ze teruggekeerd was naar haar huis in Bayonne kreeg ze daar een hartaanval en stierf ze plotseling en op (te) jonge leeftijd.

Biografie van "La Argentina"

La Argentina

naar boven

"La Argentinita" (1898 - 1945)

“La Argentinita” werd geboren in Buenos Aires op 3 maart 1898 en overleed tijdens een operatie op 24 september 1945 in New York. Als haar vader haar meenam naar het café cantante (El Café de Naranjeros) kon ze de volgende dag de dans die ze gisteren gezien had nadansen; ze had een opmerkelijk talent. Ze was een van de grootste danssterren ooit. Waarschijnlijk is zíj het geweest die hoofdverantwoordelijk is voor de opmars van flamenco in een land als Japan. Er wordt van Japan gezegd dat er, na Spanje, de meeste flamencodansscholen ter wereld zijn. In 1929 is La Argentinita als een soort van pionier naar Japan geweest om op te treden. Dat gecombineerd met een optreden van Carlos Montoya in 1932 en de aankomst in Japan van de eerste flamencoplaten is het begin geweest van de opmars aldaar.

Biografie van "La Argetinita"

La Argentinita

naar boven

Pilar López (1912 - 2008)

Pilar López werd op 4 juni 1912 geboren in San Sebastian. Ze startte met het nemen van danslessen op haar zesde jaar bij Julia Castelao. Daarnaast nam ze 3 jaar muziektheorie- en 4 jaar pianolessen bij Amparo Gutiérrez. Haar professionele carrière startte ze in 1933 toen ze samen met “La Argentinita” optrad in de voorstelling "El amor brujo" in het “Teatro Falla” in Cádiz. Ze heeft de gouden medaille “Círculo de Bellas Artes” in 1982 gewonnen, ze kreeg de “Lazo y Cruz de Dama de Isabel La Católica” in 2002 en de “Premio Max de Honor de Artes Escénicas” in 2006. Ze heeft een grote invloed gehad op artiesten in de na haar komende generaties, zoals El Güito, José Greco, Manolo Vargas en Antonio Gades.

Biografie van Pilar Lopez

Pilar Lopez

naar boven

Carmen Amaya (1913 - 1963)

Carmen Amaya is wellicht de meest bekende flamencodanseres in de flamencohistorie. Ze begon al tijdens haar vroege jeugd, rond haar vierde jaar, met dansen, begeleid door haar vader op gitaar. Op haar zesde debuteerde ze in Bagur in het restaurant “Les Set Portes”. In 1929 trad ze voor het eerst op in Parijs. In datzelfde jaar trad ze tijdens de wereldvoorstelling op voor de Spaanse Koning, Alfonso XIII. De plek waar ze destijds voor hem danste heet sinds eind jaren 80 het “Tablao de Carmen”. Ze stond bekend als een danseres die vaak – bijna altijd - in broekpak (traje corto) danste, dus dan als een man gekleed ging, Ze werd er ook geregeld van beschuldigd dat ze het (vrouwen-)dansen in flamenco aan het “ontvrouwelijken” was… later in haar carrière focuste ze meer op het vrouwelijk dansen en ging het “mannelijke” er behoorlijk vanaf. Op 19 november 1963 overleed ze in Begur (Gerona-Barcelona).

Biografie van Carmen Amaya

Carmen Amaya

naar boven

Antonio (1921 - 1996)

Antonio, alleen zijn voornaam was in het verleden voldoende om te weten over wie het ging (tegenwoordig vnl. alleen nog bij de liefhebbers), is waarschijnlijk de meest invloedrijke mannelijke danser binnen de Spaanse dans en flamenco geweest. In 1928 trad hij voor het eerst professioneel op in Sevilla in het “Teatro Duque de Sevilla”. In 1953 startte hij zijn eigen companie waarin o.a. de beroemde zanger Antonio Mairena zong. Hij wordt gezien als degene die voor het eerst Martinete danste. Hij voerde die uit in de legendarische film uit 1953 “Duende y Misterio del Flamenco” midden voor de brug van Ronda. Binnen de stijl die hij voor zichzelf ontwikkeld had combineerde hij Spaanse dans, klassiek, folklore en flamenco. In 1957 schreef hij geschiedenis toen hij een voorstelling bracht in de Opera van Wenen.

Biografie van Antonio

Antonio Ruiz

naar boven

Faíco (1870 - 1938)

Hij werd geboren in 1870 in de wijk Triana in Sevilla. Faíco begon zijn danscarrière in het café “La Marina” in Madrid met een zelf gechoreografeerde Farruca. Hij vierde vele triomfen met zijn zigeunerdansen in het “Café de Naranjeros” in Madrid, in het “Folies Bergere” in Parijs en o.a. in het “Kursaal Central” in Sevilla. Echter; hij is vooral bekend geworden als degene die samen met de beroemde gitarist Ramón Montoya, aan het begin van de 20e eeuw de Farrucamuziek én -dans gecreëerd heeft. Ze namen de vierkwartsmaat van het Tangosritme en creëerden daarbij een unieke cadans waardoor er een uiterst mannelijke dans ontstond. Hij overleed in Madrid in 1938.

Biografie van Faíco

Faico

naar boven

Farruco (1936 - 1997)

Hij werd geboren bij het begin van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 in Pozuelo de Alarcón (Madrid) en overleed op 17 december 1997 in Sevilla. Farruco werd gezien als de zigeuner met de meeste “arte”. Hij was de patriarch van een grote flamencofamilie en van zigeunerdansen in zijn geheel. In zijn beginjaren, in de jaren 50, danste hij met en bij alle grote artiesten van die tijd, zoals Lola Flores, Pilar López en Manolo Caracol. Hij werd destijds vooral bekend als lid van een trio; “Los Bolecos”, bestaande uit Farruco, Rafael el Negro en diens vrouw Matilde Coral. In 1977 stichtte hij een dansgroep samen met twee van zijn dochters, Rosario La Farruquita en Pilar, die beiden behalve dansen ook konden zingen. Op latere leeftijd had hij bepaald niet het "ideale" figuur om danser te zijn, maar als hij slechts één arm optilde was dat vooroordeel gelijk weg.

Biografie van Farruco

Farruco

naar boven

Antonio Gades (1936 - 2004)

Hij danste op straat totdat een buurman de familie op het idee bracht om hem danslessen te laten nemen. Zijn bewondering voor Federico García Lorca en Carmen Amaya gaven hem al snel de overtuiging dat zijn meest authentieke vorm van expressie flamenco zou zijn. Vanaf 1953 maakte hij deel uit van de companie van Pilar López. Zij gaf hem ook zijn nieuwe artiestennaam “Antonio Gades”. Na het succes van de film “Tarantos” waarin hij samen met Carmen Amaya speelde kreeg hij een contract om op te treden in het tablao “Los Tarantos”. Hij debuteerde vervolgens als acteur. Onder regie van Carlos Saura in “Bodas de sangre”, “El amor brujo” en “Carmen”. Hij wordt, samen met Vicente Escudero en Antonio (Ruíz), gezien als degene die de moderne spaanse dans gecreërd hebben.

Biografie van Antonio Gades

Antonio Gades

naar boven

Mario Maya (1937 - 2008)

Op zijn 5e jaar kocht hij voor 2 pesetas dansschoenen. Er zaten gaten in, maar die vulde hij op met karton. En vervolgens oefende hij voor zichzelf datgene wat hij graag wilde doen: flamencodansen. In 1956 en 1957 maakte hij deel uit van de danscompanie van het Pilar López ballet en toerde daarmee de wereld rond. In 1965 verhuisde hij naar New York om daar moderne dans te studeren in de scholen van Alvin Ailey en Alwin Nikolais. Vervolgens vormde hij mede het “Trio de Madrid”, samen met Carmen Mora, zijn latere vrouw, en El Güito. Hij won in 1976 de nationale prijs voor flamencodans van de Cátedra de Flamencología. Zijn flamencodanscompanie fungeerde als een opleidingsplek voor later succesvolle dansers als Israel Galván en ook zijn eigen dochter Belén Maya.

Biografie van Mario Maya

Mario Maya

naar boven

 

Huidige tijd

ZANGERS

 

"Fosforito" (1932)

Hij begon na de oorlog en gedreven door honger op zijn 7e jaar te zingen. Fosforito werd flamencozanger en de vijfde en waarschijnlijk laatste aan wie in 2005 de “llave de oro del cante” werd toegekend. De onderscheiding werd sinds 1862 toegekend. Er werd in Córdoba in 1956 de eerste zangwedstrijd uitgeschreven voor de cante jondo. Er waren méér dan 100 deelnemers en Fosforito won op 24 –jarige leeftijd alle 16 (!) eerste prijzen tijdens dat eerste "Concurso de Cante Jondo" in Córdoba. In 1968 ontving hij de belangrijke Premie Nacional de Cante van het Cátedra de Flamencología de Jerez.

Biografie van Fosforito

Fosforito

naar boven

Carmen Linares (1951)

Ze begon met zingen zoals vrijwel iedere zangeres: thuis, als kind zijnde. Vanaf haar zestiende begon ze het zingen meer serieus te nemen. Ze ging naar optredens kijken en luisteren en ze begon vervolgens zelf ook professioneel te zingen. Juanito Valderrama gaf haar haar artiestennaam. In 1971 maakte ze haar debuutalbum begeleid door Juan Habichuela en onder de vleugels van Fosforito. Ze ontving diverse prijzen waaronder de eerste prijs in het “Festival Nacional de Cante de las Minas de La Unión” in 1978 en de “Premio Nacional de Música” in 2001. Haar CD “Un Ramito de Locura” werd genomineerd als het beste flamencoalbum in 2002 en voor de Latijnse Grammy in 2003. Ze zegt van zichzelf dat ze eigenlijk het liefst had willen dansen en dat ze ook erg van flamencodans geniet.

Biografie van Carmen Linares

Carmen Linares

naar boven

"El Pele" (1954)

Al op zeer jonge leeftijd zong hij in peñas, tablaos en tijdens ferias voor geld. Tijdens die dagen was het de stierenvechter “El Cordobés” die hem zijn artiestennaam gaf. Op 14 jarige leeftijd kreeg hij een eervolle vermelding voor zijn solea tijdens de zangwedstrijd in Cordoba. Op 29-jarige leeftijd won hij tweemaal de eerste prijs in de nationale zangwedstrijd van Cordoba, de “Mercé la Serneta” voor zijn soleá en de “Pastora Pavon” voor zijn bulerías, en brak daarmee door binnen de Flamencowereld. In 1990 luisterde David Bowie naar een CD van Pele en besloot hem te vragen op te treden in zijn voorprogramma in Madrid en Barcelona. Eerder was het Prince die al had laten weten onder de indruk te zijn van de zang van Pele.

Biografie van "El Pele"

el Pele

naar boven

José Mercé (1955)

José kreeg zijn bijnaam “Mercé” als gevolg van het feit dat hij als jongen lid was van het kerkkoor in Jerez van de Basiliek “de la Merced”. Hij begon met zingen tijdens het wekelijks “flamencofestival” in de zomermaanden “Jueves Flamencos” in Jerez de la Frontera, georganiseerd door Manuel Morao. Op zijn dertiende nam hij zijn eerste album op met producer Manuel Ríos Ruíz, “Cultura jonda 14. Bandera de Andalucía”. In 1986 won hij tijdens het “Concurso Nacional de Arte Flamenco” in Córdoba de prijzen “La Serneta” en “Niña de los Peines”. Hij ontvangt tegenwoordig veel kritiek vanuit de flamencowereld. Hij ging in zijn carrière vanuit de flamencozang steeds meer in de richting van een soort van flamencopopmuziek. Dat werd en wordt hem niet altijd in dank afgenomen. Ze zien hem dan ook vaker als iemand die veel CD’s verkoopt, maar dan niet meer als een echte flamencozanger

Biografie van José Mercé

José Mercé

naar boven

Mayte Martín (1965)

Mayte Martín componeert, speelt gitaar, zingt o.a. flamenco én boleros. Een veelzijdig persoon en een geboren artiest. Ze begon, d.m.v. deelname aan een zangwedstrijd, in 1975 met zingen (een petenera). Vanaf haar 12e jaar studeerde ze muziek, niet specifiek flamenco. Dat maakte het voor haar makkelijker te communiceren met andere musici. In 1987 won ze op 22 jarige leeftijd tijdens het Festival Cante de las Minas de “Lámpara Minera”, waarmee ze vervolgens naam maakte binnen de flamencowereld. Haar kwaliteiten werden herbevestigd tijdens een wedstrijd in Córdoba in 1989 waar ze wederom een eerste prijs behaalde (Antonio Chacón prijs voor de beste malagueña). Haar eerste flamenco CD bracht ze in 1994 uit: “muy fragíl”, een mooi album. Voor haar volgende flamenco CD "Querencia" moesten we wachten tot 2000 en deze staat voor hoogwaardige zang. De CD werd in 2001 genomineerd in de categorie “beste flamenco album” voor de Latin Grammy. Inmiddels heeft ze ook een aantal bolero CD’s opgenomen.

Biografie van Mayte Martín

Mayte Martín

naar boven

"Duquende" (1965)

Hij begon rond zijn vijfde levensjaar zelf - thuis - te zingen. Terwijl zijn vriendjes op straat voetbalden, leerde hij alle teksten van de liedjes van Camarón uit zijn hoofd. Duquende beleefde als zigeunerjongetje op 9-jarige leeftijd zijn eerste publieke flamenco-optreden in zijn geboorteplaats. In 1996 was hij de eerste flamenco-artiest die gevraagd werd om een recital te zingen in het Parijse Champs-Elysée Theater. In 1997 vond er voor zijn carrière een belangrijke gebeurtenis plaats: Paco de Lucía vroeg hem in zijn sextet om de plek van de vertrekkende broer van Paco, Pepe de Lucía, in te nemen. Hij wordt vergeleken met Camarón, zowel wat betreft zijn stem als de wijze waarop hij zingt. Hij wordt dan ook vaak een "Camaronero" genoemd.

Biografie van Duquende

Duquende

naar boven

Diego "El Cigala" (1968)

Diego el Cigala, neef van de mythische Rafael Farina, werd geboren in Madrid en groeide op bij het Rastro. Hij voetbalde graag maar als hij de klanken van een gitaar hoorde luisterde hij gelijk of begon te zingen. Met zijn oprechte passie voor flamenco zou hij uiteindelijk zijn publiek veroveren. Hij zocht een bestaan binnen de muren van "Amor de Dios" in Madrid, waar hij in de lessen zong bij Güito, Manolete, La Tati en anderen. Verder zong hij mee op CD's van Camarón, Tomatito, Gerardo Nuñez en Vicente Amigo. In 1997 begon hij aan zijn solocarriere. Op enig moment werd samen met Bebo Valdes het album "lágrimas negras" opgenomen; boleros. Het album verscheen in 2003 geproduceerd door het platenlabel "calle 54"... het zou gedurende 2 jaar in de hitlijsten blijven staan. Hij kreeg maar liefst 5 nominaties voor de Latino Grammy Awards.

Biografie van Diego "El Cigala"

Cigala

naar boven

Miguel Poveda (1973)

In 1988 begon Miguel Poveda aan zijn zangcarriere door voor zijn zus, danseres Sonia Poveda, tijdens optredens te zingen. Ook trad hij op in peñas flamencas in Badalona. Zijn eerste optreden buiten Barcelona was tijdens de EXPO 1992 in Sevilla. Hij werd een rijzende ster dankzij de prijzen die hij in 1993 won tijdens het flamencofestival van La Union "Cante de las minas" in Murcia. In 1995 nam hij zijn eerste solo-album op: "Viento del este" en verscheen op vele flamencofestivals incl. de Bienal de Sevilla in datzelfde jaar. Sindsdien is zijn ster alleen maar verder gerezen. Inmiddels heeft hij ook een platenproductiemaatschappij opgericht om zodoende andere beginnende flamenco-artiesten te kunnen steunen en CD's uit te brengen; Carta Blanca Records.

Biografie van Miguel Poveda

Miguel Poveda

naar boven

"Potito" (1976)

Antonio Vargas Cortés “El Potito” is geboren in 1976, in Sevilla. Zijn ouders waren een zigeuner danskoppel waarbij zijn vader, Changuito, daarnaast ook zong en gitaar speelde.

Hij zong vanaf zijn zesde waarbij hij zichzelf op de gitaar begeleidde, op toeristische rondvaartboten die rondvoeren op de rivier de Guadalquivir in Sevilla. Hij werd al vanaf zijn tiende gezien als een groot zangtalent; de jongen met, bij wijze van spreken, de stem van een oude man. Hij werd uitgenodigd om te zingen op diverse plekken en ging optreden met mensen als Paco de Lucía, Camarón en anderen. Op zijn 14e jaar nam hij al zijn eerste CD op. Hij werd op die CD begeleid door gitaristen als Paco de Lucía, Tomatito, Vicente Amigo, Manolo Franco; niet de minsten. Hij heeft inmiddels een aantal albums op zijn naam staan, maar dat valt gezien de lange carriere die hij inmiddels al achter de rug heeft best welk tegen (qua aantal).

Biografie van "Potito"

Potito

naar boven

"Arcángel" (1977)

Het flamencozingen is bij hem spontaan opgekomen. Zijn ouders hadden geen contact met muziek en hielden zelfs überhaupt niet van flamenco... Zijn zangdebuut maakte hij op zeer jonge leeftijd en in 1987, op 10-jarige leeftijd, won hij de eerste prijs in een kinderwedstrijd “Fandangos de Huelva”; een succes dat hij de daarop volgende twee edities herhaalde. Zelfs voordat hij ook maar één CD had opgenomen, was hij al een van de bekendste en door de recensenten meest gewaardeerde zangers van de jongste generatie in de jaren 90 van de vorige eeuw. Rond zijn 18e maakte hij de bewuste keuze om flamencozanger te worden. Zoals vrijwel alle zangers is hij begonnen om te zingen voor dans. O.a. een hele tijd heeft hij gezongen in de flamenco-companie van Eva la Yerbabuena. Maar ook zong hij al in januari 1999 bij Vicente Amigo in diens voorstelling “Poeta”, samen met het symphonie-orkest van Malaga. Na het overlijden van Paco Toronjo is Arcangel de expert in Fandangos de Huelva en daarbinnen in de Alosno stijlen (zijn ouders zijn van Alosno).

Biografie van Arcángel

Arcangel

naar boven

 

Gitaristen

 

Manolo Sanlúcar (1943)

Manolo Sanlúcar is een flamencogitarist en componist. Hij is een van de meest belangrijke Spaanse componisten van deze tijd samen met Paco de Lucía, Vicente Amigo en Serranito.

Hij werd door zijn vader vanaf 7-jarige leeftijd bekendgemaakt met flamencomuziek en vanaf zijn 8e jaar speelde hij zelf gitaar. Op zijn 13e debuteerde hij op professioneel niveau als begeleidings-gitarist. Met steun van zijn “artistieke moeder” Pastora Pavón “Niña de los Peines” kreeg hij de kans vele grote artiesten te begeleiden zoals bijv. “Pepe Marchena” met wie hij in 1957 debuteerde. Hij is een levendige en gevoelige gitarist die, trouw blijvend aan de flamencotradities toch op zoek gaat naar de modernisering. Hij beschikt over een uitzonderlijke muzikaliteit en een buitengewone techniek waardoor iedere voorstelling voor menigeen leidt tot een soort van gitaar- en flamencoles. Manolo is een echte componist in tegenstelling tot de meeste flamencogitaristen die vooral improviseren. Hij heeft veel respect en vriendschap voor Paco de Lucía. Ze zijn vrienden en snappen ook beiden niet goed waarom volgers hen vaker tegen elkaar afzetten: alsof je moet kiezen tussen Picasso en Dalí, vinden ze.

Biografie van Manolo Sanlúcar

Manolo Sanlúcar

naar boven

Tomatito (1958)

José Fernández Torres, artiestennaam Tomatito, en een Spaanse Roma (zigeuner), werd m.n. bekend toen hij de begeleidingsgitarist werd van Camarón, tijdens de laatste 18 jaren van diens leven. In 1979 produceerden Camarón en Tomatito de grote hit “La Leyenda del Tiempo”. Deze CD leverde hen zowel veel kritiek – van de puristen – als bewondering op van de vooruitstrevende fans; hoe dan ook, het was in ieder geval een keerpunt in de flamencomuziekgeschiedenis.

Vanaf de dood van Camarón in 1992 is Tomatito doorgegaan zowel als begeleidingsgitarist maar vooral als sologitarist.

Hij heeft inmiddels een aantal soloalbums opgenomen en won in 2004 de Latin Grammy Award voor zijn CD “Aguadulce. Daarnaast kreeg hij ook de Latin Grammy Award voor de CD samen met Camarón; “Camarón, Paris, 1987”. In 2010 kreeg hij wederom een Latin Grammy Award voor zijn opname met orkest; "Sonanta suite".

Biografie van Tomatito

Tomatito

naar boven

Manolo Franco (1960)

Hij is op 12 jarige leeftijd begonnen als leerling van Antonio de Osuna om de basis van flamencogitaar te leren. Vervolgens kreeg hij later ook lessen in de zomervakantie van zijn oom (broer van zijn moeder) Manolo Barón, een professioneel gitarist die o.a. lid was van de companie van José Greco. Op zijn 13e en 14e jaar leerde hij dans te begeleiden in de dansschool van Matilde Coral en op 15 jarige leeftijd nam zij hem mee het podium op om haar dans te begeleiden. In 1984 ontving Manolo Franco tijdens de 3e Bienal de Flamenco de Sevilla de eerst uitgereikte “Giraldillo del Toque”. Zowel in 2002 als in 2004 kreeg hij de onderscheiding als beste begeleider van de Bienal de Flamenco de Sevilla.

Biografie van Manolo Franco

Manolo Franco

naar boven

Gerardo Nuñez (1961)

Hij startte zijn leerschool in flamencogitaar op zijn elfde jaar toen zijn vader hem afleverde bij Rafael el Águila. Hij is zowel componist, als begeleidend gitarist, als solist. Gerardo Núñez wordt gezien als een van de huidige topgitaristen.
Hij is thuis in het spelen van Jazz, Latin maar ook, en vooral, in flamenco.
In 2002 en 2004 won hij de “Giraldilla” als beste flamencogitarist tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla.
Hij wordt algemeen gezien als een technisch zeer bekwaam en virtuoos gitarist; dat is voor sommigen ook precies de kritiek die ze op hem hebben: te technisch en te weinig gevoel / flamenco en teveel Jazzy.

Biografie van Gerardo Nuñez

Gerardo Nuñez

naar boven

Rafael Riqueni (1962)

Op elfjarige leeftijd vertelde hij zijn vader dat hij gitarist wilde worden en nam lessen bij Isidoro Carmona. Al op zijn veertiende jaar won hij in Córdoba de Premio Ramón Montoya voor concertgitaar met twee zelfgeschreven stukken. Hij is een uitmuntend gitarist en componist die zijn verfijnde speelstijl zowel tijdens live-optredens als op zijn CD’s als solist goed tot zijn recht laat komen. In april 2002 werd een tweedaagse homenaje in Madrid voor hem georganiseerd en het geld wat daarmee verdiend werd, werd aan hem geschonken. Hij nam het aan en gebruikte het om gedurende 6 maanden in Málaga opgenomen te worden in een kliniek waar hij kon herstellen van zijn geestelijke onbalans.

Biografie van Rafael Riqueni

Rafael Riqueni

naar boven

Juan Manuel Cañizares (1966)

Juan Manuel werd al op 10-jarige leeftijd aangenomen om in het Conservatorium van Sabadell zijn gitaarspel te verdiepen en verbreden. Hij studeerde daartoe in Terrasa en Barcelona.
Vanaf zijn 14e speelde hij professioneel en in 1982 won hij de "Premio Nacional de Guitarra" in Jerez, daarmee alle critici verbazend. Zijn meest “beslissende” ervaring was echter de ontmoeting met Paco de Lucía. Hij vormde al snel een trio met Paco en José María Bandera en ze toerden de wereld rond in de jaren 1989 tot en met 1992. Hij staat vooral bekend om zijn virtuositeit, zijn gevoelige- en technisch hoogstaand spel, vooral bij het gebruik van zijn picados.

Biografie van Juan Manuel Cañizares

Juan Manuel Cañizares

naar boven

Vicente Amigo (1967)

Op zijn 8e jaar kreeg hij zijn eerste gitaar. Hij nam gitaarlessen bij “El Tomate” en “Merengue de Córdoba”. Op 15-jarige leeftijd trok hij de aandacht als beschermeling van Paco Peña. Later sloot hij zijn opleiding af bij Manolo Sanlúcar, met wie hij ruim 10 jaar samenwerkte en in wiens groep hij zijn professionele carrière begon als derde gitarist. Hij is uitgegroeid tot een virtuoos gitarist met een rijke fantasie die te beluisteren is op zijn uitgebrachte CD’s. In navolging van Paco de Lucía wordt hij gezien als een van de grootste flamencogitaristen die er momenteel zijn. In 2000 ontving hij van de Andalusische overheid de “medalla de Andalucía” als eerbetoon aan zijn muzikale carrière. Hij won de Grammy voor het beste flamenco-album in 2001 met zijn CD “Ciudad de Las Ideas”.

Biografie van Vicente Amigo

Vicente Amigo

naar boven

Chicuelo (1968)

Chicuelo (gehuwd, tenminste 1 dochter; Sheila) begon met gitaarspelen rond zijn 12e jaar. Chicuelo (vert.: “jongetje”) is een van de beste solo- en begeleidingsgitaristen van de hedendaagse flamencoscène. Daarnaast componeert hij ook interessante stukken voor anderen. Hij is muzikaal directeur van de danscompany van Shoji Kojima. Jaarlijks gaat hij daarvoor naar Japan. In het jaar 2000 presenteerde hij zijn eerste solo CD “Complices”. Dit werk werd door het flamencotijdschrift “Flamenco hoy” bekroond met een prijs van “beste CD”. Het was een hectische tijd toen hij Duquende, Mayte Martin, Ginesa Ortega én Miguel Poveda op gitaar begeleidde. Ieder wilde zijn eigen stijl en eigenlijk ook een eigen vaste gitarist hebben, voor Chicuelo was het eigenlijk een te grote diversiteit van zangers om te begeleiden. Hij voelde zich het meest verbonden met Miguel Poveda en werd zodoende diens "vaste" begeleidingsgitarist.

Biografie van Chicuelo

Chicuelo

naar boven

 

Dansers


Güito (1942)

Eduardo Serrano Iglesias, Güito, begon met dansen op zijn 4e jaar en nam flamencodanslessen bij Antonio Marín Delgado tot zijn 14e. Hij werd daar eerst zijn leerling en vervolgens zijn assistent. Pilar López vroeg Güito, na zijn auditie daartoe, om te komen dansen in haar companie. Op die manier startte zijn professionele loopbaan als flamencodanser. Al op zijn 16e ontving hij een grote Parijse dansprijs; de Sarah Bernhardt als beste danser van het jaar 1959; een van zijn concurrenten was destijds Rudolf Nureyev... Hij werkte veel met Manuela Vargas en begon vervolgens zijn eigen groep; die bestond meer dan 15 jaar. Hij toerde hier vooral ook buiten Spanje mee. Hij nodigde artiesten uit om deel te nemen als gastartiest. Zo nodigde hij Sara Baras uit om mee te dansen, en ná díe toer brak Sara Baras pas echt door. Güito is vooral bekend voor zijn Soleá, hoewel hij uiteraard ook ander dansen op zijn repertoire heeft staan.

Biografie van Güito

Guito

naar boven

Manolete (1945)

Manolete groeide op in de grotten van de wijk Sacromonte in Granada in zijn zigeunerfamilie tussen o.a. zijn grootvader, de flamencogitarist Juan Maya Fajardo en zijn broers, beiden ook gitaristen, Marote en Pepe Maya. Hij begon met dansen op zijn 7e jaar. Hij trad daar op in diverse tablaos en vertrok na enkele jaren, op zijn 15e, naar Madrid waar hij eind jaren 60 naam maakte met zijn optredens in de tablaos Cuevas de Nemesio en het beroemde Torres Bermejas. Hij werd vooral bekend nadat hij, geïnspireerd na een farruca van Juan el Pelao gezien te hebben, zijn eigen farruca maakte; hij kreeg daarmee vele volgelingen. In 2008 besloot hij om vaker in Granada te gaan verblijven en heeft hij daar een eigen school gevestigd; “la Escuela de Danza Manolete; La Chumbera” in het Centro Cultural del Rey Chico. Hij staat erom bekend vast te houden aan zijn eigen stijl en zich weinig te laten beïnvloeden door anderen. Vooral zijn Farruca en zijn Alegrías zijn beroemd.

Biografie van Manolete

Manolete

naar boven

Cristina Hoyos (1946)

Cristing Hoyos leerde dansen in haar geboortestad aan de hand van haar leermeesters “Adelita Domingo” en “Realito”. Ze danste in het ballet van Manuela Vargas en vervolgens in de companie van Antonio Gades; danste daar 20 jaar lang als eerste danser. Samen met hem speelde ze ook in een aantal films, zoals “Bodas de sangre” in 1978, Carmen in 1983 en “El amor brujo” in 1985. Ze bezat veel danstechniek; dat had ze in de jaren geleerd dat ze bij vele grote dansers lessen nam, zoals Farruco, Pastora Imperio en Antonio Gades. Ze stond vooral bekend om haar armbewegingen.
In 1988 richtte ze haar eigen companie op.
Ze was de drijvende kracht achter een project om een flamencomuseum op te zetten en te onderhouden in Sevilla; El Museo del baile Flamenco. Sinds 2005 leidt ze “la Compañía Andaluza de Danza”, dat omgedoopt werd in het “Ballet Flamenco de Andalucía”.

Biografie van Cristina Hoyos

Cristina Hoyos

naar boven

Manuela Carrasco (1958)

Ze werd geboren in een artiestenfamilie in Triana en wist van jongsafaan dat ze danseres wilde worden. Haar vader was de flamencodanser José Carrasco “El Sordo”. Ze begon op haar tiende jaar professioneel te dansen in Torremolinos in het tablao “El Jaleo”. Op haar elfde keerde ze terug naar haar geboortegrond en ging dansen in het Tablao “La Cochera”. Ze viel op door haar kracht en haar duidelijk zichtbare zigeunerafkomst. Ze is een autodidact danseres. Op haar 13e toerde ze onder de vleugels van Curro Vélez door Europa. In 1974 veroverde ze de “Premio Nacional de Baile "Pastora Imperio” bij het “Concurso Nacional de Arte Flamenco de Córdoba”. Ze wordt nog steeds gezien als de “koningin - of zelfs Godin - van flamencodans”, niet omdat ze gezien wordt als beste danseres, maar vanwege haar uitstraling, statuur op het podium en kracht in haar dans. Ze staat vooral bekend voor Soleá, Alegría en Bulería.

Biografie van Sara Baras

Manuela Carrasco

naar boven

 

Antonio Canales (1961)

Hij begon met zijn dansopleiding (ballet) in de "Club Natación Sevilla". Hij studeerde klassieke dans bij Víctor Ullate en ging later naar Parijs om moderne dans te leren. Na enkele jaren begon zijn danscarrière in het Nationaal Ballet van Spanje. Al snel klom hij op in de rangen naar de plek solist. In 1992 richtte hij zijn eigen companie op. Hij begon vervolgens naam als choreograaf te maken. In 1995 werd hem de Premio Nacional de Danza toegekend. Hij heeft in meer dan 50 verschillende voorstellingen gestaan als eerste danser in verschillende dansgezelschappen. Zo heeft hij in een voorstelling gestaan met dansers als Rudolf Nureyev, Maya Plisetskaya, Caria Fracci, Vladimir Vasilev, Fernando Bujones, etc. Antonio Canales is een bijzonder danser met eigen bewegingen. Hij maakt ook gebruik van atributen zoals bijvoorbeeld een mantón tijdens zijn dans; toch niet gebruikelijk voor een danser. Hij kan tijdens een dans soms vreemde bewegingen maken alsof hij helemaal in zichzelf aan het dansen is en dan wordt dat opeens gevolgd door een uitbarsting van voetenwerk waar hij zijn publiek dolenthousiast mee maakt.

Biografie van Antonio Canales

Antonio Canales

naar boven

María Pagés (1963)

María Pages begon met dansen op 4-jarige leeftijd in haar geboortestad Sevilla. Het werd haar docenten al snel duidelijk dat ze een klasse apart zou kunnen worden in flamenco. Ze kreeg les van mensen als Manolo Marín en Matilde Coral. Op haar 15e gaf ze zelf vervolgens al les. Ze werd eerste danseres in de companies van Antonio Gades, Mario Maya en de Rafael Aguilar Companie. In 1990 startte ze haar eigen danscompanie. In 2002 kreeg ze de Premio Nacional de Danza; de eerste maal voor een flamencochoreografe en dus niet voor haar als danseres.

Biografie van María Pagés

María Pagés

naar boven

Belén Maya (1966)

Belén Maya is dochter van twee grote flamenco zigeunerartiesten: Mario Maya en danseres Carmen Mora. Ze begon op haar 18e aan haar dansopleiding in de Madrileense dansstudio’s van “Amor de Dios” bij Manolete, La Tati, Guïto, Carmen Cortés en vele anderen. Ze is niet alleen opgeleid in flamencodans, maar investeerde ook in haar klassieke dans bij Rosa Naranjo en Juana Taft. Ze trainde zich in Klassiek Spaans bij María Magdalena, Paco Romero en José Antonio en in Jazz en Moderne dans bij Goyo Monero, Teresa Nieto en in de Alvin Ailey Dansschool in New York. Ze trad toe tot de opleiding van het Spaanse Nationaal Ballet (“la Escuela del Ballet Nacional”). Na een jaar echter besloot ze om zich volledig toe te leggen op flamenco. Ze trad toe tot de company van haar vader en binnen drie jaar was ze van lid van het Corps de Ballet tot eerste danseres en repetitor gepromoveerd. Na enige tijd startte haar eigen gezelschap. In 1997 ontmoette ze Mayte Martín; dit leidde tot de oprichting van een nieuwe companie van haar met Mayte. Ze creëerden samen de voorstellingen “Mayte Martín en Belén Maya” en “Flamenco de Cámara”.

Biografie van Belén Maya

Belen Maya

naar boven

Eva la Yerbabuena (1970)

Ze begon op haar twaalfde met dansen en nam lessen van o.a. Enrique "El Canastero", Angustillas "La Mona", Mariquilla,  Mario Maya en Antonio Canales. In 1985 waagde Eva de stap naar professioneel artiest-zijn. Ze trad toe tot de companie van Rafael Aguilar. Ze nam een nieuwe stap in haar carrière door in 1998 samen met Mikhail Barysshnikov op de planken te staan in Wuppertal (D) in een stuk van de choreografe Pina Baush ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de companie van Pina. In 2001 trad ze definitief toe tot de rijen van grote artiesten door het winnen van de “Premio Nacional de Danza”. In die tijd ontving ze ook andere grote prijzen zoals de “Premios Flamenco Hoy” van 1999, 2000 en 2001 toegekend door de flamencocritici als beste danseres. In 2002 ontvangt ze de Giraldillo tijdens de Bienal de Flamenco de Sevilla als de beste danseres. Ze wordt gezien als de absolute top binnen flamencodans, maar mij kan ze maar weinig boeien; dat zegt uiteraard alles over mij.

Biografie van Eva la Yerbabuena

Eva la Yerbabuena

naar boven

Sara Baras (1971)

Sara Baras begon haar danstraining bij haar moeder, Concha Baras, in San Fernando op haar 8e. Rond haar 16e werd ze gevraagd toe te treden tot de companie van de gitarist Manuel Morao waarmee ze vervolgens vanaf 1989 de wereld rondtrok. Ze vertrok naar Madrid om daar flamencolessen te gaan nemen van Ciro, Guïto, Manolete, Antonio Canales en Merche Esmeralda en daarnaast nam ze balletlessen van Dania González. Ze danste tijdens voorstellingen van Guïto en Javier Barón en was gastartiest in het seizoen 1996-1997 in de companie van Antonio Canales. In 1997 richtte ze haar eigen companie op. Ze accepteerde daarnaast vanaf oktober 1998 de baan als presentatrice van een populaire flamenco TV-show “Algo más que flamenco” op TVE-2. In haar voorstellingen doet ze inmiddels zo’n beetje álles: de choreografie, de belichting, de kostuums, alles.

Biografie van Sara Baras

Sara Baras

naar boven

Farruquito (1982)

Farruquito is kind van flamencozanger Juan Fernández Flores “el Moreno” en flamencodanseres Rosario Montoya Manzano “la Farruca”. Hij is erfgenaam van de flamencotraditie van zijn opa “el Farruco” die hem mee het podium opnam en hem liet debuteren in Broadway op vijfjarige leeftijd in de show “Flamenco puro”. Op zijn achtste jaar trad Farruquito al op in Madrid in Sala Zambra. Op zijn elfde verscheen hij op de video “Camarón Nuestro” en in het daaropvolgende jaar was hij, samen met Farruco te zien in de film van Carlos Saura “Flamenco”. Hij maakte zijn eerste show “Raíces Flamencas” waarmee hij in de Royal Albert Hall in London debuteerde. Het werd het begin van een succesvolle wereldtournee. In zijn persoonlijke leven waren er diverse tragedies waarvan sommigen al op zeer jonge leeftijd. Op zijn 19e jaar overkwam hem het verlies van zijn vader, die omkwam tijdens een tournee door Amerika aan de gevolgen van een hartaanval, wat uiteraard een traumatische ervaring was. Ook het verlies van zijn opa met wie hij een sterke band had viel hem zwaar. Verder veroorzaakte hij op 30 september 2003, op z’n 21e, een dodelijk auto-ongeluk waarbij hij een voetganger aanreed die een zebrapad overstak.

Biografie van Farruquito

Farruquito

naar boven

 
neem contact op
Communicatie
Flamenco
Nieuwsberichten
Artistas
Agenda optredens
Winkelen (op een andere site)
Andere cultuuruitingen
flamencoschoenen
Danslessen nemen
Gitaarles nemen
Flamenco canon bekijken
Column lezen!
Pijsvraag winnen!
Dansschoenen kopen
Dansrok kopen
Flamenconieuws lezen!
Nieuwsbrieven lezen of op abonneren
Mail ons via:
Link naar pagina waarop je feedback kunt geven
Link nar pagina waarop je je kunt aanmelden om de nieuwsbrief te ontvangen
Link naar pagina waarop de nieuwste prijsvraag staat en waar vanaf je de oplossing kunt insturen
Link naar pagina waarop je tweedehands zaken te koop kunt vragen of aanbieden middels een advertentie
Link naar pagina waarop je een verzoek tot linkuitruil kunt indienen

 

 

 

Graag ontvang ik je kritiek, verbetervoorstellen of aanvullingen
Copyright                  Sitemap                 Links                  Privacy
Zonnebloemveld in Andalucía